Kamp Tjideng

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door De Geo (overleg | bijdragen) op 15 aug 2019 om 15:26. (onderschrift afbeelding Infobox)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Tjideng
Ingebruikname 1942
Locatie Batavia
Verantwoordelijk land Keizerrijk Japan
Gevangenen ca. 10.500
Admiraal Patterson spreekt tot krijgsgevangenen in Kamp Tjideng, 1945.

Tjideng was een Japans interneringskamp voor vrouwen en kinderen tijdens de Tweede Wereldoorlog, in het toenmalige Batavia (Nederlands-Indië).

Batavia kwam onder controle van de Japanners in 1942, en een deel van de stad werd als Kamp Tjideng gebruikt voor het interneren van Europese (vaak Nederlandse) vrouwen en kinderen. De mannen en jongens werden ondergebracht in andere kampen, vaak kampen voor krijgsgevangenen.

In eerste instantie stond Tjideng onder burgergezag, en waren de omstandigheden dragelijk. Toen echter de militairen het gezag overnamen werden privileges (zoals het zelf mogen koken, en de mogelijkheid voor kerkdiensten) al snel ingetrokken. Bezittingen moesten worden afgestaan, en tweemaal daags moesten alle gevangenen aantreden op appel, en moest er gebogen worden in de richting van Japan. Er kwam een centrale voedselvoorziening en de kwaliteit en hoeveelheid voedsel nam snel af. Honger en ziekte sloegen toe en omdat er geen medicijnen beschikbaar werden gesteld steeg het aantal dodelijke slachtoffers.

Het gebied van Kamp Tjideng werd in de loop der tijd steeds kleiner gemaakt, wat de Japanners niet weerhield om er steeds meer gevangenen onder te brengen. Waren er in eerste instantie ca. 2000 gevangenen, aan het einde van de oorlog waren er ca. 10.500, waarbij het grondgebied was teruggebracht tot een kwart van het oorspronkelijke. Elk stukje ruimte werd gebruikt voor slaapplaatsen, inclusief de keukens (er kon niet worden gekookt) en badkamers (leidingwater was niet beschikbaar). Om toch voldoende slaapplaatsen te hebben waren slaapplaatsen niet breder dan 30 centimeter.

Vanaf april 1944 stond het kamp onder commando van kapitein Kenichi Sonei, die verantwoordelijk was voor veel gruweldaden. Op 25 februari werden ongeveer 150 jongens bij de moeders weggehaald en afgevoerd.

Japanse capitulatie, 15 augustus 1945

Na de oorlog werd kapitein Sonei gearresteerd, en op 2 september 1946 ter dood veroordeeld. Het vonnis werd door een Nederlands vuurpeloton ten uitvoer gebracht in december van datzelfde jaar, nadat een verzoek tot gratie aan de Nederlandse luitenant-gouverneur-generaal Hubertus van Mook was afgewezen. Van Mooks echtgenote was een van Soneis gevangenen in Tjideng geweest.

Externe links