Duinknikker
Duinknikker | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Pyrenula chlorospila Arnold (1887) | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Duinknikker op Wikispecies | |||||||||||||||
|
De duinknikker (Pyrenula chlorospila) is een korstmos behorend tot de familie Pyrenulaceae. De fotobiont is Trentepohlia. Hij komt vaak voor op gladde boomschors, met name essen (Fraxinus)
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]Het thallus is crustose en ondergedompeld. De kleur is soms glanzend, olijfgroen tot groenachtig oker als het vochtig is, lichtbruin tot reebruin als het droog is. Het thallus is minutieus bezaaid met pseudocyphellen, 50-100 µm, zichtbaar als kleine witte stippen. De perithecia zijn talrijk aanwezig en meten 0,2 tot 0,4 mm in diameter (niet groter dan 0,5 mm).
Het heeft de volgende kleurreacties: K+ (geel), C-, P+/- (licht geel), UV +/- (wittig).
De sporen zijn ellipsoïde, drievoudig gesepteerd, min of meer ruitvormig per cel en meten (25-)28-32(-35) × (9-)11-13(-14) µm.[1]
Verspreiding
[bewerken | brontekst bewerken]De duinknikker heeft een kosmopolitisch verspreidingsgebied. In Nederland komt hij zeer zeldzaam voor. Hij staat op de rode lijst in de categorie 'ernstig bedreigd'.
- Herk, K. van, A. Aptroot & L. Sparrius, 2017. Veldgids Korstmossen. KNNV Uitgeverij, Zeist. 2e druk p. 78
- (en) Index Fungorum
- BLWG Verspreidingsatlas Korstmossen