Koolzaadolie
Koolzaadolie is een plantaardige olie die gewonnen wordt uit de zaden van koolzaad (Brassica napus). Een hoog gehalte aan erucazuur en glucosinolaat maakt de olie gewoonlijk ongeschikt voor menselijke consumptie. Daarom zijn speciale koolzaadolierassen ontwikkeld die relatief weinig van deze stoffen bevatten en daardoor wel geschikt zijn als voedingsmiddel.
Biobrandstof
[bewerken | brontekst bewerken]Olie van koolzaad is viskeuzer dan gewone dieselolie. Een kleine aanpassing van de motor voorkomt onderdruk bij gebruik in een verbrandingsmotor, door de opvoerpomp in de injectiepomp die olie aanzuigt van de tank naar de motor. Opwarming met een warmtewisselaar voorkomt dat in de motor dikke olie zich lastig laat vernevelen in de cilinders en brengt de olie dichter bij zijn ontbrandpunt. De olie blijft vloeibaar tot -15°C.
Daarnaast wordt vaak gestart met minerale dieselolie en later overgeschakeld op koolzaadolie. Voordat de motor uitgezet wordt moet deze eerst weer even op minerale dieselolie lopen om startproblemen bij de volgende start te voorkomen.
Biodieseloliën zijn mono-alkylesters terwijl vetten drievoudige esters (triglyceriden) zijn. Bij de productie van biodieselolie ontstaat als bijproduct glycerol (1,2,3-propaantriol, een 3-waardige alcohol). Er worden bovendien ontbrandingsstoffen toegevoegd om het cetaangetal te verhogen. De viscositeit is dan minder temperatuurafhankelijk, hoewel deze om te beginnen in sterke mate afhangt van de aard van de vetten die worden gebruikt voor het transestereficatieproces waarbij biodieselolie ontstaat door de reactie van een (meestal primaire) alcohol met dierlijke of plantaardige vetten in aanwezigheid van een katalysator.
Biodieselolie is vergelijkbaar met minerale dieselolie, maar een mogelijk nadeel is de hogere zuurgraad die overigens kan worden vermeden door het productieproces te optimaliseren.
Menselijke consumptie
[bewerken | brontekst bewerken]Koolzaadolie bevat relatief veel erucazuur (40-50% van de vetzuurfractie) wat de olie in principe ongeschikt maakt voor menselijke consumptie. Als voedingsmiddel mag koolzaadolie praktisch geen erucazuur bevatten. Daarom zijn er koolzaadrassen ontwikkeld die weinig erucazuur (minder dan 0,5% tot 1%) bevatten en een laag gehalte aan glucosinolaat, waardoor het geschikt is voor menselijke consumptie.
Al in de late jaren 1970 is een speciale variëteit van koolzaadolie ontwikkeld die relatief weinig erucazuur bevat. Ze staat bekend onder de naam Canolaolie, wat een acroniem is van "CANadian Oil Low Acid", en soms ook onder de naam LEAR-olie ("Low Erucic Acid Rapeseed").[1] Canola-olie mag in de EU niet meer dan 2% erucazuur bevatten.[4] Deze hoeveelheid is niet schadelijk voor mensen.[7]
Krachtvoer
[bewerken | brontekst bewerken]Na persing van olie uit koolzaad blijft een restproduct over dat een hoge voedingswaarde heeft en in de vorm van perskoek als krachtvoer voor vee kan worden gebruikt.
Vetzuursamenstelling
[bewerken | brontekst bewerken]Vetzuursamenstelling van koolzaadolie | ||
---|---|---|
Soort vetzuur | Perc. (%) | |
verzadigde vetzuren | 7 | |
palmitinezuur | 4,2 | |
stearinezuur | 1,5 | |
enkelvoudig onverzadigde vetzuren | 60,5 | |
palmitolzuur | 0,2 | |
oliezuur | 57,8 | |
meervoudig onverzadigde vetzuren | 30,7 | |
linolzuur | 21 | |
alfalinoleenzuur | 9,7 | |
transvetzuren | 0 |
- ↑ (en) Brynoff S. (mei 2006). Quelling urban legends - The truth about canola oil. (pdf). Nutracos: 19-22. ISSN: 1720-4011. Gearchiveerd van origineel op 20 juli 2016. Geraadpleegd op 20 juli 2016. Dit artikel is door de uitgever gratis toegankelijk gemaakt.
- ↑ Rectificatie van Verordening (EU) 2019/1870 van 7 november 2019 tot wijziging en rectificatie van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat betreft de maximumgehalten aan erucazuur en waterstofcyanide in bepaalde levensmiddelen
- ↑ Geconsolideerde tekst: Verordening (EU) 2023/915 van de Commissie van 25 april 2023 betreffende maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1881/2006
- ↑ Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen.[2] Vervallen (in werking tot 24 mei 2023); opgeheven door 32023R0915.[3]
- ↑ Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2783 van de Commissie van 14 december 2023 tot vaststelling van bemonsteringsprocedures en analysemethoden voor de controle op het gehalte aan plantentoxinen in levensmiddelen en tot intrekking van Verordening (EU) 2015/705
- ↑ Verordening (EU) 2015/705 van de Commissie van 30 april 2015 tot vaststelling van bemonsteringswijzen en prestatiecriteria voor de analysemethoden voor de officiële controle op het gehalte aan erucazuur in levensmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 80/891/EEG van de Commissie. Vervallen (in werking tot 31 maart 2024); opgeheven door 32023R2783.[5]
- ↑ Richtlijn 80/891/EEG van de Commissie van 25 juli 1980 betreffende de communautaire analysemethode voor de bepaling van het gehalte aan erucazuur in oliën en vetten die als zodanig voor menselijke consumptie zijn bestemd, alsmede in levensmiddelen waaraan oliën of vetten zijn toegevoegd. Vervallen (in werking tot 21 mei 2015); opgeheven door 32015R0705.[6]