Nementchatherium
Nementchatherium Status: Uitgestorven Fossiel voorkomen: Midden- tot Laat-Eoceen | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||
Nementchatherium Tabuce et al., 2001 | |||||||||||||
Typesoort | |||||||||||||
Nementchatherium senarhense | |||||||||||||
|
Nementchatherium is een geslacht van uitgestorven springspitsmuizen uit de onderfamilie Herodotiinae die gevonden is in het Midden- tot Laat-Eoceen van Algerije. N. senarhense is bekend van negen tanden; de kenmerken waarmee het zich onderscheidt van verwante dieren liggen in de morfologie en grootte van deze tanden.
Nomenclatuur
[bewerken | brontekst bewerken]Nementchatherium senarhense kreeg zijn naam in 2001 in een publicatie in het Journal of Vertebrate Paleontology van een team van Franse en Algerijnse wetenschappers. Zoals gebruikelijk in de zoölogische nomenclatuur bestaat de naam uit een geslachtsnaam en een soortaanduiding. De geslachtsnaam Nementchatherium is een combinatie van de naam van het Nementcha-gebergte in Oost-Algerije met een latinisering van het Oudgriekse θηρίον (thèrion) 'dier'. De soortaanduiding is een verwijzing naar de wadi Senarh, die vlak bij de vindplaats ligt, met het Latijnse achtervoegsel -ensis 'behorend tot'. Omdat θηρίον onzijdig is, heeft de soortaanduiding de onzijdige vorm senarhense.
Vindplaats
[bewerken | brontekst bewerken]N. senarhense is gevonden in het laat Midden- tot Laat-Eoceen (Bartonien en Priabonien; 34 tot 40 miljoen jaar geleden) van de locatie Bir El Ater in de Algerijnse provincie Tébessa. Het dier werd gevonden in een basale detrituslaag in de overblijfselen van een zanderige rivierdelta.
Beschrijving
[bewerken | brontekst bewerken]Naam | Tand[1] | Grootte (Lengte × breedte in mm) |
---|---|---|
UON 350 | linker p4 | 2,4 × 1,5 |
UON 351 | linker p4 | 2,0 × 1,3 |
UON 352 | rechter p4 | 2,5 × 1,6 |
UON 353 | linker m1 of m2 | 2,0 × 1,8 |
UON 354 | rechter m1 of m2 | 2,2 × 1,7 |
UON 355 | rechter m3 | 1,4 × 1,3 |
UON 356 | linker P4 | 2,0 × 2,3 |
UON 357[2] | rechter P4 | 2,2 × 2,4 |
UON 358 | linker M1 of M2 | 2,2 × 2,6 |
N. senarhense is bekend van negen geïsoleerde tanden, die inmiddels tot de collectie van de Universiteit van Oran (UON) behoren. Een belangrijk onderscheidend kenmerk is de p4, die meer op een kies lijkt dan de p4 van Chambius, maar minder dan die van Herodotius. Deze valse kies is iets langer en smaller dan de kiezen in de onderkaak. Ook P4 lijkt wel wat op een kies. Ook in de grootte, vorm en aanwezigheid van een aantal knobbels op de tanden onderscheidt Nementchatherium zich van Chambius en Herodotius. De m1 en m2 zijn vierkant. De m3 is een gereduceerde, ronde kies met twee wortels. De enige kies uit de bovenkaak die gevonden is, heeft vier knobbels.
Evolutie en verwantschappen
[bewerken | brontekst bewerken]Nementchatherium behoort samen met Chambius en Herodotius tot de Herodotiinae, die veel van de oudste springspitsmuizen omvat. Tot de gemeenschappelijke kenmerken van deze groep behoort onder andere de gereduceerde m3. Volgens de ontdekkers staat Nementchatherium morfologisch tussen de twee andere geslachten van de Herodotiinae in. Volgens een fylogenetisch onderzoek van de ontdekkers zijn de verwantschappen van Nementchatherium als volgt:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Literatuur
- Tabuce, R., Coiffait, B., Coiffait, P.-E., Mahboubi, M. & Jaeger, J.-J. 2001. A new genus of Macroscelidea from the Eocene of Algeria: A possible origin for elephant-shrews. Journal of Vertebrate Paleontology 21(3):535-546.
Noten