Alfred Newman

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Alfred Newman
Alfred Newman
Algemene informatie
Geboren 17 maart 1901
Geboorteplaats New HavenBewerken op Wikidata
Overleden 17 februari 1970
Overlijdensplaats HollywoodBewerken op Wikidata
Land Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Werk
Beroep componist, dirigent
Instrument(en) piano
(en) AllMusic-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) IMDb-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Alfred Newman (New Haven (Connecticut), 17 maart 1901 - Hollywood, 17 februari 1970) was een bekend filmmuziekcomponist, hij was eveneens dirigent.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Newman kon al als klein jongetje piano spelen. Alhoewel in een familie met negen kinderen niet te veel geld over was, kon hij muzieklessen nemen bij de Poolse componist en pianist Sigismond Stojowski. Hij won twee muziekwedstrijden en kon later studeren. Hij studeerde in New York bij onder anderen Rubin Goldmark en George Wedge. Toen hij later in Hollywood was, studeerde hij ook privé bij Arnold Schönberg. Gedurende de jaren 1920 dirigeerde hij vooral musicals in de Broadwaytheaters.

In 1930 vertrok hij naar Hollywood en werd componist voor meer dan 200 films in de periode 1930-1970 waarmee hij 9 Oscars verzamelde; in totaal werd hij 45 maal genomineerd. Hij is hiermee de filmcomponist met de meeste Oscars, gevolgd door Alan Menken (8 Oscars) en John Williams (5 Oscars). Met Williams deelt hij ook de plaats van 45 oscarnominaties te hebben. De meeste films van Newman zijn geschreven voor 20th Century Fox films voor wie hij de huiscomponist was. Newman is ook verantwoordelijk voor de bekende fanfare waarmee alle 20th Century Fox films beginnen.

Alfred Newman komt uit een familie van grote (film)componisten:

Composities[bewerken | brontekst bewerken]

Werken voor harmonieorkest[bewerken | brontekst bewerken]

Filmmuziek[bewerken | brontekst bewerken]

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • William Darby, Jack Du Bois: American film music : major composers, techniques, trends, 1915-1990, London: McFarland & Company, Inc., 1999. 623 p., ISBN 978-0-7864-0753-8
  • Harry Mackenzie: The directory of the Armed Forces Radio services series, Westport, Connecticut: Greenwood Press, 1999. 280 p., ISBN 978-0-3133-0812-3
  • Ken Bloom: American song – The complete musical theater companion: 1877-1995, Second edition, New York: Schirmer Books, 1996. 2093 p. ISBN 978-0-0287-0484-5
  • Wolfgang Suppan, Armin Suppan: Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1994, ISBN 3-923058-07-1
  • Colin Larkin: The Guinness encyclopedia of popular music, Enfield, Middlesex: Guinness Publishing, 1992, 4V p. ISBN 978-0-8511-2721-7
  • Paul E. Bierley, William H. Rehrig: The heritage encyclopedia of band music : composers and their music, Westerville, Ohio: Integrity Press, 1991, ISBN 0-918048-08-7
  • James L. Limbacher, H. Stephen Wright: Keeping score : film and television music, 1980-1988 (with additional coverage of 1921-1979), Metuchen, N.J.: Scarecrow Press, 1991. 928 p., ISBN 978-0-8108-2453-9
  • Christopher Palmer: The composer in Hollywood, London, New York: Marion Boyars, 1990. 346 p., ISBN 978-0-7145-2885-4
  • Alain Lacombe: Hollywood rhapsody: l'âge d'or de la musique de film à Hollywood, Paris: Jobert Transatlantiques, 1983. ISBN 978-2-903933-03-6