Overleg:Levend begraven
Onderwerp toevoegenPer vergissing?[brontekst bewerken]
Ene Johannes Neus stelt in de Utrechtse courant van 5 november 1783 dat hij vrijwel gekist was en suggereert dat dit sommigen goed uitkwam:
Dewyl veele baatzugctige menschen uitgestrooid hebben zeekere Calumnieuse Verdigtselen, welke bestaan hier in: dat ik Johannes van der Neus, woonende in den Grooten Officie Huize der uitgaande Rechten agter de Groote Ofte St. Laurens Kerke te Rotterdam, van myn Commis-Ampt afgezet, en, na van het zelve eenige weeken ontslagen geweest te zyn, Dood en Insolvent was, welke Eerrovende Leugenagtige Verstrooizels zamengesmeed zyn door de Heeren Jan van Panter, Klaas van Veens en P. Saartens, zo dient deeze om het Publiek te waarschouwen, dat het alle infaame en van de waarheid vervreemde Leugenen zyn, die door de bovengenoemde Heeren verzonnen zyn, om myn Crediet den bodem in te slaan; want, allen, die nog iets van my te prætendeeren mogten hebben‚ konnen zig nog by my, in 't Groote Officie-Huis woonende, vervoegen.
ANNA MARGAREHTA van der NEUS, Geboortig van Rotterdam, wordt, zo zy nog in 't Leeven is, verzogt zig ten spoedigste by haaren Broeder Jacobus van der Neus te vervoegen, zullende vriendelyk ontvangen worden. Nu wil ik, ten besluite, ’t Publiek waarschouwen, de dwaasheid‚ om eenen afgestorvenen, zo als ’er naauwlyks de Adem uit is, als dood af te leggen, te laaten vaaren, want had God geen medelyden met my gehad, zoude ik gewis al leevendig begraven geweest zyn; want de Stads-Doctor, die my bediende, had my, slegts in eene flaauwte leggende. reeds bevoolen af te leggen, en ik zoude juist gekist worden, wanneer ik ontwaakende, den geenen, die my uit naam der Heeren van de Weth bediende, en my myne Goederen ook uit naam van de Weth in beslag genoomen had, zo een slag gaf, dat hy‚ geloof ik, dit Ampt zo ligt niet meer onderneemen zal. Dat gevaar zal Ik nooit vergeeten, en ach! hoe menig een gaat ’er misschìen zo niet om het leeven? O Neerlanders! bedenkt dit; en beklaag myn ongeluk!
— ]. van der NEUS[1]
- ↑ Neus, Johannes van der, Gevonden in Delpher - Utrechtse courant. Utrechtse courant. Delpher (5 november 1783). Geraadpleegd op 2 maart 2021.
Mijn persoonlijke indruk is, dat Johannes wel degelijk dood was en dat zijn (tweeling?)broer Jacobus degene die zijn broer zou afleggen neergeknuppeld heeft, om vervolgens het verhaal rond te strooien dat zijn broer nog in leven was en zo van diens lucratieve baantje of minstens van gratis inwoning te profiteren.
Ik had deze fraaie anekdote in het artikel willen zetten, maar daar lijkt hij toch niet geschikt voor, daarom hier. De transcriptie heb ik gebaseerd op de ocr van Delpher, waarbij ik het origineel trouw gevolgd heb, met uitzondering van voorloopspaties bij interpunctie. Kleinkapitaal heb ik omgezet in kleine letters →bertux 2 mrt 2021 11:18 (CET)