Walram II van Nassau
Walram II | ||
---|---|---|
Plaats uw zelfgemaakte foto hier | ||
Graaf van Nassau | ||
Regeerperiode | vóór 1251–1276 | |
Mederegent | Otto I (tot 1255) | |
Voorganger | Hendrik II ‘de Rijke’ | |
Opvolger | Adolf | |
Huis | Nassau | |
Vader | Hendrik II ‘de Rijke’ van Nassau | |
Moeder | Machteld van Gelre en Zutphen | |
Geboren | ca. 1220 | |
Gestorven | 24 januari 1276 | |
Partner | Adelheid van Katzenelnbogen | |
Religie | Katholiek | |
Wapen van de Walramse Linie |
Walram II van Nassau (ca. 1220[1][2][3][4] – 24 januari 1276[1]), Duits: Walram II. Graf von Nassau, was graaf van Nassau. Hij is de stamvader van de Walramse Linie van het Huis Nassau.
Biografie
[bewerken | brontekst bewerken]Walram was de tweede zoon van graaf Hendrik II ‘de Rijke’ van Nassau en Machteld van Gelre en Zutphen,[1][2][3][4] de jongste dochter van graaf Otto I van Gelre en Zutphen en Richardis van Beieren.[1][2][5] Walram wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde gedateerd 20 juli 1245.[1]
Walram volgde vóór 1251 zijn vader op, samen met zijn broer Otto I.[1][2][4][6][7] Ze verkregen in 1251 van rooms-koning Willem stadsrechten voor de plaats Herborn.[6]
Walram en Otto verdeelden op op 16 december 1255[noot 1] hun graafschap met de rivier de Lahn als grens. Het verdelingsverdrag staat tegenwoordig bekend als de Prima divisio. Het gebied ten zuiden van de Lahn: de heerlijkheden Wiesbaden, Idstein, de ambten Weilburg (met de Wehrholz) en Bleidenstadt, werd toegewezen aan Walram. De Burcht Nassau en onderhorigheden (Dreiherrische[noot 2]), de ambten Miehlen en Schönau[noot 3] (Klooster Schönau bij Strüth über Nastätten) alsmede het Vierherrengericht,[noot 4] de Burcht Laurenburg, de Esterau (dat in gezamenlijk bezit was met de graven van Diez) en de leengoederen in Hessen, bleven gezamenlijk bezit.[7]
Daarnaast bevatte het verdrag de verplichting voor Walram om zijn broer Otto – met alle middelen die hem ter beschikking stonden – te steunen in de Dernbachse Vete tegen Hessen, als dit geschil niet kon worden beslecht met de hulp van de koning of door andere vriendschappelijke bemiddeling.[8]
Later, wellicht reeds kort na het sluiten van het verdelingsverdrag, toonde Walram zich ontevreden met enkele bepalingen uit het verdrag en vocht deze aan. Of hij hierbij al handelde onder invloed van de geestesziekte, waaraan hij leed, is onbekend. Wel zeker is dat hij in een aanval van krankzinnigheid het voor hem gemaakte originele exemplaar van het verdelingsverdrag verbrand heeft.[9]
Walram was opperhofmaarschalk en geheimraad van rooms-koning Rudolf I.[2][4]
Walram verloor verschillende steden, waaronder Niederlahnstein, Pfaffenhofen en Vallendar, aan de aartsbisschop van Trier. Hij overleed – naar verluidt in geestelijke ontreddering – op 24 januari 1276. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Adolf.
Huwelijk en kinderen
[bewerken | brontekst bewerken]Walram huwde vóór 1250[1] met Adelheid van Katzenelnbogen († Mainz, 22 februari 1288[1][2][3]), dochter van graaf Diederik II van Katzenelnbogen en Hildegunde.[1][2] Adelheid was als weduwe franciscaner non te Wiesbaden (’s zomers) en te Mainz (’s winters).[4] Ze werd begraven in het Sint-Claraklooster te Mainz.[1][2][3][4]
Uit dit huwelijk werden geboren:[1][2][3][4]
- Diether (ca. 1250 – Trier, 23 november 1307), was aartsbisschop van Trier 1300–1307.
- Adolf (ca. 1255 – Göllheim, 2 juli 1298), volgde zijn vader op als graaf van Nassau, was koning van Duitsland 1292–1298.
- Richarda († 28 juli 1311), was non in het Sint-Claraklooster te Mainz en later in Klooster Klarenthal bij Wiesbaden.
- Mechtild (jong overleden).
- Imagina († vóór 1276), huwde mogelijk met Frederik van Lichtenberg.
Voorouders
[bewerken | brontekst bewerken]Voorouders van Walram II van Nassau | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Betovergrootouders | Rupert I van Laurenburg (?–1154) ⚭ vóór 1135 Beatrix van Limburg (?–na 1164) |
? (?–?) ⚭ ? (?–?) |
? (?–?) ⚭ ? (?–?) |
? (?–?) ⚭ ? (?–?) |
Gerhard II van Gelre (?–1131) ⚭ 1115/17 Ermgard van Zutphen (?–na 1134) |
Lodewijk II van Arnstein (?–?) ⚭ Udilhildis (?–na 1139) |
Otto IV van Wittelsbach (?–1156) ⚭ Heilika van Pettendorf (?–1170) |
Lodewijk I van Loon (1125/30–1171) ⚭ Agnes van Metz (?–vóór 1180) |
Overgrootouders | Rupert II van Laurenburg ? (?–1158) ⚭ ? (?–?) |
? (?–?) ⚭ ? (?–?) |
Hendrik I van Gelre en Zutphen (ca. 1117–1182) ⚭ ca. 1135 Agnes van Arnstein (?–vóór 1179) |
Otto I van Beieren (?–1183) ⚭ ca. 1157 Agnes van Loon (?–1191) | ||||
Grootouders | Walram I van Nassau (ca. 1146–1198) ⚭ Kunigunde (?–1198) |
Otto I van Gelre en Zutphen (?–1207) ⚭ ca. 1185 Richardis van Beieren (?–1231) | ||||||
Ouders | Hendrik II ‘de Rijke’ van Nassau (ca. 1180–1247/50) ⚭ vóór 1215 Machteld van Gelre en Zutphen (?–na 1247) |
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- (nl) Beschrijving en afbeelding van de Prima divisio op: koninklijkeverzamelingen.nl (officiële website).
- (en) Nassau op: An Online Gotha, by Paul Theroff.
- (en) Nassau op: Medieval Lands. A prosopography of medieval European noble and royal families, compiled by Charles Cawley.
- (de) Becker, E. (1983). Schloss und Stadt Dillenburg. Ein Gang durch ihre Geschichte in Mittelalter und Neuzeit. Zur Gedenkfeier aus Anlaß der Verleihung der Stadtrechte am 20. September 1344 herausgegeben, Neuauflage. Der Magistrat der Stadt Dillenburg, Dillenburg [1950].
- Dek, A.W.E. (1970). Genealogie van het Vorstenhuis Nassau. Europese Bibliotheek, Zaltbommel. Geraadpleegd op 4 maart 2021.
- (fr) Huberty, Michel, Giraud, Alain; Magdelaine, F. & B. (1981). l’Allemagne Dynastique. Tome III: Brunswick-Nassau-Schwarzbourg. Alain Giraud, Le Perreux.
- (de) Sauer, Wilhelm (1896). Allgemeine Deutsche Biographie. Band 40. Duncker & Humblot, Leipzig, "Graf Walram II. von Nassau", pp. 778-779.
- Schilfgaarde, A.P. van (1967). Zegels en genealogische gegevens van de graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen. S. Gouda Quint – D. Brouwer en Zoon, Arnhem.
- Venne, J.M. van de, Stols, Alexander A.M. (1937). Geslachts-Register van het Vorstenhuis Nassau. A.A.M. Stols Uitgevers-Maatschappij, Maastricht.
- Vorsterman van Oyen, A.A. (1882). Het Vorstenhuis Oranje-Nassau. Van de vroegste tijden tot heden. A.W. Sijthoff en J.L. Beijers, Leiden en Utrecht.
Voetnoten
- ↑ In Nederlandse bronnen wordt altijd de datum 17 december 1255 genoemd. In buitenlandse bronnen echter de datum 16 december 1255. De beschrijving op de officiële website koninklijkeverzamelingen.nl geeft de datum 16 december 1255.
- ↑ “Kasteel en ambt Nassau droeg de naam Dreiherrische omdat het tot 1778 bezit was van de Ottoonse Linie en twee takken van de Walramse Linie (Nassau-Usingen en Nassau-Weilburg).”[7]
- ↑ “De ambten Miehlen en Schönau bleven gezamenlijk bezit tot 1303, daarna gingen ze over naar de Walramse Linie waarbij beide takken ze gezamenlijk bezaten tot 1778.”[7]
- ↑ “Het Vierherrengericht was genoemd naar zijn vier bezitters, de graven van Katzenelnbogen (Hessen), Diez (Nassau-Diez), Nassau-Usingen en Nassau-Weilburg. In 1774 werden deze gebieden, verenigd rond de stad Nastätten en samengesteld uit achtendertig dorpen, gedeeld.”[7]
Referenties
Voorganger: Hendrik II ‘de Rijke’ |
Graaf van Nassau vóór 1251–1276 |
Opvolger: Adolf |