Meten: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
veel vierkante haken |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Bestand:water_temperature_amp_oil_pressure.jpg|right|thumb|100px|Diverse meters]] |
[[Bestand:water_temperature_amp_oil_pressure.jpg|right|thumb|100px|Diverse meters]] |
||
'''Meten''' in strikte zin is de vertaling van een waargenomen ''grootheid'' naar een relevante ''[[eenheid (algemeen)|eenheid]]''. Soms gebruikt men voor een meting een instrument. Meting is niet beperkt tot [[natuurkundige grootheid|natuurkundige grootheden]], maar strekt zich uit tot een beschrijving van |
'''Meten''' in strikte zin is de vertaling van een waargenomen ''grootheid'' naar een relevante ''[[eenheid (algemeen)|eenheid]]''. Soms gebruikt men voor een meting een [[meetgereedschap|instrument]]. Meting is niet beperkt tot [[natuurkundige grootheid|natuurkundige grootheden]], maar strekt zich uit tot een [[kwantitatief |kwantitatieve]] beschrijving van de gehele ons omringende [[natuur (werkelijkheid)|werkelijkheid]]. Voorbeelden van meting zijn: |
||
* afstand met bijvoorbeeld een liniaal, of met |
* [[afstand]] met bijvoorbeeld een [[liniaal]], of met [[driehoeksmeting]]en |
||
* temperatuur met een thermometer |
* [[temperatuur]] met een [[thermometer]] |
||
* gewicht met een weegschaal |
* [[gewicht]] met een [[weegschaal]] |
||
* prijsstijging van producten door vraagprijzen binnen een bepaald tijdsbestek met elkaar te vergelijken. |
* [[prijsstijging]] van producten door vraagprijzen binnen een bepaald tijdsbestek met elkaar te vergelijken. |
||
* consumentenvertrouwen met behulp van een vragenlijst |
* [[consumentenvertrouwen]] met behulp van een [[vragenlijst]] |
||
* het gemiddelde inkomen met behulp van data van |
* het gemiddelde [[inkomen]] met behulp van data van [[bank]]en en/of [[werkgever]]s. |
||
* iemands gemoedstoestand met behulp van een vragenlijst |
* iemands gemoedstoestand met behulp van een [[psychologie|psychologische]] vragenlijst |
||
Bij kwantitatieve metingen wordt het resultaat in een getalwaarde uitgedrukt. Bij kwantitatieve metingen is er altijd sprake van een meetinstrument of een vooraf afgesproken schaalverdeling. Kwalitatieve waarnemingen zeggen iets over de aard van een variabele. Kwalitatieve metingen zijn meestal directe waarnemingen met een interpretatie door de waarnemer. Kwalitatieve metingen worden gedaan als er geen betrouwbare kwantificatie mogelijk is, of wanneer kwantificatie te kostbaar of te tijdrovend is en de nauwkeurigheid minder belangrijk |
Bij [[kwantitatief|kwantitatieve]] metingen wordt het resultaat in een [[getal|getalwaarde]] uitgedrukt. Bij kwantitatieve metingen is er altijd sprake van een [[meetgereedschap|meetinstrument]] of een vooraf afgesproken [[schaalverdeling]]. Kwalitatieve waarnemingen zeggen iets over de aard van een variabele. Kwalitatieve metingen zijn meestal directe waarnemingen met een interpretatie door de waarnemer. Kwalitatieve metingen worden gedaan als er geen betrouwbare [[kwantitatief|kwantificatie]] mogelijk is, of wanneer kwantificatie te kostbaar of te tijdrovend is en de nauwkeurigheid minder belangrijk. |
||
== Hulpmiddelen == |
== Hulpmiddelen == |
||
Voor het meten van grootheden is het gebruik van de juiste meetapparatuur en kennis van |
Voor het meten van grootheden is het gebruik van de juiste meetapparatuur en kennis van [[meetmethode]]n noodzakelijk. Een wezenlijk aspect hiervan een schatting te kunnen maken van de ''meetfout''. Een gemeten waarde is namelijk nooit exact gelijk gelijk aan de werkelijke waarde van de gemeten grootheid (maat). |
||
Om metingen te kunnen vergelijken is er een internationale afspraak gemaakt over te gebruiken eenheden: het [[SI-stelsel]]. |
Om metingen te kunnen vergelijken is er een internationale afspraak gemaakt over te gebruiken eenheden: het [[SI-stelsel]]. |
||
Regel 30: | Regel 30: | ||
Deze kan betrekking hebben op: |
Deze kan betrekking hebben op: |
||
* Maten |
* Maten |
||
* |
* Hoeken |
||
* Vorm- en |
* Vorm- en plaats[[meetonzekerheid|tolerantie]]s |
||
* Oppervlakteruwheid |
* [[tribologie|Oppervlakteruwheid]] |
||
In het algemeen zullen het lengte en |
In het algemeen zullen het lengte- en [[hoekmeting]]en zijn. Immers de [[diameter|dwarsdoornede]] van een [[as]] of van een gat is evenzeer een lengte als bijvoorbeeld de afstand tussen twee gaten. |
||
Er zijn voor de metingen uiteraard wel verschillende meetgereedschappen nodig. Meten kan geschieden met aanwijzende en niet aanwijzende meetgereedschappen. De laatste, ook wel |
Er zijn voor de metingen uiteraard wel verschillende meetgereedschappen nodig. Meten kan geschieden met aanwijzende en niet aanwijzende meetgereedschappen. De laatste, ook wel [[pasmiddel]]en genoemd, zijn bedoeld voor: |
||
"Meting" |
"Meting" |
||
* instelling |
* instelling |
||
* kalibratie |
* [[kalibreren|kalibratie]] |
||
De voor "meting" bedoelde pasmiddelen geven geen beeld van de aard en de kwaliteit. Zij geven slechts een goed /fout indicatie. Pas bij afkeur is gekend of er te groot of te klein is geproduceerd. |
De voor "meting" bedoelde pasmiddelen geven geen beeld van de aard en de kwaliteit. Zij geven slechts een goed /fout indicatie. Pas bij afkeur is gekend of er te groot of te klein is geproduceerd. |
||
Regel 44: | Regel 44: | ||
Kortweg: met kalibers wordt niet gemeten. |
Kortweg: met kalibers wordt niet gemeten. |
||
Eindmaten en |
[[eindmaat|Eindmaten]] en [[instelring]]en mogen alleen worden gebruikt om ander gereedschap in te stellen. Het zijn geen kalibers! |
||
Bij aanwijzende meetgereedschappen krijgen wij een meetwaarde. Dat kan een absolute waarde zijn, maar ook een relatieve ten opzichte van een eindmaat. Om een waarde te kunnen afgeven, bezitten de instrumenten een ingebouwde maatstandaard. Om een kleine waarde goed te kunnen aflezen, wordt een "vergrotingssysteem" ingebouwd (mechanisch, optisch, pneumatisch of elektronisch). |
Bij aanwijzende meetgereedschappen krijgen wij een meetwaarde. Dat kan een absolute waarde zijn, maar ook een relatieve ten opzichte van een eindmaat. Om een waarde te kunnen afgeven, bezitten de instrumenten een ingebouwde [[maatstandaard]]. Om een kleine waarde goed te kunnen aflezen, wordt een "vergrotingssysteem" ingebouwd (mechanisch, optisch, pneumatisch of elektronisch). |
||
Dat hierbij gemakkelijk fouten kunnen gaan optreden, zal weinig betoog behoeven. Speling in een meetklok is een mechanisch euvel, maar ook bij andere systemen komen dergelijke problemen voor. |
Dat hierbij gemakkelijk fouten kunnen gaan optreden, zal weinig betoog behoeven. [[Speling]] in een meetklok is een mechanisch euvel, maar ook bij andere systemen komen dergelijke problemen voor. |
||
Gemeten waarden kunnen analoog (aanwijzend op een schaal) of digitaal (met cijfers) worden weergegeven. |
Gemeten waarden kunnen analoog (aanwijzend op een [[schaalverdeling|schaal]]) of digitaal (met cijfers) worden weergegeven. |
||
Het meetresultaat kan ook op papier worden vastgelegd. Dit wordt bijvoorbeeld vaak gedaan bij |
Het meetresultaat kan ook op papier worden vastgelegd. Dit wordt bijvoorbeeld vaak gedaan bij ruwheidsmetingen en rondheidsmetingen. Ook kan dat analoog – met een lijn op een papier met een schaalverdeling – of digitaal – door een getal of een reeks getallen (o.a. machines). |
||
Voor meten is vaak een meetopstelling noodzakelijk; dan is hulpmeetapparatuur onmisbaar |
Voor meten is vaak een meetopstelling noodzakelijk; dan is hulpmeetapparatuur onmisbaar: dat zijn [[referentievlak]]ken ([[vlakplaat|vlakplaten]]), verder bevestiging- en ondersteuningsmiddelen voor het product ([[centerbok]]ken, [[v-blok]]ken, [[parallelstuk]]ken) en ten slotte de hulpmiddelen voor bevestiging en positionering van de meetopnemer (meet[[statief]] met of zonder referentievlak). Bedenk dat deze hulpmiddelen mede de nauwkeurigheid van een meting bepalen. |
||
== Trivia == |
== Trivia == |
Versie van 17 okt 2016 18:22
Meten in strikte zin is de vertaling van een waargenomen grootheid naar een relevante eenheid. Soms gebruikt men voor een meting een instrument. Meting is niet beperkt tot natuurkundige grootheden, maar strekt zich uit tot een kwantitatieve beschrijving van de gehele ons omringende werkelijkheid. Voorbeelden van meting zijn:
- afstand met bijvoorbeeld een liniaal, of met driehoeksmetingen
- temperatuur met een thermometer
- gewicht met een weegschaal
- prijsstijging van producten door vraagprijzen binnen een bepaald tijdsbestek met elkaar te vergelijken.
- consumentenvertrouwen met behulp van een vragenlijst
- het gemiddelde inkomen met behulp van data van banken en/of werkgevers.
- iemands gemoedstoestand met behulp van een psychologische vragenlijst
Bij kwantitatieve metingen wordt het resultaat in een getalwaarde uitgedrukt. Bij kwantitatieve metingen is er altijd sprake van een meetinstrument of een vooraf afgesproken schaalverdeling. Kwalitatieve waarnemingen zeggen iets over de aard van een variabele. Kwalitatieve metingen zijn meestal directe waarnemingen met een interpretatie door de waarnemer. Kwalitatieve metingen worden gedaan als er geen betrouwbare kwantificatie mogelijk is, of wanneer kwantificatie te kostbaar of te tijdrovend is en de nauwkeurigheid minder belangrijk.
Hulpmiddelen
Voor het meten van grootheden is het gebruik van de juiste meetapparatuur en kennis van meetmethoden noodzakelijk. Een wezenlijk aspect hiervan een schatting te kunnen maken van de meetfout. Een gemeten waarde is namelijk nooit exact gelijk gelijk aan de werkelijke waarde van de gemeten grootheid (maat).
Om metingen te kunnen vergelijken is er een internationale afspraak gemaakt over te gebruiken eenheden: het SI-stelsel.
De invloeden voor het ontstaan van afwijkingen (fouten) zijn:
- Meetobject
- Meetinstrument
- De mens
- De meetomstandigheden
- bij metingen aan zeer kleine deeltjes: kwantummechanische onzekerheid
De techniek gaat steeds verder en de eisen worden steeds hoger. De klant en de ontwerper van een product bepalen de vorm en nauwkeurigheid.
De maker zal aan die eisen moeten voldoen. Daarom is het belangrijk om te weten hoe je de maten en vorm moet meten.
Geometrische meettechniek
Deze kan betrekking hebben op:
- Maten
- Hoeken
- Vorm- en plaatstoleranties
- Oppervlakteruwheid
In het algemeen zullen het lengte- en hoekmetingen zijn. Immers de dwarsdoornede van een as of van een gat is evenzeer een lengte als bijvoorbeeld de afstand tussen twee gaten. Er zijn voor de metingen uiteraard wel verschillende meetgereedschappen nodig. Meten kan geschieden met aanwijzende en niet aanwijzende meetgereedschappen. De laatste, ook wel pasmiddelen genoemd, zijn bedoeld voor: "Meting"
- instelling
- kalibratie
De voor "meting" bedoelde pasmiddelen geven geen beeld van de aard en de kwaliteit. Zij geven slechts een goed /fout indicatie. Pas bij afkeur is gekend of er te groot of te klein is geproduceerd.
Kortweg: met kalibers wordt niet gemeten.
Eindmaten en instelringen mogen alleen worden gebruikt om ander gereedschap in te stellen. Het zijn geen kalibers!
Bij aanwijzende meetgereedschappen krijgen wij een meetwaarde. Dat kan een absolute waarde zijn, maar ook een relatieve ten opzichte van een eindmaat. Om een waarde te kunnen afgeven, bezitten de instrumenten een ingebouwde maatstandaard. Om een kleine waarde goed te kunnen aflezen, wordt een "vergrotingssysteem" ingebouwd (mechanisch, optisch, pneumatisch of elektronisch). Dat hierbij gemakkelijk fouten kunnen gaan optreden, zal weinig betoog behoeven. Speling in een meetklok is een mechanisch euvel, maar ook bij andere systemen komen dergelijke problemen voor.
Gemeten waarden kunnen analoog (aanwijzend op een schaal) of digitaal (met cijfers) worden weergegeven.
Het meetresultaat kan ook op papier worden vastgelegd. Dit wordt bijvoorbeeld vaak gedaan bij ruwheidsmetingen en rondheidsmetingen. Ook kan dat analoog – met een lijn op een papier met een schaalverdeling – of digitaal – door een getal of een reeks getallen (o.a. machines).
Voor meten is vaak een meetopstelling noodzakelijk; dan is hulpmeetapparatuur onmisbaar: dat zijn referentievlakken (vlakplaten), verder bevestiging- en ondersteuningsmiddelen voor het product (centerbokken, v-blokken, parallelstukken) en ten slotte de hulpmiddelen voor bevestiging en positionering van de meetopnemer (meetstatief met of zonder referentievlak). Bedenk dat deze hulpmiddelen mede de nauwkeurigheid van een meting bepalen.
Trivia
Een onder technici bekende uitspraak is: "Meten is weten". Hiermee wordt gewezen op het grote belang van het uitvoeren van metingen voor het beschikbaar maken van concrete, feitelijke informatie. Een enkele keer wordt daaraan toegevoegd: "... maar alleen als je weet wat je meet", om te benadrukken dat het interpreteren van metingen niet altijd eenvoudig is.