Kwadraatvrij geheel getal

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een kwadraatvrij geheel getal is in de wiskunde een geheel getal dat niet door een kwadraatgetal kan worden gedeeld, behalve door 1.

Voorbeelden
  • is een kwadraatvrij geheel getal omdat en en geen kwadraten zijn.
  • is geen kwadraatvrij getal, want kan door worden gedeeld.

De rij van positieve kwadraatvrije getallen begint als volgt:[1]

1, 2, 3, 5, 6, 7, 10, 11, 13, 14, 15, 17, 19, 21, 22, 23, 26, 29, 30, 31, 33

Alle priemgetallen zijn kwadraatvrij getal. De möbiusfunctie is er aan de hand van gedefinieerd, dat een getal kwadraatvrij is of niet.

Definities[bewerken | brontekst bewerken]

De volgende definities zijn gelijkwaardig. Een geheel getal is kwadraatvrij

  • dan en slechts dan als ieder priemgetal in de ontbinding in priemfactoren van precies een keer voorkomt,
  • als voor geen van de priemgetallen , zodat door kan worden gedeeld, nog een keer door kan worden gedeeld of
  • als voor iedere ontbinding geldt dat en onderling ondeelbaar zijn.

Verdeling[bewerken | brontekst bewerken]

Laat het aantal kwadraatvrije getallen zijn tussen en . Dan geldt:

Hierdoor geldt de volgende limiet:

waarbij de Riemann-zèta-functie is.

Op dezelfde manier geldt dat, als het aantal -de-machtsvrije getallen tussen en is, dan:

Testen[bewerken | brontekst bewerken]

Er is nog geen algoritme bekend dat snel kan controleren dat een willekeurig gegeven getal kwadraatvrij is. Dat kan door een getal in priemfactoren te ontbinden, maar daar is voor grote getallen veel rekenwerk voor nodig.

Booker, Hiary en Keating hebben een algoritme ontwikkeld waarmee, zonder eerst een getal te ontbinden, dat bepaalt dat een gegeven geheel getal kwadraatvrij is. Het wordt voor het uitvoeren van het algoritme wel verondersteld dat een algemene vorm van de riemann-hypothese waar is, waarin de Riemann-zèta-functie door de meer algemene L-functies is vervangen.[2]

Vermoeden van Erdös over kwadraatvrije getallen[bewerken | brontekst bewerken]

Het is in 1996 door Ramaré en Granville bewezen dat de binomiaalcoëfficiënt voor nooit kwadraatvrij is.[3]