Naar inhoud springen

Melkdistel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Melkdistel
Gewone melkdistel (Sonchus oleraceus)
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Campanuliden
Orde:Asterales
Familie:Asteraceae (Composietenfamilie)
Onderfamilie:Cichorioideae
Geslachtengroep:Cichorieae
Geslacht
Sonchus
L. (1753)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Melkdistel op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Melkdistel (Sonchus) is een geslacht van kruidachtige planten uit de familie Asteraceae.
De botanische naam Sonchus is de Oud-Griekse naam voor deze planten: σόγχος. De Nederlandse naam heeft de plant te danken aan het witte, zure sap dat het bij een breuk afscheidt.

De planten zijn gebruikt als veevoer, vooral als voer voor konijnen. De bladeren zijn ook eetbaar voor mensen. Oude bladen zijn bitter, maar jonge bladeren smaken als sla. In Nieuw-Zeeland eten de Maori's de planten. De planten zijn er bekend onder de naam 'puha'.
Sonchus arvensis, de akkermelkdistel, kan commercieel verbouwd worden.

Oud volksgeloof

[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens een oud volksgeloof heeft de plant de eigenschap om bij zogende vrouwen de melkproductie te verhogen, dit is echter onjuist gebleken.[1] Waarschijnlijk is dit bijgeloof ontstaan door het feit dat de plant melksap afscheidt.

De soorten komen voor in delen van de Oude Wereld. Buiten de Oude Wereld komen ze voor op de Desventuradaseilanden en de Juan Fernández-archipel, beide gelegen voor de Chileense kust.[2] In veel gebieden worden de planten als onkruid gezien. Ze groeien snel in een grote verscheidenheid aan omgevingen. Hun door de wind verspreide zaden ontkiemen gemakkelijk.
Hoewel ze als onkruid bekendstaan, kunnen de planten gemakkelijk met de hand verwijderd worden. Vee eet de plant gemakkelijk, en soms zelfs liever dan planten uit de grassenfamilie.

Merk op dat het Engelse Milkthistle op het geslacht Silybum slaat.

Soorten in België en Nederland zijn:

Kenmerken zijn onder meer zachte, iets onregelmatig gelobde bladeren die stengelomvattend zijn. Bij jonge planten vormen de bladeren eerst een bladrozet.

De stengels bevatten een melkachtig sap. De afmeting van de bloemhoofdjes varieert van 1-3 cm. Het zijn alle straalbloemen. Melkdistels zijn algemeen voorkomende, ruderale planten die men in wegbermen en op verwilderde grond aantreft. Ze komen van nature voor op het Euraziatische continent en in Afrika. Wereldwijd komen zij in gematigde klimaatzones voor. Ondanks hun naam zijn het geen echte distels.

Volwassen exemplaren variëren in hoogte van 30-200 cm, afhankelijk van soort en omstandigheid. De bladkleuren variëren van groen tot paars in oudere planten. Melkdistels scheiden een melkachtige latex af wanneer een deel van de plant beschadigd wordt, en hieraan ontleent de plant zijn naam.

De in België en Nederland voorkomende melkdistels kunnen onderscheiden worden aan de hand van bloemafmeting, bladvorm, wortelvorm en vorm en kleur van de bladeren.

Soort Diameter
bloemhoofdje
Beharing van het omwindsel Wortel en uitlopers Bladen Foto
Akkermelkdistel 4-5,5 cm Gele klierharen Lange witte ondergrondse uitlopers Stengelbladen hebben afgeronde voet
Moerasmelkdistel 2-4 cm Zwarte klierharen Penwortel Stengelbladen hebben spitsen aan bladvoet
Gewone melkdistel 2-4 cm Witte beharing, soms gele knopjes Penwortel Meestal veerdelig, stompe grote eindslip, dof of grijsgroen
Gekroesde melkdistel 2-4 cm Witte beharing, soms gele knopjes Penwortel Blad niet ingesneden, van boven glanzend, donkergroen