Naar inhoud springen

Lijst van stadhouders in de Nederlanden

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Maiella (overleg | bijdragen) op 30 mrt 2007 om 13:52. (linkfix! Lodewijk Ernst, hertog van Brunswijk-Wolfenbuttel)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Een overzicht van stadhouders in Nederland.

Stadhouders Holland, Zeeland en Utrecht

In 1428 kwamen de graafschappen Holland en Zeeland in handen van Filips de Goede van Bourgondië. In 1433 liet hij zich vertegenwoordigen door een stadhouder. Later gingen Holland en Zeeland door vererving van het huis Bourgondië over in handen van het huis Habsburg. Vanaf 1528 waren de stadhouders van Holland ook stadhouder van Utrecht. Voor die tijd kende Utrecht geen stadhouder maar was het een zelfstandig prinsbisdom, het Sticht geheten, totdat de Habsburger Karel V ook Utrecht inlijfde en een stadhouder benoemde. Adolf van Nieuwenaar is enige jaren stadhouder van alleen Utrecht geweest. Na het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog gingen Holland, Zeeland en Utrecht deel uitmaken van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden die ook stadhouders aanstelde.

Stadhouders Friesland

Vanaf 1515, toen Friesland bij de Habsburgse Nederlanden ging horen, werden er door het bestuur in Brussel stadhouders benoemd. Vanaf 1528 regeerde de Friese stadhouder ook over Overijssel en vanaf 1536 ook over Groningen en Drenthe

Friesland heeft lange tijd een eigen stadhouder gehad, ook toen de andere gewesten van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden één stadhouder hadden aangenomen. Friesland heeft hierdoor geen Stadhouderloze tijdperken gekend. Vanaf stadhouder Willem IV kregen alle gewesten in de republiek dezelfde stadhouder.

Tijdens de beginjaren van de Tachtigjarige Oorlog kende Friesland enige tijd twee stadhouders. Eén namens koning Filips II (achtereenvolgens de naar de Spanjaarden overgelopen graaf van Rennenberg en de Spanjaard Francisco Verdugo) en één namens de republiek (achtereenvolgens Willem van Oranje en Willem Lodewijk van Nassau).

Stadhouders van Groningen

Tussen 1519 en 1536 viel Groningen onder de Gelderse hertog Karel van Egmond. Deze liet zich tussen 1519 en 1530 door stadhouders vervangen. Vanaf 1536 werden de gewesten Groningen en Drenthe bij de Habsburgse Nederlanden gevoegd. De stadhouder van Friesland en Overijssel, kreeg ook zeggenschap over deze gebieden. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog ging Groningen deel uitmaken van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, die ook met stadhouders werkte. In de overgangsperiode waren er twee stadhouders: namens de Spaanse koning Filips II en namens de Staten Generaal. De macht van de eerste brokkelde steeds verder af ten gunste van de tweede.

Stadhouders van Drenthe

Met Georg Schenck von Tautenburg ontving Drenthe van de Habsburgers in 1536 haar eerste stadhouder. Voordien was de drost de vertegenwoordiger van de landsheer geweest. Na Schenck had dit gewest dezelfde stadhouders als Groningen. In 1696 werd Stadhouder Willem III van Holland erkend in plaats van Johan Willem Friso. Toen Willem III in 1702 kinderloos stief kwam Drenthe, evenals een groot deel van de Republiek, terecht in een Stadhouderloos tijdperk. Dit eindigde in 1722 toen Drenthe de stadhouder van Friesland (Willem IV) erkende als stadhouder. Later zou Willem IV stadhouder van alle gewesten worden.

Stadhouders van Overijssel

Vanaf 1528 hoorde Overijssel (destijds Oversticht geheten) bij de Habsburgse Nederlanden, nadat keizer Karel V de gebieden verkreeg van de bisschop van Utrecht. In de jaren 1528-1584 had Overijssel dezelfde stadhouder als Friesland. Vanaf 1584, tijdens de Tachtigjarige Oorlog ging Overijssel een eigen weg en ging deel uitmaken van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, die ook met stadhouders werkte. De stadhouders vanaf 1584 waren:

Stadhouders van Gelderland

Gelre komt in 1473 in handen van Karel de Stoute. Hij laat zich vertegenwoordigen door stadhouders. In 1492 weet Karel van Gelre het hertogdom in handen te krijgen. Van 1492 - 1504 bestuurt hij Gelre zelf. Vervolgens stelden ook hij en zijn opvolger Willem van Kleef stadhouders aan. Gelre werd in 1543 ingelijfd door Karel V. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog, in 1579 (Unie van Utrecht), maakt Gelre (met uitzondering van het Overkwartier) zich los van de Spaanse koning Filips II.

Vanaf 1584 had Gelderland, als deel van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden steeds dezelfde stadhouder als Overijssel.

Zie ook