Mechelse koekoek

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door BonstraGeert (overleg | bijdragen) op 5 apr 2020 om 09:20. (Wijzigingen door 2A02:A03F:5681:F200:AC97:7A56:4E7F:DE82 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door RobotE)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Mechelse koekoek

De Mechelse koekoek is een kippenras, regionaal gebonden aan de omgeving van de Vlaamse stad Mechelen en oorspronkelijk als vleeskip gehouden. Ook komt de naam Mechels hoen voor: koekoek is eigenlijk de aanduiding voor de kleurslag, het patroon en de kleuren van het verenkleed.

De kippen hebben van nature een rustige aard. Een volwassen haan weegt meer dan 5 kg, een hen weegt 3,5 tot 4,5 kg. Het vlees (vroeger gekend onder de naam Brussels kieken) is een bekend streekproduct. Een hen legt 140 tot 160 eieren per jaar.

Aangezien een Mechelse koekoek een slechte vlieger is, kan ze vrij geteeld worden in buitenlucht met een omheining van 120 cm. De dieren hebben baat aan voldoende zonlicht.

Rasbeschrijving

De dieren hebben een goed breed ontwikkelde kop. De snavel is redelijk klein in vergelijking met de kop en is sterk wit van kleur. De ogen zijn rood-oranje. De kam is rechtopstaand, rood met 4 tot 6 uitstekende kamtanden. De kinlellen zijn rood langwerpig en middelgroot. Momenteel[(sinds) wanneer?] is de Mechelse koekoek erkend in koekoekkleur, koekoek-goudhalzig, zilverkoekoek, wit, blauw en Colombia. De koekoekkleur komt het meeste voor en de dieren in deze kleur zijn meestal het best van kwaliteit.