De B-horizont (briklaag) bevindt zich in deze gronden op 40–50 cm diepte en heeft een egaal bruine kleur. In de bovengrond (A- en E-horizonten) is geen duidelijke nieuwe bodemprofielontwikkeling waar te nemen. Radebrikgronden hebben geen hydromorfe kenmerken in de A-, E- of B-horizonten. Eventuele roestvlekken bevinden zich op grotere diepte.
Het toponiemrade in de naamgeving van deze gronden komt voor in oude ontginningen in het lössgebied.
Schematische profielbeschrijving van een radebrikgrond
geelbruine tot licht geelbruine siltige leem; grof poreus, sponzige structuur
Bronnen, noten en/of referenties
Bakker, H. de en J. Schelling, 1989 - 2e gew. druk bewerkt door J. Brus en C. van Wallenburg. Systeem voor de bodemclassificatie voor Nederland, de hogere niveaus. Pudoc, Wageningen. [1]