Naar inhoud springen

Prunus maackii

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door 112grammarpolice (overleg | bijdragen) op 15 apr 2016 om 13:39.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Mantsjoerijse kers
Prunus maackii
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Fabiden
Orde:Rosales
Familie:Rosaceae (Rozenfamilie)
Geslacht:Prunus (Prunus)
Soort
Prunus maackii
Rupr. (1857)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Mantsjoerijse kers op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De Mantsjoerijse kers[1] (Prunus maackii) is een boom, die behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Franz Joseph Ruprecht in 1857.[2]

Kenmerken

De Mantsjoerijse kers groeit tot een hoogte van 15 meter, lokaal tot 18 meter.[3][4] De schors van de soort is geel, oranjegeel of grijsachtig en doet qua structuur herinneren aan een berk. De bladeren zijn elliptisch tot ovaal en 5 tot 13 cm lang. Aan de basis is het blad afgerond en enigszins hartvormig. De bovenzijde van de bladeren zijn donkergroen. De onderzijde van de bladeren zijn lichtgroen en bevatten vooral in jonge bladeren vele harsachtige klieren, waardoor deze zeer kleverig zijn. De bloemen zijn klein en wit en staan in samengestelde trossen van ca. 5 cm lang. Bloeit doorgaans tussen eind mei en begin juni. De vruchten zijn klein, eerst groen, en kleuren vervolgens rood. Later verkrijgen deze een zwart of donkerpaars gekleurd sap met een zeer bittere smaak. Ze rijpen in augustus en blijven tot begin september. De vruchten worden vooral gegeten door vogels en beren, waardoor de lokale bevolking in het Russische Verre Oosten de soort berenkers noemt.[3]

Verspreiding

Komt voor in de regio's Chabarovsk, Primorski en Amoer in het Russische Verre Oosten, alsmede Mantsjoerije en het Koreaans Schiereiland. De soort groeit in naald- en gemengde bossen tot op 600 à 800 meter hoogte. Wordt vooral aangetroffen in valleien en langs bergrivieren.[3]

Synoniemen

De volgende synoniemen worden soms gebruikt:[2]

  • Cerasus maackii (Rupr.) Eremin & Simagin
  • Laurocerasus maackii (Rupr.) C.K.Schneid.
  • Padus maackii (Rupr.) Kom. & Aliss.

Afbeeldingen