Nachtegaal
Nachtegaal IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016) | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Luscinia megarhynchos Brehm, 1831[2] | |||||||||||||||
![]() | |||||||||||||||
Verspreidingsgebied van de nachtegaal ■ broedgebied (groen)
■ niet-broedgebied (blauw)
| |||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||
Nachtegaal op ![]() | |||||||||||||||
|
De nachtegaal (in dichterlijke taal ook filomeel; Luscinia megarhynchos) is een zangvogel uit de onderfamilie Saxicolinae, vroeger ingedeeld bij de familie Turdidae (lijsters) maar nu onderdeel van de familie vliegenvangers.
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De bovenzijde is egaal bruin van kleur, terwijl de stuit en de bovenzijde van de staart roodbruin zijn. De onderzijde is lichtgrijs. Het oog is opvallend groot en zwart en de poten zijn licht van kleur. Zijn zang is verklinkend, veelzijdig, erg karakteristiek en vaak 's nachts hoorbaar. De lichaamslengte bedraagt 16,5 cm.
Leefwijze
[bewerken | brontekst bewerken]Verder is het een vogel die zich onopvallend ophoudt in dicht struikgewas, vaak met brandnetels, van waaruit hij ook zingt. Het voedsel bestaat uit wormen, insecten, larven, poppen en eieren.
Voortplanting
[bewerken | brontekst bewerken]Het legsel bestaat uit vier of vijf olijfbruine eieren in een nest, dicht bij de grond, in de dichte ondergroei.
Naam
[bewerken | brontekst bewerken]De wetenschappelijke naam van de nachtegaal begint bij de naam die Linnaeus in 1758 gaf aan de vogel waarvan hij dacht dat het de nachtegaal was Motacilla luscinia. Luscinia is Latijn voor nachtegaal en Motacilla gebruikte Linnaeus als geslachtsnaam voor een groot aantal kleine zangvogels met beweeglijke staartjes.[3] Alleen de kwikstaarten hebben nu nog deze geslachtsnaam. Echter, in 1831 beschreef Christian Ludwig Brehm vijf verschillende soorten nachtegaal en gebruikte Luscinia als geslachtsnaam. De nachtegaal die voorkwam in West- en Zuid-Europa (en verder het Nabije Oosten en het zuiden van Midden-Azië) noemde hij Luscinia megarhynchos (grootsnavelige nachtegaal). Een nachtegaal die noordelijker in Europa (Skandinavië, Midden-Europa en verder in Azië) voorkomt noemde hij Luscinia philomela.[2] De ontdekking van meerdere soorten nachtegaal en het feit dat de nachtegaal verwant is aan soorten als roodborst en zwartkop leidde ertoe dat aan het eind van de negentiende eeuw wel zes verschillende geslachtsnamen voor de nachtegaal in omloop waren zoals Sylvia, Aedon, Curruca, Daulias, Philomela en Erithacus.[4] Inmiddels was ook duidelijk dat de vogel die Carl Linnaeus bedoelde, eigenlijk de Noordse nachtegaal was. Daardoor werd Brehm (volgens de nomenclatuurregels ) de soortauteur van de in West- en Zuid-Europa voorkomende nachtegaal en is Luscinia megarhynchus de geldige wetenschappelijke naam die het meest gebruikt wordt.[5] In 1906 pleitte de Amerikaanse vogelkundige Harry Church Oberholser overtuigend voor Luscinia als geslachtsnaam.[6] Echter, begin 1900 bleven Daulias[7], Aëdon[8] en Erithacus[9] als geslachtsnaam nog gebruikelijk.
De Nederlandse naam (en ook de Friese: Geal) is afgeleid van het Germaanse "galan": (galmend) zingen.[10]. Jac. P. Thijsse spreekt in zijn Het Vogeljaar van de "koning der Europeesche zangers".[11]
Verspreiding en leefgebied
[bewerken | brontekst bewerken]De nachtegaal is een trekvogel die alleen van april tot oktober in West-, Zuid- en Midden-Europa en tot in Midden-Azië onder de 50ste breedtegraad voorkomt om te broeden. Hij overwintert in Zuidelijk Afrika.
De soort telt drie ondersoorten:
- L. m. megarhynchos: van westelijk en centraal Europa tot centraal Turkije en zuidelijk naar Jordanië.
- L. m. africana: oostelijk Turkije, de Kaukasus en noordelijk en zuidwestelijk Iran.
- L. m. golzii: van oostelijk Iran tot Kazachstan, zuidwestelijk Mongolië en noordwestelijk China.

Voorkomen in Nederland en Vlaanderen
[bewerken | brontekst bewerken]Nachtegalen zijn nog steeds vrij talrijke broedvogels in Nederland. Vooral in de duinstreek en op de Waddeneilanden zijn er nachtegalen. Ook Flevoland werd vlot gekoloniseerd. In Oost- en Zuid-Nederland ging het echter minder goed met de nachtegaal. Sinds de jaren 1970 is sprake van een sterke achteruitgang.[12] Dit is de reden dat de nachtegaal in 2004 als kwetsbaar op de Nederlandse rode lijst is gezet. Volgens SOVON zijn er in de periode 2018-2020 ongeveer 5800-7300 broedparen in Nederland en is de trend (landelijk gezien) sinds 2000 redelijk stabiel.[13] De soort staat ook als kwetsbaar op de Vlaamse rode lijst.
Symbolen
[bewerken | brontekst bewerken]In de volksvertellingen kondigt de nachtegaal de lente aan. Het is de vogel van mei, maar hij is eveneens en vooral het symbool van de liefde, die al eeuwenlang dichters en componisten heeft beziggehouden. Zijn zang bestaat uit herhaalde motiefjes en een crescendo.
Trivia
[bewerken | brontekst bewerken]In de traditionele muziek uit de omgeving van de stad Nice speelt de nachtegaal een belangrijke rol.[14] Tsjaikovski heeft het thema van deze muziek gebruikt in zijn Humoresque opus 10-2. Guido Gezelle - Vlaams dichter - heeft aan de nachtegaal een klankdicht gewijd. Hij tracht daarin het gezang van de vogel tot klinken te brengen.
Video
[bewerken | brontekst bewerken]-
Zingende nachtegaal
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- meer over vogelsoorten met "nachtegaal" in de naam
- Nachtegaal (orgelregister)
- de Nachtegaal (Venray), buurtschap in de Nederlandse gemeente Venray.
Externe links
- SoortenBank.nl beschrijving, afbeeldingen en geluid
- Kaarten met waarnemingen:
- Nachtegaal Luscinia megarhynchos in Onze vogels in huis en tuin (deel 2) van J.G. Keulemans (1873) op de
Nederlandstalige Wikisource.
Voetnoten
- ↑ (en) Nachtegaal op de IUCN Red List of Threatened Species.
- ↑ a b (de) Brehm, C.L. 1831. Handbuch der Naturgeschichte aller Vögel Deutschlands.p.354-358 BHL
- ↑ (la) Linné, Carl von (1758). Caroli Linnaei...Systema naturae per regna tria naturae :secundum classes, ordines, genera, species, cum characteribus, differentiis, synonymis, locis. Impensis Direct. Laurentii Salvii, Holmiae, pp 184. Gearchiveerd op 19 april 2025.
- ↑ Catalogue of the Birds in the British Museum 5(1881) p.294 BHL
- ↑ Gill F, D Donsker & P Rasmussen (Eds). 2025. IOC World Bird Names (version 15.1). (en) .
- ↑ (en) Oberholser, H.C. 1906. The proper generic name for the Nightingale. In The Auk 23 p.228
- ↑ Snouckaert van Schauburg, R.B., 1903.De Ornis van Doorn. De Levende Natuur, 7(5-6), 114-120 Natuurtijdschriften
- ↑ Snouckaert van Schauburg, R C E G J., 1908. Avifauna Neerlandica. Lijst der tot dusverre in Nederland in wilden staat waargenomen vogelsoorten. Meijer & Schaafsma,Leeuwarden.
- ↑ Thijsse, J.P., 1916. De wetenschappelijke vogelnamen. De Levende Natuur 21(10):198-200 PDF
- ↑ Blok & ter Stege 1995, p. 190.
- ↑ Thijsse 1913, p. 216.
- ↑ Bijlsma, R.G., F. Hustings & C.J. Camphuysen, 2001. Avifauna van Nederland 2. ISBN 9074345212
- ↑ SOVON Verspreiding en aantalsontwikkeling van de nachtegaal in Nederland
- ↑ (oc) (fr) Lou Roussignòu que vola op Musique traditionnelle du comté de Nice
Bronnen
- Blok, Henk, ter Stege, Herman J. (1995). De Nederlandse vogelnamen en hun betekenis, Leidschendam / Waalre. ISBN 90 9008646 3.
- Thijsse, Jac. P. (1913). Het vogeljaar : Nederlandse vogels in hun leven geschetst, 2e druk. W. Versluys, Amsterdam.