Wichelroede: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
aanv. en verb;
Arakrys (overleg | bijdragen)
De gevraagde bronnen om aan te geven dat wichelroedelopen in testen niet werkt.
Regel 28: Regel 28:
Naast de wichelroede bestaan er ook de [[pendelen (parapsychologie)|pendel]], [[lecherantenne]] en [[biotensor]] of biosensor, welke een soortgelijke werking hebben. Er zijn ook variaties op de wichelroede, zoals een metalen staaf met 3 gewichten eraan (1 in het midden en 2 aan de einden) die gaat ronddraaien bij een positieve indicatie.
Naast de wichelroede bestaan er ook de [[pendelen (parapsychologie)|pendel]], [[lecherantenne]] en [[biotensor]] of biosensor, welke een soortgelijke werking hebben. Er zijn ook variaties op de wichelroede, zoals een metalen staaf met 3 gewichten eraan (1 in het midden en 2 aan de einden) die gaat ronddraaien bij een positieve indicatie.


==De mogelijke werking==
==Werking==
Er zijn wichelroede-lopers die geloven dat er een wisselwerking is tussen de wichelroedeloper en zijn buitenwereld kunnen doen, bijvoorbeeld door onbewust waarnemen van elektriciteit, magnetisme of [[Tellurische_stroom|tellurische stroom]], of dat ze anderszins paranormale gaven hebben.
De werking van een wichelroede is ''niet'' wetenschappelijk bewezen. Toch is een aantal mensen ervan overtuigd dat de wichelroede werkt door een wisselwerking tussen de wichelroedeloper en zijn buitenwereld. Daarentegen zijn er ook mensen, die geloven dat er geen sprake is van een uitwendige invloed maar dat de beweging van de wichelroede voortkomt uit het verwachtingspatroon van de wichelroedeloper zelf. Zij wijzen op wetenschappelijke studies {{feit|Bronnen van deze wetenschappelijke studies zijn nodig|2009|11|15}} die naar het wichelroedelopen zijn gedaan en die allemaal negatief zijn uitgevallen. Enkele onderzoeken die positieve resultaten meldden {{feit|Bronnen van deze onderzoeken zijn nodig|2009|11|15}}, bleken achteraf de data gemanipuleerd te hebben of niet correct te zijn uitgevoerd {{feit|Bronnen van deze vaststelling van fraude zijn nodig|2009|11|15}}. Bij het testen van wichelroedelopers blijkt elke keer weer {{feit|Bronnen voor deze claim zijn nodig|2009|11|15}} dat de wichelroedeloper faalt als de test afdoende dubbel geblindeerd is (d.w.z. dat zowel de persoon met de wichelroede als de persoon die de test afneemt niet weten waar het doel is en dit ook niet anders waar te nemen is).


Behalve het fysieke verklaringsmodel waarbij de 'oorzaak' van het bewegen van de wichelroede in 'beïnvloeding' door externe factoren zoals stralen wordt gezocht, wordt door een aantal beoefenaars de verklaring eerder gezocht bij een sturing van bewegingen vanuit het [[onbewuste]] in de zin die [[Carl Gustav Jung]] bedoelde met zijn theorie over [[synchroniciteit]].
===De uitdaging van James Randi===
[[Image:Georgius Agricola Erzsucher.jpg|thumb|Het gebruik van de wichelroede]]
De [[goochelaar (artiest)|goochelaar]] en [[Scepticisme|scepticus]] [[James Randi]] looft sinds jaren een prijs uit van 1 miljoen [[US dollar]] voor eenieder die - onder testomstandigheden waar beide partijen mee akkoord gaan - een bovennatuurlijke vaardigheid kan laten zien. Wichelroedelopen is de meest voorkomende claim waarmee mensen proberen deze prijs te winnen. Randi heeft door de jaren honderden wichelaars getest en tot nu toe hebben ze allen gefaald.


In een artikel in Nature (1986) stond de wichelroede bij de dingen die eerst als paranormaal werden beschouwd, maar waarvoor we nu een wetenschappelijke verklaring hebben<ref name="marks1986">{{cite journal|last=Marks|first=David F.|date=March 13, 1986|title=Investigating the paranormal|journal=Nature|publisher=Nature Publishing Group|volume=320|pages=119–124|issn=0028-0836|doi=10.1038/320569b0}}</ref>. Met name bij wichelroede lopen kan uitgelegd worden door te kijken naar informatie die we verkrijgen uit waarneming, door de verwachting waarbij de wichelroede onbewust het experiment beinvloedt, en [[kansberekening]].<ref name="marks1986" />
Een typische test door Randi gaat als volgt:<br>
De wichelaar moet aangeven wat het is dat hij kan vinden met zijn wichelroede. Dit kan bijvoorbeeld goud zijn. Er worden dan 10 dozen met de opening naar beneden op de grond geplaatst. Onder een van de dozen, willekeurig gekozen, wordt dan een gouden voorwerp geplaatst (b.v. een ring, maar een goudstaaf is ook al gebruikt) waarna de wichelaar mag aanwijzen onder welke doos dit voorwerp ligt. In eerste instantie voert Randi deze test niet blind uit, zowel hij als de wichelaar weten onder welke doos het voorwerp ligt. Bij dit deel van de test slaat de wichelroede altijd uit zoals de loper gezegd heeft dat hij zal doen. Dit deel van de test is om te controleren of er geen omstandigheden zijn die de loper hinderen. Indien de loper het er mee eens is dat alles naar behoren werkt wordt deze test nu dubbelblind uitgevoerd. Dit wil zeggen dat het voorwerp onder een willekeurige doos geplaatst wordt door een derde persoon en dat zowel Randi als de loper niet weten onder welke. Tot nu toe heeft geen enkele wichelroedeloper die door Randi is getest de test kunnen volbrengen, wanneer de test dubbelblind werd uitgevoerd.


====Ideomotor-effect====
De testen die Randi uitvoert worden altijd in overleg en met instemming van de geteste persoon ontworpen en uitgevoerd. In eerste instantie wordt een voortest uitgevoerd, waarin de kans dat een persoon door puur toeval slaagt in de orde van 1 op 100 ligt. Bij de uiteindelijke test zal dit 1 op 10.000 tot 100.000 zijn. Tot nu toe heeft nog niemand, wichelaars incluis, de voortest kunnen volbrengen.
Skeptici en enige gebruikers van wichelroeden geloeven dat de wichelroede geen eigen kracht heeft maar alleen kleine bewegingen van de handen versterkt via een fenomeen dat bekend staat als het [[ideomotor effect]]<ref>Eric L. Sauser& Aude G. Billard (2006): '[http://www.sciencedirect.com/science?_ob=ArticleURL&_udi=B6T08-4JRVDW5-1&_user=10&_rdoc=1&_fmt=&_orig=search&_sort=d&_docanchor=&view=c&_searchStrId=1103427167&_rerunOrigin=scholar.google&_acct=C000050221&_version=1&_urlVersion=0&_userid=10&md5=9f5a4af8973bd47a75b6636ed25951d6 Parallel and distributed neural models of the ideomotor principle: An investigation of imitative cortical pathways]', in Neural Networks Volume 19 Issue 3, April 2006, Pages 285-298

The Brain Mechanisms of Imitation Learning</ref>: onbewust beinvloedt onze geest ons lichaam zonder dat we ons er van bewust zijn. Andere ideomotorische bewegingen zijn bijvoorbeeld de onbewuste bewegingen van de gezichtsspieren.
===Wetenschappelijke verklaring===
Een wetenschappelijke verklaring voor het wichelroedelopen is het zogenaamde [[ideomotorisch effect]] {{feit|Bron voor deze wetenschappelijke verklaring nodig|2009|11|15}}. Ideomotorische bewegingen zijn onbewuste spierbewegingen die de wichelroede laten bewegen. Andere ideomotorische bewegingen zijn bijvoorbeeld de onbewuste bewegingen van de gezichtsspieren.


Wichelroedes hebben allen één overeenkomst, het zijn instabiele constructies, die door het minste geringste zullen bewegen. Zowel bij de L-vormige als bij de Y-vormige wichelroedes is dit een door de wichelroedeloper niet opgemerkte (onbewuste) draaiing van de onderarmen. Voor de wichelaar lijkt het alsof de wichelroede bewogen wordt door een externe kracht, maar het is de wichelaar zelf die onbewust de wichelroede laat bewegen. In sommige gevallen pikken wichelroedelopers onbewust aanwijzingen op waar het gezochte zich bevindt. Uit experimenten blijkt dat de beweging van de wichelroede enkel en alleen van de verwachting van de wichelaar afhangt - als deze denkt dat er iets is dat de wichelroede uit laat slaan zal deze uitslaan. Of er werkelijk iets is blijkt niet ter zake te doen. Wel zijn wichelroedelopers waarschijnlijk gevoeliger dan andere mensen voor kleine, bijna onzichtbare aanwijzingen uit de omgeving of lichaamstaal van aanwezige personen, wat mede een verklaring is voor schijnbare successen. De successen zijn schijnbaar, omdat de wichelroede in dergelijke gevallen feitelijk achterwege gelaten zou kunnen worden. De wichelroedelopers letten gewoon beter op hun omgeving dan andere mensen. In [[India]] bijvoorbeeld kent men ''waterzoekers'' die wichelen met de blote hand.
Wichelroedes hebben allen één overeenkomst, het zijn instabiele constructies, die door het minste geringste zullen bewegen. Zowel bij de L-vormige als bij de Y-vormige wichelroedes is dit een door de wichelroedeloper niet opgemerkte (onbewuste) draaiing van de onderarmen. Voor de wichelaar lijkt het alsof de wichelroede bewogen wordt door een externe kracht, maar het is de wichelaar zelf die onbewust de wichelroede laat bewegen. In sommige gevallen pikken wichelroedelopers onbewust aanwijzingen op waar het gezochte zich bevindt. Uit experimenten blijkt dat de beweging van de wichelroede enkel en alleen van de verwachting van de wichelaar afhangt - als deze denkt dat er iets is dat de wichelroede uit laat slaan zal deze uitslaan. Of er werkelijk iets is blijkt niet ter zake te doen. Wel zijn wichelroedelopers waarschijnlijk gevoeliger dan andere mensen voor kleine, bijna onzichtbare aanwijzingen uit de omgeving of lichaamstaal van aanwezige personen, wat mede een verklaring is voor schijnbare successen. De successen zijn schijnbaar, omdat de wichelroede in dergelijke gevallen feitelijk achterwege gelaten zou kunnen worden. De wichelroedelopers letten gewoon beter op hun omgeving dan andere mensen. In [[India]] bijvoorbeeld kent men ''waterzoekers'' die wichelen met de blote hand.


Dit zou betekenen dat de wichelroede alleen maar de onbewuste kennis of waarneming van de wichelroede-loper beschikbaar maakt.
Het bestaan van [[leylijn]]en en [[aardstralen]] is niet wetenschappelijk aangetoond.
Het ideomotor-effect is een aantoonbaar en goed onderzocht fenomeen, dat het wichelroedelopen (en het falen ervan onder gecontroleerde omstandigheden) volledig verklaart. Uit onderzoeken blijkt o.a. dat de wichelroede zal uitslaan wanneer mensen verteld wordt dat zich een waterleiding onder de grond bevindt terwijl dit niet zo is. Als er wel leidingen onder de grond zitten en de wichelroedeloper weet dit absoluut niet, slaat de wichelroede niet uit.

Het ideomotor-effect is een bijzonder sterk misleidend effect. In de ervaring van [[James Randi]] heeft geen enkele van de honderden wichelaars die hij getest heeft getwijfeld aan de echtheid van het wichelroedelopen, zelfs nadat ze in een test volledig hebben gefaald. De meeste wichelroedelopers zijn er dan ook geheel oprecht van overtuigd dat hun wichelroede werkelijk door factoren van buitenaf beïnvloed wordt.<ref>James Randi (1999): '[http://www.randi.org/library/dowsing/ The Matter of Dowsing]', in: from Swift, Vol. 2, No. 3/4 January, 1999, bekeken op 21 november 2009.</ref>



====Kansberekening====
Het vinden van water met de wichelroede is overigens geen speciale prestatie. Geologisch onderzoek heeft aangetoond dat water zit onder 80 tot 90 % van het aardoppervlak. Het vinden van plekken waar zich ''geen'' water bevindt zou wel een prestatie zijn.
Het vinden van water met de wichelroede is overigens geen speciale prestatie. Geologisch onderzoek heeft aangetoond dat water zit onder 80 tot 90 % van het aardoppervlak. Het vinden van plekken waar zich ''geen'' water bevindt zou wel een prestatie zijn.


Het ideomotor-effect is een aantoonbaar en goed onderzocht fenomeen, dat het wichelroedelopen (en het falen ervan onder gecontroleerde omstandigheden) volledig verklaart. Uit onderzoeken blijkt o.a. dat de wichelroede zal uitslaan wanneer mensen verteld wordt dat zich een waterleiding onder de grond bevindt terwijl dit niet zo is. Als er wel leidingen onder de grond zitten en de wichelroedeloper weet dit absoluut niet, slaat de wichelroede niet uit.


==Uitgevoerde testen==
Het ideomotor-effect is een bijzonder sterk misleidend effect. In de ervaring van [[James Randi]] heeft geen enkele van de honderden wichelaars die hij getest heeft getwijfeld aan de echtheid van het wichelroedelopen, zelfs nadat ze in een test volledig hebben gefaald. De meeste wichelroedelopers zijn er dan ook geheel oprecht van overtuigd dat hun wichelroede werkelijk door factoren van buitenaf beïnvloed wordt.
Uit goed gecontroleerde dubbelblinde experimenten (d.w.z. dat zowel de persoon met de wichelroede als de persoon die de test afneemt niet weten waar het doel is en dit ook niet anders waar te nemen is) lijkt naar voren te komen dat mensen die menen succes te hebben in het veld, onder gecontroleerde omstandigheden niet betere resultaten halen dan verwacht kan worden door kansberekening.

Een onderzoek bij 58 water-zoekende wichelroedelopers in Nieuw Zeeland in 1948 testte gaf aan dat geen van hen betere resultaten behaalde dan volgens pure kans verwacht kon worden. <ref>{{cite journal|last=Ongley|first=P.|date=1948|title=New Zealand Diviners|journal=New Zealand Journal of Science and Technology|volume=30|pages=38–54}} via {{cite book|last=Hines|first=Terence|title=Pseudoscience and the Paranormal|publisher=Prometheus Books|location=Amherst, New York|date=2003|edition=Second|page=420|isbn=9781573929790}}</ref>
A 1979 review examined many controlled studies of dowsing for water, and found that none of them showed better than chance results.
<ref>{{cite book|last=Vogt|first=Evon Z.|coauthors=Ray Hyman|title=Water Witching U.S.A.|publisher=Chicago University Press|location=Chicago|date=1979|edition=2nd|isbn=9780226862972}} via {{cite book|last=Hines|first=Terence|title=Pseudoscience and the Paranormal|publisher=Prometheus Books|location=Amherst, New York|date=2003|edition=Second|page=420|isbn=9781573929790}}</ref>

In Munchen selecteerden [[Hans-Dieter Betz]] en andere wetenschappers eind jaren tachtig de beste 43 wichelroedelopers uit een groep van 500. In de test werd water door een pijp gepompt op de vloer van een schuur van twee verdiepingen. Voor elke test werd de pijp haaks op de waterstroom gedraaid; de wichelroedelopers werd gevraagd om aan te geven in welke richting de pijp lag. Gedurende 187 en 1988 deden ze 843 testen met deze op succes geselecteerde kandidaten en bij ten minste 37 van hen toonden geen vaardigheid bij het bepalen van de richting. De overgebleven 6 presteerden wel beter dan de kansscore, wat volgens de onderzoekers tot de conlusie leidt dat er wel iets achter wichelroedelopen zit.<ref name=munich_study_quote>Wagner, H., [[H.-D. Betz]], and H. L. König (1990), Schlußbericht 01 KB8602, Bundesministerium für Forschung und Technologie. Aangehaald door Enright in de ''Skeptical Enquirer''</ref>

Vijf jaar na de publicatie van de resultaten in Munchen gaven een professor in de fysiologie en een vooraanstaand skepticus aan dat bij analyse van de kansscore bij een grotere groep kandidaten er een statistische fluctuatie verwacht kan worden, en dat de resultaten uit Munchen niet significant waren. Zij vonden de experimenten juist 'het meest overtuigende bewijsmateriaal dat wichelroedelopers niet kunnen doen wat ze claimen.'<ref name="enright">{{cite web
| url = http://www.csicop.org/si/show/testing_dowsing_the_failure_of_the_munich_experiments
| title = The Failure of the Munich Experiments
| accessdate = 2006-11-14
| last = Enright
| first = Jim T.
| year = 1999
| month = Jan/Feb
| work = ''Skeptical Inquirer''
| publisher = Paul Kurtz
| pages =
| quote = The researchers themselves concluded that the outcome unquestionably demonstrated successful dowsing abilities, but a thoughtful re-examination of the data indicates that such an interpretation can only be regarded as the result of wishful thinking.}}</ref> Ze noemden de testen uit Munchen "speciaal, onconventioneel en aangepast aan de situatie" en vervingen het met "meer gebruikelijke analyses".<ref name=enright1995>Enright, J. T. 1995. [http://www.springerlink.com/content/n43h56431w17j5v7/?p=87fa35b761de4e7dbf1cdcd4d317f48b&pi=4 Water dowsing: The Scheunen experiments]. ''Naturwissenschaften'' 82: 360-369.</ref>
Klaarblijkelijk was de ''beste'' wichelroedeloper gemiddeld 4mm (van 10 meter) dichterbij een middellijn gok, een dus 0,0004% beter. De auteurs van de test uit Munchen reageerden: "op welke gronden kan Enright tot een geheel verschillende conclusie komen? Kennelijk is hun data-analyse te grof, en niet toegelaten"<ref name=betz1995>[[Betz, H.-D.]], H. L. König, R. Kulzer, R. Trischler, and J. Wagner. 1996. [http://www.springerlink.com/content/x5p4458g31777814/?p=87fa35b761de4e7dbf1cdcd4d317f48b&pi=5 Dowsing reviewed &mdash; the effect persists]. ''Naturwissenschaften'' 83: 272-275.</ref>. De bevindingen volgens de studie in Munchen werd ook bevestigd in een publicatie van dr. S. Ertel,<ref>{{cite journal|last=Ertel|first=S.|date=May, 1996|title=The dowsing data defy Enright's unfavorable verdict |journal=Naturwissenschaften|publisher=Springer Berlin / Heidelberg|volume=83|issue=5|pages=232–235|issn=1432-1904|url=http://www.springerlink.com/content/h7577m1087734mlh/ |accessdate=2009-09-26|doi=10.1007/BF01143332}}</ref>, een Duitse psycholoog die al eerder tussenbeide was gekomen in een controverse over het "[[Mars effect]]", maar Enright bleef bij zijn standpunt.<ref name=enright1996>{{cite journal|last=Enright|first=J. T. |date=June, 1996|title=Dowsers lost in a Barn |journal=Naturwissenschaften|publisher=Springer Berlin / Heidelberg|volume=83|issue=6|pages=275–277|issn=1432-1904 |url=http://www.springerlink.com/content/km4q44357k557w90/ |accessdate=2009-09-26|doi=10.1007/BF01149601}}</ref>
<!-- Nog een respons van S. Ertel: http://www.springerlink.com/content/h7577m1087734mlh/?p=87fa35b761de4e7dbf1cdcd4d317f48b&pi=7 -->

In 2004 werd in Kassel (Duitsland) een onderzoek gedaan <ref>[http://www.gwup.org/psitest/ GWUP-Psi-Tests 2004: Keine Million Dollar für PSI-Fähigkeiten] (Duitstalig) and [http://www.phact.org/e/z/kassel.htm Engelstalige versie].</ref> door onderzoekers aan paranormale verschijnslen (Gesellschaft zur Wissenschaftlichen Untersuchung von Parawissenschaften (GWUP)). In drie dagen werd 30 wichelroedelopers gevraagd om van op 50cm diepte begraven waterbuizen aan te geven waar er water stroomt en in welke richting. De stroomrichting kon via kranen beinvloed worden. Alle wichelroedelopers hadden een verklaring ondertekend dat ze het eens waren met de proefopzet en dat het een eerlijke test van hun vermogens was, en dat ze een 100% resultaat verwachtten. De resultaten waren niet hoger dan de kansverwachting.

Sommige onderzoekers hebben onderzocht of er fysieke of gefysieke verklaringen zijn voor successen van wichelroedes. Een studie concludeerde dat wichelroedelopers gevoelig zijn voor een elektromagnetisch veld van 60 Hertz, en dat deze gevoeligheid niet optreedt als de nieren of het hoofd afgeschermd worden. <ref>{{cite journal | journal=Physiol Chem Phys |year=1978 | volume=10 | issue=6 | pages=525–34 | title=Anatomical localization of human detection of weak electromagnetic radiation: experiments with dowsers. | author=Harvalik, Z. V.}}</ref>

====Leylijnen en aardstralen====
Het bestaan van [[leylijn]]en en [[aardstralen]] is niet wetenschappelijk aangetoond.


===De uitdaging van James Randi===
[[Image:Georgius Agricola Erzsucher.jpg|thumb|Het gebruik van de wichelroede]]
De [[goochelaar (artiest)|goochelaar]] en [[Scepticisme|scepticus]] [[James Randi]] looft sinds jaren een prijs uit van 1 miljoen [[US dollar]] voor eenieder die - onder testomstandigheden waar beide partijen mee akkoord gaan - een bovennatuurlijke vaardigheid kan laten zien. Wichelroedelopen is de meest voorkomende claim waarmee mensen proberen deze prijs te winnen. Randi heeft door de jaren honderden wichelaars getest en tot nu toe hebben ze allen gefaald.

Een typische test door Randi gaat als volgt:<br>
De wichelaar moet aangeven wat het is dat hij kan vinden met zijn wichelroede. Dit kan bijvoorbeeld goud zijn. Er worden dan 10 dozen met de opening naar beneden op de grond geplaatst. Onder een van de dozen, willekeurig gekozen, wordt dan een gouden voorwerp geplaatst (b.v. een ring, maar een goudstaaf is ook al gebruikt) waarna de wichelaar mag aanwijzen onder welke doos dit voorwerp ligt. In eerste instantie voert Randi deze test niet blind uit, zowel hij als de wichelaar weten onder welke doos het voorwerp ligt. Bij dit deel van de test slaat de wichelroede altijd uit zoals de loper gezegd heeft dat hij zal doen. Dit deel van de test is om te controleren of er geen omstandigheden zijn die de loper hinderen. Indien de loper het er mee eens is dat alles naar behoren werkt wordt deze test nu dubbelblind uitgevoerd. Dit wil zeggen dat het voorwerp onder een willekeurige doos geplaatst wordt door een derde persoon en dat zowel Randi als de loper niet weten onder welke. Tot nu toe heeft geen enkele wichelroedeloper die door Randi is getest de test kunnen volbrengen, wanneer de test dubbelblind werd uitgevoerd.

De testen die Randi uitvoert worden altijd in overleg en met instemming van de geteste persoon ontworpen en uitgevoerd. In eerste instantie wordt een voortest uitgevoerd, waarin de kans dat een persoon door puur toeval slaagt in de orde van 1 op 100 ligt. Bij de uiteindelijke test zal dit 1 op 10.000 tot 100.000 zijn. Tot nu toe heeft nog niemand, wichelaars incluis, de voortest kunnen volbrengen.



== Niet-fysiek verklaringsmodel ==
Behalve het fysieke verklaringsmodel waarbij de 'oorzaak' van het bewegen van de wichelroede in 'beïnvloeding' door externe factoren zoals stralen wordt gezocht, wordt door een aantal beoefenaars de verklaring eerder gezocht bij een sturing van bewegingen vanuit het [[onbewuste]] in de zin die [[Carl Gustav Jung]] bedoelde met zijn theorie over [[synchroniciteit]].


==Bronnen==
==Bronnen==
Regel 62: Regel 100:
* Kasteleyn, Erik W., ''Wetenschappelijk Onderzoek Wichelroedelopen en Geopathie'' (Stichting Ochêma, 1993) ISBN 90-800847-1-9
* Kasteleyn, Erik W., ''Wetenschappelijk Onderzoek Wichelroedelopen en Geopathie'' (Stichting Ochêma, 1993) ISBN 90-800847-1-9
* Randi, James, ''Flim Flam'' ([[Prometheus Books]], 1982) ISBN 0-87975-198-3.
* Randi, James, ''Flim Flam'' ([[Prometheus Books]], 1982) ISBN 0-87975-198-3.
<references/>
{{Commonscat|Dowsing}}


{{Commonscat|Dowsing}}
[[Categorie:Wichelarij]]
[[Categorie:Wichelarij]]



Versie van 21 nov 2009 17:36

De neutraliteit van dit artikel wordt betwijfeld.
Zie de bijbehorende overlegpagina voor meer informatie.
wichelroedeloper
Een wichelroedeloper uit de 18e eeuw

Een wichelroede is een instrument dat bij wichelroedelopen wordt gebruikt. Daarbij wordt gewoonlijk een Y- of L-vormige tak gehanteerd, al zijn er ook wichelroedelopers die het zonder doen. Het wichelroedelopen is een praktijk die pretendeert verborgen waterbronnen, metalen, edelstenen of andere objecten in de bodem te kunnen opsporen, alsook wat als aardstralen wordt aangeduid.

Zie ook radiësthesie.

Geschiedenis

In de 13e eeuw wordt de wichelroede al genoemd. Wichelroedes zijn in de eeuwen daarna vooral gebruikt voor het bepalen van de wil van de goden, het voorspellen van de toekomst (wichelarij), het aanwijzen van schuldigen bij rechtszaken enzovoorts. In de middeleeuwen wordt de wichelroede geassocieerd met de duivel, hoewel veel priesters ze gebruikten.

Een wichelroede, 1868

In de vijftiende eeuw duikt het gebruik van de gevorkte stok voor het vinden van erts voor het eerst op onder mijnwerkers uit het Duitse Harzgebied. In de volgende eeuw vinden veel van deze mijnwerkers werk in Engeland en brengen de wichelroede mee. Het zijn de Engelsen geweest die de wichelroede vooral zijn gaan gebruiken voor het vinden van water in plaats van erts.

In 1659 wordt het gebruik van de wichelroede aangemerkt als satanisch door de jezuïet Gaspar Schott. In 1701 verwerpt de inquisitie het gebruik van de wichelroede bij rechtszaken. Tegen het einde van de achttiende eeuw, de tijd van de verlichting, wordt de wichelroede als een gewoon instrument beschouwd en niet langer het werk van de duivel.

Er wordt vooral naar water en ertsen gezocht met een wichelroede, maar volgens de beoefenaars kunnen er ook leylijnen mee gevonden worden. In Duitsland en omringende landen worden wichelroedes ook gebruikt voor het opsporen van aardstralen.

Ook wordt de wichelroede door sommige alternatieve genezers gebruikt. Daarbij wordt uitgegaan van de aanwezigheid van stoorvelden in huis als oorzaak van ziekten. In dat opzicht is het te vergelijken met het Chinese Feng Shui. Met de wichelroede worden deze stoorvelden opgezocht teneinde deze te ontstoren, waarmee de ziekmakende invloed zou zijn weggenomen. Ook kan de wichelaar adviseren meubilair zoals het bed te verplaatsen zodat geen hinder van de aanwezige stoorvelden meer wordt ondervonden.

Soorten wichelroedes

Het materiaal waarvan de wichelroede gemaakt is, kan verschillen. Meestal wordt er koper of een kunststof gebruikt. Vroeger werd er veel gebruikgemaakt van een bepaald soort hout.

Er bestaan vele vormen wichelroedes, maar de meest voorkomende zijn de L-vormige en de Y-vormige.

  • Allemans wichelroede
    De L-vormige: dit zijn twee staafjes metaal die in een rechte hoek zijn omgebogen. Het ene deel van het staafje is ongeveer 10 centimeter lang en het andere deel is meestal tussen de 30 en de 40 centimeter. Ze worden aan het kortste eind vastgehouden en de ruimte tussen de handen is ongeveer 30 à 40 centimeter. De wichelroedeloper moet de lange einden horizontaal voor zich uit houden en de korte einden moet hij zodanig vasthouden dat de staafjes gemakkelijk in zijn vuisten kunnen draaien. Om de staafjes tijdens het lopen toch enigszins stabiel te kunnen houden, kan hij de horizontale uiteinden het beste wat naar beneden laten neigen. Bij het lopen moet de loper naar de uiteinden van de staafjes kijken (dit doet hij al vanzelf om het evenwicht van de staafjes te bewaren). Opeens kruisen de staafjes elkaar, of soms gaan ze ook wijd. Dit is dan de plek waarnaar gezocht wordt.
houten wichelroede
wichelroede van ijzerdraad
  • De Y-vormige: deze wichelroede bestaat uit één geheel die de wichelroedeloper in beide handen vasthoudt. Ook deze houdt hij horizontaal met de punt of de krul naar voren. Door de twee uiteinden vast te houden met de duimen naar buiten en hier een spanning op te houden, kan hij ermee werken. Hij houdt hem in de palm van zijn hand in evenwicht. Dit is ook wel de klassieke gevorkte tak. Tijdens het lopen kijkt de loper naar de punt. Opeens wil de punt naar beneden of naar boven en is de roede zelfs moeilijk tegen te houden. De automatische reactie wanneer dit gebeurt, is om de handen samen te knijpen. De bast van een houten wichelroede kan dan wel eens in de handen achterblijven.

De meest gebruikte wichelroede is de L-vormige, die ook wel allemanswichelroede genoemd wordt. Sommige wichelroedes hebben een opening waarin een voorbeeld gestopt kan worden van hetgeen men zoekt, zoals een stukje goud. Soms wordt dit op een andere manier bevestigd op de wichelroede.

Naast de wichelroede bestaan er ook de pendel, lecherantenne en biotensor of biosensor, welke een soortgelijke werking hebben. Er zijn ook variaties op de wichelroede, zoals een metalen staaf met 3 gewichten eraan (1 in het midden en 2 aan de einden) die gaat ronddraaien bij een positieve indicatie.

De mogelijke werking

Er zijn wichelroede-lopers die geloven dat er een wisselwerking is tussen de wichelroedeloper en zijn buitenwereld kunnen doen, bijvoorbeeld door onbewust waarnemen van elektriciteit, magnetisme of tellurische stroom, of dat ze anderszins paranormale gaven hebben.

Behalve het fysieke verklaringsmodel waarbij de 'oorzaak' van het bewegen van de wichelroede in 'beïnvloeding' door externe factoren zoals stralen wordt gezocht, wordt door een aantal beoefenaars de verklaring eerder gezocht bij een sturing van bewegingen vanuit het onbewuste in de zin die Carl Gustav Jung bedoelde met zijn theorie over synchroniciteit.

In een artikel in Nature (1986) stond de wichelroede bij de dingen die eerst als paranormaal werden beschouwd, maar waarvoor we nu een wetenschappelijke verklaring hebben[1]. Met name bij wichelroede lopen kan uitgelegd worden door te kijken naar informatie die we verkrijgen uit waarneming, door de verwachting waarbij de wichelroede onbewust het experiment beinvloedt, en kansberekening.[1]

Ideomotor-effect

Skeptici en enige gebruikers van wichelroeden geloeven dat de wichelroede geen eigen kracht heeft maar alleen kleine bewegingen van de handen versterkt via een fenomeen dat bekend staat als het ideomotor effect[2]: onbewust beinvloedt onze geest ons lichaam zonder dat we ons er van bewust zijn. Andere ideomotorische bewegingen zijn bijvoorbeeld de onbewuste bewegingen van de gezichtsspieren.

Wichelroedes hebben allen één overeenkomst, het zijn instabiele constructies, die door het minste geringste zullen bewegen. Zowel bij de L-vormige als bij de Y-vormige wichelroedes is dit een door de wichelroedeloper niet opgemerkte (onbewuste) draaiing van de onderarmen. Voor de wichelaar lijkt het alsof de wichelroede bewogen wordt door een externe kracht, maar het is de wichelaar zelf die onbewust de wichelroede laat bewegen. In sommige gevallen pikken wichelroedelopers onbewust aanwijzingen op waar het gezochte zich bevindt. Uit experimenten blijkt dat de beweging van de wichelroede enkel en alleen van de verwachting van de wichelaar afhangt - als deze denkt dat er iets is dat de wichelroede uit laat slaan zal deze uitslaan. Of er werkelijk iets is blijkt niet ter zake te doen. Wel zijn wichelroedelopers waarschijnlijk gevoeliger dan andere mensen voor kleine, bijna onzichtbare aanwijzingen uit de omgeving of lichaamstaal van aanwezige personen, wat mede een verklaring is voor schijnbare successen. De successen zijn schijnbaar, omdat de wichelroede in dergelijke gevallen feitelijk achterwege gelaten zou kunnen worden. De wichelroedelopers letten gewoon beter op hun omgeving dan andere mensen. In India bijvoorbeeld kent men waterzoekers die wichelen met de blote hand.

Dit zou betekenen dat de wichelroede alleen maar de onbewuste kennis of waarneming van de wichelroede-loper beschikbaar maakt. Het ideomotor-effect is een aantoonbaar en goed onderzocht fenomeen, dat het wichelroedelopen (en het falen ervan onder gecontroleerde omstandigheden) volledig verklaart. Uit onderzoeken blijkt o.a. dat de wichelroede zal uitslaan wanneer mensen verteld wordt dat zich een waterleiding onder de grond bevindt terwijl dit niet zo is. Als er wel leidingen onder de grond zitten en de wichelroedeloper weet dit absoluut niet, slaat de wichelroede niet uit.

Het ideomotor-effect is een bijzonder sterk misleidend effect. In de ervaring van James Randi heeft geen enkele van de honderden wichelaars die hij getest heeft getwijfeld aan de echtheid van het wichelroedelopen, zelfs nadat ze in een test volledig hebben gefaald. De meeste wichelroedelopers zijn er dan ook geheel oprecht van overtuigd dat hun wichelroede werkelijk door factoren van buitenaf beïnvloed wordt.[3]


Kansberekening

Het vinden van water met de wichelroede is overigens geen speciale prestatie. Geologisch onderzoek heeft aangetoond dat water zit onder 80 tot 90 % van het aardoppervlak. Het vinden van plekken waar zich geen water bevindt zou wel een prestatie zijn.


Uitgevoerde testen

Uit goed gecontroleerde dubbelblinde experimenten (d.w.z. dat zowel de persoon met de wichelroede als de persoon die de test afneemt niet weten waar het doel is en dit ook niet anders waar te nemen is) lijkt naar voren te komen dat mensen die menen succes te hebben in het veld, onder gecontroleerde omstandigheden niet betere resultaten halen dan verwacht kan worden door kansberekening.

Een onderzoek bij 58 water-zoekende wichelroedelopers in Nieuw Zeeland in 1948 testte gaf aan dat geen van hen betere resultaten behaalde dan volgens pure kans verwacht kon worden. [4] A 1979 review examined many controlled studies of dowsing for water, and found that none of them showed better than chance results. [5]

In Munchen selecteerden Hans-Dieter Betz en andere wetenschappers eind jaren tachtig de beste 43 wichelroedelopers uit een groep van 500. In de test werd water door een pijp gepompt op de vloer van een schuur van twee verdiepingen. Voor elke test werd de pijp haaks op de waterstroom gedraaid; de wichelroedelopers werd gevraagd om aan te geven in welke richting de pijp lag. Gedurende 187 en 1988 deden ze 843 testen met deze op succes geselecteerde kandidaten en bij ten minste 37 van hen toonden geen vaardigheid bij het bepalen van de richting. De overgebleven 6 presteerden wel beter dan de kansscore, wat volgens de onderzoekers tot de conlusie leidt dat er wel iets achter wichelroedelopen zit.[6]

Vijf jaar na de publicatie van de resultaten in Munchen gaven een professor in de fysiologie en een vooraanstaand skepticus aan dat bij analyse van de kansscore bij een grotere groep kandidaten er een statistische fluctuatie verwacht kan worden, en dat de resultaten uit Munchen niet significant waren. Zij vonden de experimenten juist 'het meest overtuigende bewijsmateriaal dat wichelroedelopers niet kunnen doen wat ze claimen.'[7] Ze noemden de testen uit Munchen "speciaal, onconventioneel en aangepast aan de situatie" en vervingen het met "meer gebruikelijke analyses".[8] Klaarblijkelijk was de beste wichelroedeloper gemiddeld 4mm (van 10 meter) dichterbij een middellijn gok, een dus 0,0004% beter. De auteurs van de test uit Munchen reageerden: "op welke gronden kan Enright tot een geheel verschillende conclusie komen? Kennelijk is hun data-analyse te grof, en niet toegelaten"[9]. De bevindingen volgens de studie in Munchen werd ook bevestigd in een publicatie van dr. S. Ertel,[10], een Duitse psycholoog die al eerder tussenbeide was gekomen in een controverse over het "Mars effect", maar Enright bleef bij zijn standpunt.[11]

In 2004 werd in Kassel (Duitsland) een onderzoek gedaan [12] door onderzoekers aan paranormale verschijnslen (Gesellschaft zur Wissenschaftlichen Untersuchung von Parawissenschaften (GWUP)). In drie dagen werd 30 wichelroedelopers gevraagd om van op 50cm diepte begraven waterbuizen aan te geven waar er water stroomt en in welke richting. De stroomrichting kon via kranen beinvloed worden. Alle wichelroedelopers hadden een verklaring ondertekend dat ze het eens waren met de proefopzet en dat het een eerlijke test van hun vermogens was, en dat ze een 100% resultaat verwachtten. De resultaten waren niet hoger dan de kansverwachting.

Sommige onderzoekers hebben onderzocht of er fysieke of gefysieke verklaringen zijn voor successen van wichelroedes. Een studie concludeerde dat wichelroedelopers gevoelig zijn voor een elektromagnetisch veld van 60 Hertz, en dat deze gevoeligheid niet optreedt als de nieren of het hoofd afgeschermd worden. [13]

Leylijnen en aardstralen

Het bestaan van leylijnen en aardstralen is niet wetenschappelijk aangetoond.


De uitdaging van James Randi

Het gebruik van de wichelroede

De goochelaar en scepticus James Randi looft sinds jaren een prijs uit van 1 miljoen US dollar voor eenieder die - onder testomstandigheden waar beide partijen mee akkoord gaan - een bovennatuurlijke vaardigheid kan laten zien. Wichelroedelopen is de meest voorkomende claim waarmee mensen proberen deze prijs te winnen. Randi heeft door de jaren honderden wichelaars getest en tot nu toe hebben ze allen gefaald.

Een typische test door Randi gaat als volgt:
De wichelaar moet aangeven wat het is dat hij kan vinden met zijn wichelroede. Dit kan bijvoorbeeld goud zijn. Er worden dan 10 dozen met de opening naar beneden op de grond geplaatst. Onder een van de dozen, willekeurig gekozen, wordt dan een gouden voorwerp geplaatst (b.v. een ring, maar een goudstaaf is ook al gebruikt) waarna de wichelaar mag aanwijzen onder welke doos dit voorwerp ligt. In eerste instantie voert Randi deze test niet blind uit, zowel hij als de wichelaar weten onder welke doos het voorwerp ligt. Bij dit deel van de test slaat de wichelroede altijd uit zoals de loper gezegd heeft dat hij zal doen. Dit deel van de test is om te controleren of er geen omstandigheden zijn die de loper hinderen. Indien de loper het er mee eens is dat alles naar behoren werkt wordt deze test nu dubbelblind uitgevoerd. Dit wil zeggen dat het voorwerp onder een willekeurige doos geplaatst wordt door een derde persoon en dat zowel Randi als de loper niet weten onder welke. Tot nu toe heeft geen enkele wichelroedeloper die door Randi is getest de test kunnen volbrengen, wanneer de test dubbelblind werd uitgevoerd.

De testen die Randi uitvoert worden altijd in overleg en met instemming van de geteste persoon ontworpen en uitgevoerd. In eerste instantie wordt een voortest uitgevoerd, waarin de kans dat een persoon door puur toeval slaagt in de orde van 1 op 100 ligt. Bij de uiteindelijke test zal dit 1 op 10.000 tot 100.000 zijn. Tot nu toe heeft nog niemand, wichelaars incluis, de voortest kunnen volbrengen.


Bronnen

  • Barrett, William, The Dowsing Rod (1926).
  • Carroll, Robert T., The Skeptic's Dictionary.
  • Gardner, Martin, Fads & Fallacies in the name of science (Dover Publications, 1952) ISBN 0-486-20394-8.
  • Kasteleyn, Erik W., Wetenschappelijk Onderzoek Wichelroedelopen en Geopathie (Stichting Ochêma, 1993) ISBN 90-800847-1-9
  • Randi, James, Flim Flam (Prometheus Books, 1982) ISBN 0-87975-198-3.
  1. a b Marks, David F. (March 13, 1986). Investigating the paranormal. Nature 320: 119–124 (Nature Publishing Group). ISSN: 0028-0836. DOI: 10.1038/320569b0.
  2. Eric L. Sauser& Aude G. Billard (2006): 'Parallel and distributed neural models of the ideomotor principle: An investigation of imitative cortical pathways', in Neural Networks Volume 19 Issue 3, April 2006, Pages 285-298 The Brain Mechanisms of Imitation Learning
  3. James Randi (1999): 'The Matter of Dowsing', in: from Swift, Vol. 2, No. 3/4 January, 1999, bekeken op 21 november 2009.
  4. Ongley, P. (1948). New Zealand Diviners. New Zealand Journal of Science and Technology 30: 38–54. via Hines, Terence (2003). Pseudoscience and the Paranormal, Second. Prometheus Books, Amherst, New York, p. 420. ISBN 9781573929790.
  5. Vogt, Evon Z., Ray Hyman (1979). Water Witching U.S.A., 2nd. Chicago University Press, Chicago. ISBN 9780226862972. via Hines, Terence (2003). Pseudoscience and the Paranormal, Second. Prometheus Books, Amherst, New York, p. 420. ISBN 9781573929790.
  6. Wagner, H., H.-D. Betz, and H. L. König (1990), Schlußbericht 01 KB8602, Bundesministerium für Forschung und Technologie. Aangehaald door Enright in de Skeptical Enquirer
  7. Enright, Jim T., The Failure of the Munich Experiments. 'Skeptical Inquirer'. Paul Kurtz (Jan/Feb 1999). Geraadpleegd op 14 november 2006. "The researchers themselves concluded that the outcome unquestionably demonstrated successful dowsing abilities, but a thoughtful re-examination of the data indicates that such an interpretation can only be regarded as the result of wishful thinking."
  8. Enright, J. T. 1995. Water dowsing: The Scheunen experiments. Naturwissenschaften 82: 360-369.
  9. Betz, H.-D., H. L. König, R. Kulzer, R. Trischler, and J. Wagner. 1996. Dowsing reviewed — the effect persists. Naturwissenschaften 83: 272-275.
  10. Ertel, S. (May, 1996). The dowsing data defy Enright's unfavorable verdict. Naturwissenschaften 83 (5): 232–235 (Springer Berlin / Heidelberg). ISSN: 1432-1904. DOI: 10.1007/BF01143332. Geraadpleegd op 26 september 2009.
  11. Enright, J. T. (June, 1996). Dowsers lost in a Barn. Naturwissenschaften 83 (6): 275–277 (Springer Berlin / Heidelberg). ISSN: 1432-1904. DOI: 10.1007/BF01149601. Geraadpleegd op 26 september 2009.
  12. GWUP-Psi-Tests 2004: Keine Million Dollar für PSI-Fähigkeiten (Duitstalig) and Engelstalige versie.
  13. Harvalik, Z. V. (1978). Anatomical localization of human detection of weak electromagnetic radiation: experiments with dowsers.. Physiol Chem Phys 10 (6): 525–34.
Zie de categorie Dowsing van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.