Gérard Romsée: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pompidombot (overleg | bijdragen)
Pokbot (overleg | bijdragen)
k robot Erbij: fr:Gérard Romsée
Regel 22: Regel 22:
[[Categorie:Persoon binnen de Vlaamse Beweging]]
[[Categorie:Persoon binnen de Vlaamse Beweging]]
[[Categorie:Belgisch collaborateur in de Tweede Wereldoorlog]]
[[Categorie:Belgisch collaborateur in de Tweede Wereldoorlog]]

[[fr:Gérard Romsée]]

Versie van 1 nov 2010 18:53

Gérard Lambert Marie Ghislain Romsée (Guigoven, 11 oktober 1901- Sint-Pieters-Woluwe, 14 april 1975) was een Vlaams politicus.[1] Na het begin van de Tweede Wereldoorlog werd hij Gouverneur van Limburg. In april 1941 werd hij benoemd tot secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid. Zo behoorde hij tijdens de Duitse bezetting tot het Comité van de secretarissen-generaal, die in afwezigheid van de Belgische regering feitelijk het land bestuurden. Na de oorlog werd hij veroordeeld wegens collaboratie.

Levensloop

Romsée werd in 1901 in een welgestelde herenboerenfamilie geboren in het Zuid-Limburgse Guigoven. Aanvankelijk was Romseé belgicist en francofiel: zijn familie langs vaderskant was afkomstig van Luik, terwijl zijn moeder stamde uit een rijke familie van grootgrondbezitters. Zoals in veel rijke families in die tijd was de voertaal thuis Frans en de familie was uitgesproken belgicistisch en koningsgezind. Zoals zijn broers werd hij tot zijn twaalfde door een huisleraar onderricht.

Op het O.L.V-college van Tongeren was Romsée een van de mede-oprichters van het belgicistische jongensclubje De zwarte hand. Pas als vijftienjarige werd hij flamingant onder invloed van Vlaamsgezinde priester-leraars. In 1920 begon hij zijn studies rechten en Thomistische wijsbegeerte aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij werd lid van enkele Vlaamsgezinde studentenverenigingen, waaronder het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond, en ijverde voor het recht op onderwijs in het Nederlands. Confrontaties met Walen en belgicisten liepen uit op vechtpartijen en Romsée werd van de universiteit gegooid. Dit voorval betekende ook de breuk met het thuisfront. Via de centrale examencommissie kon Romsée toch afstuderen, weliswaar met de financiële steun van gelijkgestemde geestelijken en van de Boerenbond. Hij behaalde een doctorstitel in de rechten en een licentie in de wijsbegeerte.

Op 26 mei 1929 wordt hij verkozen voor de Limburgse Katholieke Vlaamsche Volkspartij. Deze partij huldigt een uitgesproken katholiek standpunt, zweert bij een federalistische staatshervorming en verwerpt Groot-Nederland. De KVVL groeit vanaf 1936 uit tot de tweede partij in Limburg. Romsée wordt zo een van de topfiguren in de Vlaams-Nationale beweging. Pas dan stuurt Romsée haar een extreem-rechtse richting in. Hij spreekt zich uit voor de Nieuwe Orde en een corporatief georganiseerde samenleving. De Katholieke Vlaamsche Volkspartij wordt eind jaren dertig opgeslorpt door het VNV van Staf de Clercq, Romsée wordt VNV-fractieleider en lid van de Raad van Leiding van de partij. Hij werd toen door buitenstaanders beschouwd als behorende tot de gematigde strekking binnen het VNV.

In de zomer van 1940, na de Achttiendaagse veldtocht, speelt Gerard Romsée namens het VNV een rol in pogingen om een nieuw autoritair staatsmodel en een nieuwe regering te vormen, al dan niet onder leiding van koning Leopold III. In augustus 1940 wordt hij gouverneur van Limburg en in april 1941 secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid. Als dusdanig is hij tijdens de bezetting één van de belangrijkste figuren van de machtsgreep van de Nieuwe Orde in België. Formeel neemt hij vanaf 1940 afstand van het VNV, alhoewel hij nooit ontslag nam uit de partij. In de praktijk is zijn beleid er sinds 1940 op gericht geweest een nationaal-socialistische Nieuwe Orde te vestigen en wordt hij vanaf zijn benoeming in 1941 beschouwd als een belangrijk vertegenwoordiger van het VNV.[2]

Begin september 1944 vlucht Romsée naar Oostenrijk. In mei 1945 komt hij terug naar België. Hij wordt veroordeeld tot de doodstraf, maar deze werd omgezet in levenslange opsluiting. In 1948 wordt hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig jaar. Zes jaar later komt hij vervroegd vrij en op 22 juni 1966 krijgt hij eerherstel. Zijn broer Paul werd tijdens de bevrijdingsdagen van september 1944 zonder vorm van proces, samen met vier andere collaborateurs, voor het vuurpeloton gebracht en doodgeschoten op het binnenplein van de gevangenis van Tongeren. [3] [4] [5].

Na de oorlog speelde Romsée geen rol meer in de politiek of de Vlaamse beweging. Hij bleef wel contact houden met andere voormalige VNV-verkozenen.

Kleindochter Marie-Pierre Moulin-Romsee (1973), tandarts uit Lommel, was kandidaat op de lijsten van de N-VA voor het Vlaams Parlement in 2009 en voor de senaat in 2010. Zij verklaarde hierbij dat ze sedert enkele jaren het politieke engagement van haar grootvader wil verder zetten: "Vlaanderen moet vandaag nog steeds haar vrijheden en rechten afkopen via financiële compensaties. De gezondheidszorg in ons land heeft nood aan een grondige hervorming. Daar wil ik me in het bijzonder op focussen”,