Resolutie 636 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 636
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 6 juli 1989
Nr. vergadering 2870
Code S/RES/636
Stemming
voor
14
onth.
1
tegen
0
Onderwerp Israëlisch-Palestijns conflict
Beslissing Oproep aan Israël om de deportatie van Palestijnse burgers te stoppen.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1989
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Algerije Algerije · Vlag van Brazilië (1968-1992) Brazilië · Vlag van Canada Canada · Vlag van Colombia Colombia · Vlag van Ethiopië Ethiopië · Vlag van Finland Finland · Vlag van Maleisië Maleisië · Vlag van Nepal Nepal · Vlag van Senegal Senegal · Vlag van Joegoslavië (1943-1992) Joegoslavië
Kaart van Israël met de Palestijnse Gebieden.

Resolutie 636 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 6 juli 1989 aangenomen met veertien stemmen voor en één onthouding van de Verenigde Staten. De Veiligheidsraad riep Israël op geen Palestijnen meer te deporteren uit de bezette gebieden.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Door Israël bezette gebieden voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Tijdens de Zesdaagse Oorlog bezette Israël verschillende stukken grondgebied van zijn tegenstanders, waarvan het een deel annexeerde. Rond de jaarwisseling van 1988 brak geweld uit in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever. Israël greep in met harde maatregelen. Eén daarvan was deportatie naar Zuidelijk Libanon. Dergelijke straf is echter in strijd met de internationale wet en de Vierde Geneefse Conventie in het bijzonder.[1]

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad:

  • Herinnert aan de resoluties 607 en 608.
  • Is op de hoogte gebracht dat Israël op 29 juni weer acht Palestijnen deporteerde.
  • Is erg bezorgd over de situatie in de bezette Palestijnse Gebieden.
  • Herinnert aan de Vierde Geneefse Conventie; de artikelen °47 en °49 in het bijzonder.
  1. Betreurt het verderzetten van de deportatie van Palestijnse burgers.
  2. Roept Israël op de gedeporteerden te laten terugkeren en af te zien van verdere deportaties.
  3. Bevestigt dat de Vierde Geneefse Conventie van toepassing is op de bezette gebieden.
  4. Besluit de situatie te volgen.