Stauroliet
Stauroliet | ||||
---|---|---|---|---|
Mineraal | ||||
Chemische formule | (Fe2+,Mg)2Al9(Si,Al)4O20(O,OH)4 | |||
Kleur | Bruingeel, bruinzwart, donkerbruin of roodbruin | |||
Streepkleur | Grijs | |||
Hardheid | 7 - 7,5 | |||
Gemiddelde dichtheid | 3,71 kg/dm3 | |||
Glans | Dof | |||
Opaciteit | Doorschijnend tot opaak | |||
Splijting | [010] Duidelijk | |||
Kristaloptiek | ||||
Kristalstelsel | Monoklien | |||
Lijst van mineralen | ||||
|
Het mineraal stauroliet is een bruin tot bruinzwart ijzer-magnesium-aluminium-nesosilicaat met de chemische formule (Fe2+,Mg)2Al9(Si,Al)4O20(O,OH)4. Het is een opvallend mineraal omdat het vaak te vinden is als twee in een kruisvorm met elkaar vergroeide kristallen, wat ook wel een tweeling genoemd wordt.
Eigenschappen[bewerken | brontekst bewerken]
De hardheid van het mineraal is 7 à 7,5 op de schaal van Mohs en de streepkleur is grijswit. Het mineraal dat in kristallen of korrelige aggregaten voorkomt is doorschijnend tot niet-doorzichtig en heeft een glasachtige tot matte glans. Het soortelijk gewicht van stauroliet is 3,5-3,6 en het heeft een monokliene kristalstructuur.
Naamgeving[bewerken | brontekst bewerken]
De naam van het mineraal stauroliet is afgeleid van de Griekse woorden stauros ("kruis") en lithos ("steen").
Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]
Stauroliet komt voor in metamorfe gesteenten en in alluviale afzettingen en is vrij zeldzaam. Het wordt onder andere gevonden in Rusland (de Oeral), de Verenigde Staten (Georgia, New Hampshire, Tennessee), Duitsland, de Alpen en Frankrijk (Bretagne).
Stauroliet is niet zeldzaam in de zandfractie van Nederlandse Kwartaire riviersedimenten. In de zware-mineraalanalyse zoals dat in Nederland bij de Rijks Geologische Dienst gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw plaatsvond, wordt het mineraal ingedeeld bij de zogenoemde stabiele groep.[1]
Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]
Bronnen, noten en/of referenties
|