Brandweer: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Mexicano (overleg | bijdragen)
Versie 15158045 van 62.45.98.130 (overleg) ongedaan gemaakt.
Regel 28: Regel 28:


==De brandweerman/-vrouw==
==De brandweerman/-vrouw==
Gedurende [[decennium|decennia]] werd het brandweervak uitsluitend door [[man (geslacht)|mannen]] uitgeoefend. Vooral de laatste 10 jaar is daar verandering in gekomen en maken ook [[vrouw]]en deel uit van de korpsen. Het beroep brandweerman kennen we in twee verbanden: [[vrijwillige brandweer|vrijwilliger]] en beroeps.
Ge meneer van duren de [[decennium|decennia]] werd het brandweervak uitsluitend door [[man (geslacht)|mannen]] uitgeoefend. Vooral de laatste 10 jaar is daar verandering in gekomen en maken ook [[vrouw]]en deel uit van de korpsen. Het beroep brandweerman kennen we in twee verbanden: [[vrijwillige brandweer|vrijwilliger]] en beroeps.


===Vrijwillige brandweer===
===Vrijwillige brandweer===

Versie van 26 jan 2009 15:49

Brandweer bij een brand.
Brandkraan bij de Huisvuilcentrale in Alkmaar.
Brandweerlieden tijdens een oefening.
Nederlandse brandweerlieden tijdens een oefening in Sint Anthonis.
Brandweerkazerne in Haren.

De brandweer is de instantie die zich bezighoudt met het redden van mens en dier en het voorkomen en bestrijden van brand. Tot haar taken behoren ook voorlichting, controle op preventieve maatregelen, brandbestrijding en rampenbestrijding. Ook wateroverlast en overlast ten gevolge van wespenplagen en dergelijke neemt zij in sommige gemeenten voor haar rekening.

De Nederlandse brandweer beschikt over een wagenpark dat signaalrood van kleur is (kleurcode RAL 3000). Daarnaast zijn de voertuigen voorzien van BZK-Striping, die in het leven is geroepen om de herkenbaarheid van de verschillende hulpverleningsdiensten te vergroten. De voertuigen van de brandweer zijn uitgerust met blauw zwaailicht en twee-tonige hoorn.

Het wagenpark van de Belgische brandweer is eveneens rood (RAL 3020 of equivalent) en is voorzien van vergelijkbare BVV-striping.

De heldenmoed van brandweerlieden spreekt velen tot de verbeelding. Hun schijnbare onverschrokkenheid om soms levensgevaarlijke situaties te trotseren, maakt hen bij het ruime publiek gerespecteerd. De maatschappelijke dienstverlening van de brandweer wordt door de bevolking zeer gewaardeerd, hoewel de overheidsbezuinigingen ook hier doordringen en hogere efficiëntie wordt afgedwongen. Uitingen van respect en sympathie voor de brandweer vinden we vooral bij rampen, zoals de vuurwerkramp in Enschede, de aanslagen van de 11e september in New York, of de gasexplosie van 29 juli 2004 te Ghislenghien.

Organisatie

De brandbestrijding is in Nederland en België van oudsher een taak van de gemeentebesturen. Dit is in Nederland dan ook vastgelegd in de Brandweerwet van 1985. Vrijwel alle gemeenten beschikken dan ook over een eigen brandweerkorps, waarvan de grootte afhankelijk is van de omvang en het brandrisico van de gemeente. Gemeentelijke brandweerkorpsen werken samen in 25 "regionale brandweren" (Nederland) of "brandweerzones" (België). Op deze manier kunnen ze bepaalde taken efficiënter uitvoeren. Regionale brandweren richten zich primair op de voorbereiding van de rampenbestrijding, en kunnen bij grote incidenten en rampen snel over voldoende mensen en middelen beschikken, door middel van een regionale alarmcentrale (RAC) of HC100 (hulpcentrum 100) in België.

De brandweer heeft een strakke, hiërarchische commandostructuur. Dit stelt een brandweerkorps in staat samen te werken met andere brandweerkorpsen, of met andere instanties zoals politie en ambulancedienst.

Een dringende oproep voor de brandweer kan men in veel Europese landen doen via het alarmnummer 112.

De brandweerman/-vrouw

Ge meneer van duren de decennia werd het brandweervak uitsluitend door mannen uitgeoefend. Vooral de laatste 10 jaar is daar verandering in gekomen en maken ook vrouwen deel uit van de korpsen. Het beroep brandweerman kennen we in twee verbanden: vrijwilliger en beroeps.

Vrijwillige brandweer

Met name in de kleine en middelgrote gemeenten is bijna altijd sprake van een vrijwillige brandweer. Ruim 80 procent van de 27.100 brandweerlieden in Nederland is vrijwilliger en doet het brandweerwerk als bijtaak. Vaak mag deze van de werkgever het werk verlaten wanneer hij of zij opgeroepen wordt voor een dringende interventie. In deze gevallen wordt van een vrijwilliger verwacht dat hij of zij binnen 2 tot 3 minuten na alarmering in de kazerne is. Veelal wordt er met piketregelingen gewerkt om de opkomst van een volledige bemanning te kunnen garanderen. Vanwege de opkomende regionalisering en zich onvoldoende vertegenwoordigd te voelen door de Nederlandse Vereniging voor Brandweer en Rampenbestrijding (NVBR) is in november 2006 een initiatief gestart om de Nederlandse Brandweer Vrijwilligers te verenigen. Op 20 december 2007 is dit initiatief uitgegroeid tot een vereniging met rechtspersoonlijkheid en noemt zichzelf Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers. De doelstelling van deze vereniging is om actief mee te werken aan de ontwikkeling van het brandweervak, de belangen te behartingen van de brandweervrijwilligers op landelijk, regionaal en lokaal niveau en als laatste de brandweervrijwilliger te behouden als belangrijk bijdrage voor de samenleving.

Beroepsbrandweer

Beroepskorpsen vindt men alleen in grote steden of bijzondere gebieden zoals Europoort. Een dienst wordt volledig in en om de kazerne doorgebracht in afwachting van een oproep. Gedurende deze uren vindt het onderhoud aan materiaal en kazerne plaats, wordt oefening en studie gedaan en worden rusturen ingelast. Uiteraard heeft een alarmoproep de hoogste prioriteit.

Beroepsmensen werken vaak in een rooster van 24 uur dienst en 48 uur vrijaf of een 12/24/12/48 uren schema (12 op; 24 af; 12 op; 48 af). Tijdens de nacht rust een beroepsbrandweerman of -vrouw in een rustverblijf in de kazerne, deze tijd maakt dan ook gewoon deel uit van de werktijd. De traditionele "24 uur op en 48 uur af" resulteerde in een (gemiddeld) 56 urige werkweek. Volgens Europese regelgeving mag een werkweek echter niet langer dan 48 uur zijn. In 2007 werd daarom de werkweek van de brandweerlieden aangepast zodat er maximaal 48 uur per week gewerkt wordt, waarbij de mensen met een 56-urig arbeidscontract nog wel het zelfde salaris behouden. Voor de werkgevers betekent dit dat er sinds 2007 meer brandweermensen nodig zijn om de kazernes te bemannen.

Opleiding

Een deel van de aspirant-brandweerlieden is afkomstig van de jeugdbrandweer. De beroeps- en de vrijwillige brandwacht ondergaan dezelfde opleiding(en). Er zijn verschillende rangen waaraan bepaalde opleidingsverplichtingen zijn gekoppeld. Het diploma brandwacht (tegenwoordig manschap) bijvoorbeeld bestaat uit de modules repressie, persoonlijke bescherming en levensreddende handelingen. De combinatie leidt tot het diploma. Daarna kan men brandwacht 1e klasse (tegenwoordig manschap 1)en hoofdbrandwacht worden (De rang hoofdbrandwacht zal in de nabije toekomst mogelijk verdwijnen). Daarna onderbrandmeester en brandmeester etc. Ter indicatie; de opleiding tot onderbrandmeester (bevelvoerder) vergt voor vrijwilligers circa vijf jaar. Een manschap leert hoofdzakelijk blussen, een manschap 1 technische hulpverlening (van het knippen in auto's tot het heffen van een last tot het omzagen van een boom). Een onderbrandmeester is bevelvoerder (leidinggevende) op een Tankautospuit en geeft leiding aan 5 tot 7 personen

De opleiding tot brandweerofficier vindt in Nederland centraal plaats aan het Nederlands Instituut voor Fysieke Veiligheid/NIBRA te Arnhem. Hierbij is een HBO of VWO opleiding een vereiste. Voorheen werden kandidaten fulltime in 18 maanden opgeleid en getraind tot incidentmanager. Door het fulltime karakter van dit onderwijs was het niet mogelijk hier een baan naast te hebben. Deze fulltime opleiding is vervangen door competentiegericht onderwijs, de zogenaamde leergangen. Een typische leergang duurt circa 35 weken en kost de cursist 1-2 dagen per week.

In België heeft elke provincie zijn opleidingscentrum voor hulpdiensten. Ook de indeling van de opleidingen is niet gelijklopend met Nederland, de typische brandweerbenamingen worden hier vervangen door de militaire termen. Men begint als Brandweerman waarna men via Korporaal en Sergeant kan deelnemen aan de cursussen voor Adjudant. In het ideale geval kan deze cursus gestart worden 9 jaar na inschrijving voor de cursus Brandweerman. Verder zijn er nog de Officierenopleidingen: Officier, crisissituatiebeheer en Dienstchef. Los van de hiërarchische structuur, is er de opleiding Brandvoorkoming die onder andere noodzakelijk is om toegelaten te worden tot alle Officierenopleidingen.

Bedrijfsbrandweer

Luchthavens en de grotere industrieën beschikken over een eigen bedrijfsbrandweer. De bedrijfsbrandweer is opgeleid overeenkomstig de overheidsbrandweer, maar is gespecialiseerd in hun bedrijf. Ze hebben een goede kennis van hun verzorgingsgebied en de specifieke gevaren. Bedrijfsbrandweren verlenen vaak ook bijstand aan de lokale of regionale brandweer als dit nodig is. In Nederland zijn veel bedrijfsbrandweren min of meer geïntegreerd in de regionale brandweer gelijk aan gemeentelijke korpsen. In het Rotterdamse Europoort gebied zijn veel bedrijven gevestigd die een bedrijfsbrandweer nodig hebben. Deze bedrijven hebben zich samen met de gemeente Rotterdam en Rozenburg en het gemeentelijk havenbedrijf verenigd in het "Openbaar Lichaam Gezamenlijke Brandweer". Ook de Haven van Antwerpen heeft zijn eigen brandweer voor chemische bedrijven zoals BASF, Borealis,... . Een goed voorbeeld van een bedrijfsbrandweerkorps is de Feuerwehr van het chemieconcern BASF in Duitsland. Zij zijn een autoriteit op het gebied van brandbestrijding in chemische installaties en passen hun expertise internationaal toe.

Een tankautospuit, het werkpaard van de brandweer
Hoogwerker
Blushelikopter

Materieel

Brandweervoertuigen die door de brandweer worden ingezet voor brandbestrijding en hulpverlening zijn:

  • Materieel voor blussing
    • Blusboot (BRV)
    • Tankautospuit (TS) -Half Zware Autopomp of HAP in België- dit kan bijvoorbeeld hoge druk/lage druk, alleen hoge druk of alleen lage druk zijn
    • Schuimbluswagen (SB)
    • Crashtender (CT) op vliegvelden
    • Tankwagens (TW) (In België)
  • Ondersteunende voertuigen
    • (Technisch) Hulpverleningsvoertuig (HV) - Snelle hulpwagens en/of materiaalwagens in België
    • Autoladder (AL), deze wordt thans in veel plaatsen vervangen door de
    • Hoogwerker (HW)
    • Diverse soorten aanhangers (pomp, hulpverlening, waterkanon, poeder etc.)
    • Dienstauto (DA) voor bijvoorbeeld de Commandant, Officier van Dienst of de afdeling preventie
    • Manschappenwagen/Materieelwagen (PM of GM)
    • Verbindings- en Commandovoertuig (VC), in België CP-OPS
  • Specialistische voertuigen (vaak maar niet altijd in beheer bij de Regionale brandweer)
    • Haakarmvoertuig met Haakarmbakken (ontsmettingscontainer, ademluchtcontainer, verbindingscontainer, ... )
    • Snel Interventie Voertuig (of Engels: Rapid Intervention Vehicle) of SNAP (B)
    • Compressed Air/Foam System voertuig
    • Tankwagens (TW) (In Nederland)
  • Blusboten

In België, maar ook in Duitsland, beschikt de brandweer vaak ook over Ambulancevoertuigen.

Externe links

Zie de categorie Brandweer van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.