Roosjessteenbreek

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Roosjessteenbreek
Roosjessteenbreek
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Geavanceerde tweezaadlobbigen
Orde:Saxifragales
Familie:Saxifragaceae (Steenbreekfamilie)
Geslacht:Saxifraga (Steenbreek)
Soort
Saxifraga rosacea
Moench (1794)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Roosjessteenbreek op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De roosjessteenbreek (Saxifraga rosacea) is een overblijvende plant, die behoort tot de steenbreekfamilie. De soort komt van nature voor in West- en Centraal-Europa, IJsland, de Faeröer, Groenland. De Rijnse steenbreek (Saxifraga rosacea subsp. sternbergii (Willd.) Kerguélen & Lambinon (syn.: Saxifraga rosacea Moench subsp. sponhemica (C.C. Gmelin) D.A. Webb, Saxifraga rosacea subsp. sternbergii (Willd.) Kerguélen & Lambinon) komt van nature voor in Oost-Frankrijk, West-Duitsland, Tsjechië, Polen en in Wallonië. Het aantal chromosomen is 2n = 32, 48, 50, 52, 56, 64 of 66.

De polvormende plant wordt 5-20 cm hoog, vormt een bladrozet en tot 10 cm lange uitlopers. De met klierharen bezette stengels zijn liggend met later rechtopstaande of rechtopgaande, niet-bloeiende zijscheuten. De bladeren van de niet-bloeiende zijscheuten zijn duidelijk gesteeld en veerspletig met drie tot vijf punten. De uiteinden zijn stomp tot puntig en zijn alleen bij de Rijnse steenbreek stekelpuntig. Het blad is 7-15 mm lang en 6-20 mm breed.

De roosjessteenbreek bloeit vanaf mei tot in juli met witte bloemen. De bloeiwijze bestaat uit 2-9 bloemen. De kelkbladen zijn 2-4 mm lang. De kroonbladen zijn 3-4 keer zo lang als de kelkbladen. De meeldraden zijn half zo lang als de kroonbladen.

De vrucht is een eivormige tot bijna bolvormige doosvrucht.

De roosjessteenbreek groeit in rotsspleten en op puin, maar minder op muren. Het geeft de voorkeur aan een vochtige tot matig droge, kalkrijke bodem.

Cultivars[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn cultivars met roze of roodpaarse bloemen.

Ondersoorten[bewerken | brontekst bewerken]

In Europa worden de volgende ondersoorten onderscheiden[1]:

  • Saxifraga rosacea subsp. hartii (D.A.Webb) D.A.Webb; komt alleen voor op de Araneilanden in Noordwest-Ierland en heeft het aantal chromosomen van 2n = 50
  • Saxifraga rosacea Moench subsp. rosacea; komt in Europa alleen voor in Noordwest-Europa, in Oost-Frankrijk en in Duitsland en heeft het aantal chromosomen van 2n = 48, 52 of 56
  • Saxifraga rosacea subsp. steinmannii (Tausch) Holub; komt alleen voor in de centrale Elbe-vallei in Tsjechië en heeft het aantal chromosomen van 2n = 52, ongeveer 56 of 66
  • Saxifraga rosacea subsp. sternbergii (Willd.) Kerguélen & Lambinon (syn.: Saxifraga rosacea subsp. sponhemica (C.C. Gmelin) D.A. Webb, S. cespitosa subsp. sponhemica (C.C. Gmelin) Bonnier & Layens) (Rijnse steenbreek); komt alleen voor in België, in Oost-Frankrijk, West-Duitsland, Tsjechië en Polen en heeft het het aantal chromosomen van 2n = 52.[2]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Saxifraga rosacea van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Wikispecies heeft een pagina over Saxifraga rosacea.