Kamp Amersfoort
Kamp Amersfoort | ||
---|---|---|
Ingebruikname | 18 augustus 1941 | |
Bevrijding | 19 april 1945 | |
Locatie | Leusden | |
Land | Nederland | |
Verantwoordelijk land | nazi-Duitsland | |
Coördinaten | 52° 8′ NB, 5° 22′ OL | |
Beheerder | SS SD | |
Gevangenen | 47.000[1] | |
Dodental | 650 | |
Muurschildering van het kamp in vogelperspectief, in 1944 door gevangenen gemaakt
|
Kamp Amersfoort (Duits: Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort of Polizei-Durchgangslager Amersfoort; PDA) was in de Tweede Wereldoorlog een straf -en doorgangskamp in Leusden aan de zuidrand van Amersfoort. In dit langst operationele concentratiekamp van Nederland heerste een mensonterend regime van honger, mishandeling, dwangarbeid en executies, waardoor 652 mensen het leven lieten.
Het merendeel van de gevangenen werd vanuit Kamp Amersfoort doorgestuurd naar andere kampen voor dwangarbeid, waarvan velen niet terugkeerden. In totaal hebben circa 47.000 mensen gevangen gezeten in Kamp Amersfoort, waarvan inmiddels van 35.000 de identiteit achterhaald is door onderzoek in binnen- en buitenlandse archieven, transportlijsten, politierapporten, dagboeken en memoires van voormalige gevangenen.
1939-1941: Barakkenkamp Appelweg
[bewerken | brontekst bewerken]Rond garnizoensstad Amersfoort verrezen tijdens de mobilisatie van 1939 verschillende kazerneterreinen: Kamp Zonnebloemstraat, Kamp Bokkeduinen, Kamp Amsvorde, Kamp Waterloo, Kamp Heihuis en Kamp Austerlitz. Aan de zuidrand van de stad Amersfoort verscheen Barakkenkamp Appelweg, waarvan militairen werden ingezet bij de aanleg en verbetering van de Grebbelinie en de verdedigingswerken rond Amersfoort.
1941-1943: Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort (P.D.A.)
[bewerken | brontekst bewerken]Vanaf augustus 1941 deed het kamp voor de Duitse bezetters dienst als Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort (P.D.A.). Onder leiding van kampcommandant Walter Heinrich (1910-?), een jonge SD'er en gemeenteambtenaar, werden in het kamp vanaf 18 augustus 1941 diverse groepen opgesloten. Het betrof verzetsstrijders, ca. 2500 Joden, communisten, gijzelaars, (vermeende) criminelen zoals zwarthandelaren, 273 Amerikaanse staatsburgers, ca. 123 Jehova's Getuigen en 100 Sovjet-krijgsgevangenen.
Bij binnenkomst in het P.D.A. werden de persoonlijke bezittingen van de gevangenen afgenomen, werden zij kaalgeknipt, kregen ze een nummer toegekend en werden voorzien van kampkleren: een oud uniform en houten klompen. De reden voor de opsluiting was zichtbaar door een gekleurd teken op het uniform. Joodse gevangenen droegen anders dan de andere gevangenen in het kamp een zogenoemd 'zebrapak'. Er werden 100 Sovjet-krijgsgevangenen, voornamelijk uit het Centraal-Aziatische Oezbekistan, naar het kamp gehaald om te laten zien hoe 'inferieur' deze communistische Untermenschen wel niet waren. De Joodse en Sovjet-krijgsgevangenen werden door de kampleiding extra slecht behandeld.
De gevangenen werden in verschillende werkgroepen ingedeeld, de zogenoemde Kommandos. De meeste ploegen moesten fysiek zwaar werk verrichten; zo werd de 250 meter lange schietbaan met de hand aangelegd en de grote vuilstortplaats uitgegraven (na december 1943 werd de schietbaan verder verlengd tot 320 meter). In de beruchte 'Rozentuin', een omheinde plek, moesten gevangenen soms dagenlang voor straf in de houding staan.
Om de verbouwing en vergroting van Kamp Amersfoort tot Erweitertes Polizeigefängnis Amersfoort mogelijk te maken, werden in 1943 nagenoeg alle gevangenen overgebracht naar Kamp Vught.[2]
Bekende gevangenen van Kamp Amersfoort waren onder andere: Henk Sneevliet & Titus Brandsma.
1943-1945: Erweitertes Polizeigefängnis
[bewerken | brontekst bewerken]Na een uitbreiding met zeven barakken en een kortstondige sluiting heropende in mei 1943 het kamp als Erweitertes Polizeigefängnis Amersfoort, met Karl Peter Berg (1907-1949) als nieuwe kampcommandant. Tegelijkertijd voerden de nazi's de verplichte dwangarbeid voor de Duitse oorlogsindustrie in, eerst geldend voor Nederlandse mannen tussen de 18 en 35 jaar: de Arbeitseinsatz. Kamp Amersfoort vervulde hierbij een centrale rol als verzamel- en doorvoerkamp. Berucht werden de wreedheden van bewaker Joseph Kotalla. Het massaal negeren van de oproepen leidde tot klopjachten op de ontduikers, terwijl er ook nog eens tienduizenden Nederlandse mannen werden opgepakt bij razzia's voor de Duitse oorlogsindustrie. Op één dag werd een aantal van 3.566 gevangenen in Kamp Amersfoort genoteerd.
In totaal vonden vanuit het kamp 800 transporten naar andere kampen plaats, waarvan er ca. 200 treinen tien gevangenen of meer bevatten. Zeer omvangrijk waren de transporten van 26 september 1944 naar Zwolle om de verdedigingswerken bij de IJssel aan te leggen, en die van 11 oktober 1944 naar Neuengamme met onder andere 601 mannen die waren opgepakt tijdens de Razzia van Putten.
Voornamelijk door de vele represailles namen de executies op en rond het kamp toe, wat van Kamp Amersfoort, met in totaal 383 gefusilleerden, de grootste Nederlandse executieplek tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte.
Dankzij de inspanningen van enkele gefortuneerde dames en de vertegenwoordigster van het Rode Kruis, Loes van Overeem, lukte het om de voedselvoorzieningen en leefomstandigheden in Kamp Amersfoort licht te verbeteren. Op 30 juni 1944 arriveerden de eerste vrachtwagens met voedsel en medicijnen. Op 19 april 1945 kreeg van Overeem het beheer over Kamp Amersfoort overgedragen. De administratie werd grotendeels vernietigd door de bewakers, die enkele stukken met zich meenamen tijdens hun vlucht, met tientallen gijzelaars, naar Den Haag. Op 7 mei 1945 betraden de eerste Canadese bevrijdingstroepen het kamp.
Naoorlogse plek
[bewerken | brontekst bewerken]Vanaf juni 1945 arriveerden in Kamp Amersfoort de eerste groepen Nederlandse repatrianten uit de Duitse oorlogsindustrie. Een ander gedeelte fungeerde als interneringskamp voor collaborateurs en heette in de volksmond ‘het Foute Kamp’. De mishandelingen van deze gevangenen verschilden weinig van die tijdens de oorlog. Vanaf september 1946 had kamp Amersfoort verschillende functies voor het Nederlandse leger onder de naam ‘Kamp Laan 1914’ en heette vanaf december 1949 ‘de Boskamp’.
Na de oorlog werden op het buitenterrein 61 (massa)graven rond het kamp blootgelegd door rechercheurs en de gravendienst, er werden ruim dertig nazimisdadigers van Kamp Amersfoort berecht, waarvan kampcommandant Berg als enige is geëxecuteerd.
Op 21 maart 1951 arriveerde groep van in totaal 12.500 Molukkers op het naoorlogse defensieterrein van Kamp Amersfoort, en de laatste groep op 21 juni. De mannen werden daar "gedemilitariseerd".
In 1968 werd er begonnen met de sloop van de barakken van Kamp Amersfoort, de allerlaatste werd in 1978 gesloopt.
Onder voormalige gevangenen en nabestaanden van Kamp Amersfoort was er behoefte aan behoud van de authentieke plek. In het jaar 2000 besloot de Tweede Kamer tot de financiering van een herinneringscentrum, dat in 2004 werd geopend.
Door de opening van het ondergrondse museum van Nationaal Monument Kamp Amersfoort medio 2021 (dat op 5 juni 2021 door minister-president Mark Rutte en oud-gevangene Arie van Houwelingen werd geopend) kon begonnen worden het verhaal van de historische plek te vertellen. Hier wordt het verhaal van het kamp en de gevangenen verteld aan de hand van objecten, foto's, documenten en wisselexposities, in samenhang met de monumenten en zichtbare sporen op het buitenterrein. Een van de monumenten op de voormalige kampgrond werd in 1953 onthuld door de toenmalige minister-president Willem Drees; het monument ‘Gevangene voor het vuurpeloton’, oftewel ‘De Stenen Man’.
Het motto van Nationaal Monument Kamp Amersfoort is 'Herinneren, bezinnen en leren': om lessen van het verleden door te geven aan nieuwe generaties en een open oog te hebben voor hedendaagse ontwikkelingen. Met deze reden biedt Nationaal Monument Kamp Amersfoort rondleidingen, onderwijspakketten en reflectieprogramma's aan. Daarnaast is het mogelijk om deel te nemen aan verschillende jaarlijkse herdenkingen waaronder: Overdracht Kamp Amersfoort aan het Rode Kruis op 19 april, de Herdenking Jannetjesdal & Stille Tocht op 4 mei en op 11 oktober de Tocht van Vrees en Hoop.
Voor het in stand houden van de herinnering en het uitdragen van deze boodschap werkt Nationaal Monument Kamp Amersfoort samen met onder andere het Ministerie van VWS, Nationaal Comité 4 en 5 mei, de Stichting Musea en Herinneringscentra, het Vfonds, gemeenten en onderzoeksinstellingen in binnen- en buitenland.
Op 4 oktober 2022 verscheen de eerste aflevering van de zesdelige podcastserie De Verdwenen SS'er: een zoektocht naar de op mysterieuze wijze verdwenen SS-kampcommandant Walter Heinrich van Kamp Amersfoort.[3]
Nationaal Monument
[bewerken | brontekst bewerken]Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- De Ladder, een monumentaal beeld van Armando vlak bij het voormalige concentratiekamp
- Nationaal Monument Kamp Amersfoort
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- E.P. Wellenstein, Nummers die een ziel hebben: persoonlijke ervaringen in kamp Amersfoort, Uitgeverij Athenaeum, 2013, ISBN 9789025370480
- C. Biezeveld, Kamp Amersfoort: De bevochten nalatenschap van de Tweede Wereldoorlog, Uitgeverij Bdu, 2011, ISBN 9789087881375
- D.W. Folmer, Dagboek Uit Kamp Amersfoort, 1942, Walburg Pers, 2005, ISBN 9789462491557 2e gereviseerde druk
- G.G. von Frijtag Drabbe Kunzel, Kamp Amersfoort, Uitgeverij Mets & Schilt, 2003, ISBN 9789053303672
- G. Haagsma, A Bumpy Ride Through World War II, 2008
- Adriaan van Es en Arjeh Kalmann: 'Maar ik ben geen schooier'. Nico van Nieuwenhuysen. Arts in Kamp Amersfoort en aan het Oostfront. Verbum; 2023. ISBN 9789493028630
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ kampamersfoort.nl
- ↑ EPG 1943-45 - Kamp Amersfoort (8 februari 2021). Gearchiveerd op 6 februari 2023. Geraadpleegd op 6 februari 2023.
- ↑ Hoogendijk, Kees, Verdwenen Amersfoortse kampcommandant blijkt een van de grootste oorlogsmisdadigers van Nederland. www.rtvutrecht.nl (7 oktober 2022). Gearchiveerd op 27 december 2022. Geraadpleegd op 27 december 2022.