Slofhak
Slofhak | |||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||||||
Anthoxanthum aristatum Boiss. (1842) | |||||||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||||||
Slofhak op Wikispecies | |||||||||||||||||||||||
|
Slofhak of slofhakken (Anthoxanthum aristatum, synoniem: Anthoxanthum puelii) is een eenjarige plant, die behoort tot de grassenfamilie (Poaceae). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als vrij zeldzaam en zeer sterk afgenomen. Het aantal chromosomen is 2n = 10.[1] De plant komt van nature voor in Eurazië. Slofhak heeft in tegenstelling tot gewoon reukgras (Anthoxanthum odoratum) een scherpe, niet zo aangename geur.
De sterk uitstoelende plant wordt 4–40 cm hoog. De geknikt opstijgende stengels zijn aan de voet sterk vertakt. De bladeren zijn 0,8–6 cm lang en 1–5 mm breed. De onderste bladscheden zijn op de schedemond na kaal. Het tot 3 mm lange tongetje (ligula) is spits.
Slofhak bloeit van mei tot juli. De bloeiwijze is een langwerpige, min of meer losbloemige, 1 tot 4 cm lange aarpluim. Een aartje bestaat uit twee steriele bloempjes met daarboven een fertiel bloempje. Het onderste, 6 mm lange kelkkafje van het aartje is kaal en het tweede, 8 mm lange kelkkafje heeft een meestal stekelpuntige top. Het tweede paar kelkkafjes heeft lange kafnaalden, is zonder de kafnaalden 3 mm lang en is wel behaard. De kroonkafjes zijn zeer klein en ongeveer 1,5 mm lang. De bleekgele helmknoppen zijn 2,5-3,5 mm lang. De stamper heeft twee stempels.
De vrucht is een 0,7 mm langeen 0,4 mm brede graanvrucht.
-
Herbarium exemplaar
-
Tongetje
-
Aarpluim
-
Vruchten
Ecologie en verspreiding
Slofhak geeft de voorkeur aan open, zonnige, droge en zure, stikstofarme, matig voedselarme tot matig voedselrijke, kalk- en humusarme zandgrond. Dit eenjarige gras groeit in graanakkers (voornamelijk roggeakkers), op omgewerkte plaatsen in bermen en braakliggende grond, op ruderale plaatsen en bouwterreinen, in perken en schrale weilanden en verder langs spoorwegen en stortplaatsen, op industrie- en haventerreinen. De plant stamt oorspronkelijk uit Zuidwest-Europa en Noord-Afrika en is tegenwoordig in grote delen van West-Europa ingeburgerd zodat Nederland nu geheel binnen dit deel van de verspreiding valt. De soort, waarvan de eerste vondst in 1837 is gedaan, is thans plaatselijk nog vrij algemeen in Gelderland en Overijssel, vrij zeldzaam in Midden- en Noordoost-Nederland, zeldzaam in Noord-Brabant en Limburg en elders zeer zeldzaam. De soort is zeer sterk achteruit gegaan met de teloorgang van de roggeteelt. Ze verschilt o.a. van het sterk gelijkende gewoon reukgras door de, al bij de voet sterk vertakte stengels.[2]
Externe links
- Slofhak (Anthoxanthum aristatum) verspreiding in Nederland, volgens NDFF Verspreidingsatlas
- Slofhak (Anthoxanthum aristatum) op SoortenBank.nl (gearchiveerd) (gebaseerd op de Heukels23, dit is de voorlaatste uitgave)
- Slofhak op Wilde planten
- (fr) Anthoxanthum aristatum op Tele Botanica