Fervaal

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Fervaal is een opera in drie aktes en een proloog en vormt het 40ste opus van de Franse componist Vincent d’Indy. De componist verzorgde zelf het libretto, dat hij deels baseerde op het lyrische gedicht Axel[1] van de Zweedse schrijver Esaias Tegnér. D’Indy werkte van 1889 tot 1895 aan deze opera[2] waarvan de partituur in 1895 werd uitgegeven.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

De première van Fervaal vond plaats op 12 maart 1897 in de Koninklijke Muntschouwburg te Brussel. Vervolgens werd de opera opgevoerd in Parijs in 1898 en 1912.[3] De eerste van de 13 uitvoeringen die in de Opéra-Comique in Parijs plaatsvonden, werd op 10 mei 1898 gedirigeerd door André Messager. De cast bestond uit onder meer Jeanne Raunay en Georges Imbart de la Tour, die tevens deelnamen aan de Brusselse première, samen met Gaston Beyle, Ernest Carbonne en André Gresse.[4]

De laatste geënsceneerde uitvoering van deze opera vond plaats in 1912-1913 in de Parijse Opéra Garnier, opnieuw onder directie van Messager. Sindsdien is de opera nooit meer op het toneel opgevoerd, maar wel in concertante vorm uitgezonden door de Franse radiozender RTF in 1962.[5] Het Stadttheater in Bern bracht ook twee concertuitvoeringen op 28 mei en 18 juni 2009 in een directie van Srboljub Dinić.[6] Op 14 oktober 2009 werd het werk ook uitgevoerd door het American Symphony Orchestra onder leiding van Leon Botstein in het Lincoln Center te New York.[7]

De historische recensies die deze opera kreeg, zoals bijvoorbeeld die van Maurice Ravel, beschreven Fervaal als een werk dat een sterke invloed kende van de opera's van Richard Wagner,[8] zoals Parsifal.[9] Deze opera kan dan ook beschreven worden als epiek met Wagneriaanse tinten. Anya Suschitzky publiceerde een grondige analyse van de opera, waarin zij die beschrijft in de context van het Franse nationalisme en de invloed van Wagner op toenmalige Franse componisten.[10] James Ross[11] heeft deze opera ook beschreven, binnen de context van de toenmalige Franse politiek en het Franse nationalisme.[12] Manuela Schwartz heeft een gedetailleerde beschrijving opgesteld van de relatie tussen het verhaal Axel van Esaias Tegnér en de opera Fervaal.[13]

Binnen de context van het religieuze thema van het paganisme tegenover het Christendom gebruikt d’Indy het oude muzikale thema van Pange lingua als muzikale representatie van de nieuwe christelijke religie die de oude paganistische religie ondermijnt.[14]

Rolverdeling[bewerken | brontekst bewerken]

Rol Stem Premiere rolverdeling, 12 maart 1897[15]
(dirigent: Philippe Flon)
Fervaal, Keltisch leider tenor Georges Imbart de la Tour
Guilhen, Saraceen sopraan Jeanne Raunay
Arfagard, Druïde bariton Henri Seguin
Kaïto contra-alt Eugénie Armand
Lennsmor, priester tenor Paul Isouard
Grymping, priester bariton Hector Dufranne
Herder Julia Milcamps
Boodschapper bariton Cadio
Ilbert (Keltisch leider) tenor Dantu
Chennos (Keltisch leider) tenor Gillon
Ferkemnat (Keltisch leider) tenor Victor Caisso
Gwelkingubar (Keltisch leider) bas Henri Artus Blancard
Berddret (Keltisch leider) bas Delamarre
Helwrig (Keltisch leider) bas Charles Danlée
Geywhir (Keltisch leider) bas Van Acker
Buduann (Keltisch leider) bas Roulet
Penwald (Keltisch leider) bas Verheyden
Edwig (Keltisch leider) tenor Luc Disy
Moussah tenor Luc Disy
Boeren, Saracenen, Priesters en Priesteressen, Barden, Krijgers, Stem

Instrumentatie[bewerken | brontekst bewerken]

Synopsis[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de proloog vallen Saraceense bandieten de Galliërs Fervaal en Erfadard aan, waarna zij hun slachtoffers gewond achterlaten. Guilhen, de dochter van de Saraceense emir en tevens een tovenares, redt de twee mannen van de dood. Guilhen wordt echter op slag verliefd op Fervaal en biedt hem aan hem te genezen. Tijdens het einde van de proloog wordt Fervaal naar het paleis van Guilhen gebracht.

Tijdens de eerste akte vertelt Arfagard Fergaal over diens achtergrond en opvoeding. De jonge man is de zoon van een Keltische koning van het land van Cravann en is voorbestemd om de laatste verdediger van de oude goden (de Nuées) te zijn. Farvaard is opgedragen om zijn thuisland te behoeden voor invasies en plunderingen, maar moet de liefde afzweren om deze taak te kunnen volbrengen. Wanneer Guilhen echter weer ten tonele verschijnt blijkt de liefde tussen haar en Fervaal wederzijds te zijn. Arfagard eist dat Fervaal de tovenares verlaat om zijn missie te volbrengen. Nadat Fervaard Guilhen alleen heeft achtergelaten, roept Guilhen een bende Saracenen aan om haar te wreken door Cravann binnen te vallen.

Aan het begin van de tweede akte zijn Arfagard en Fervaal teruggekeerd naar Cravann, waar zij in de bergen de godin Kaito raadplegen. Kaito brengt hun deze profetie:

"Si le Serment est violé, si la Loi antique est brisée, si l'Amour règne sur le monde, le cycle d'Esus est fermé.

Seule la Mort, l'injurieuse Mort, appellera la Vie. La nouvelle Vie naîtra de la Mort."

"Indien de eed is verbroken, indien de aloude wet is overtreden, indien liefde de wereld beheerst, dan wordt de cyclus van Esus gesloten.

Enkel de dood, de verderfelijke dood, kan leven voortbrengen. Uit de dood zal nieuw leven geboren worden."

Arfagard begrijpt de betekenis van deze voorspelling niet. Fervaal gelooft echter dat de schending uit de profetie slaat op zijn eigen eedbreuk tegenover de liefde, en dat een verlossende dood zijn einde zal vormen. Arfagard stelt vervolgens Fervaal voor aan de leiders van Cravann, die hem begroeten als hun nieuwe bevelhebber of Brenn. Fervaal voorspelt hen dat hij zal falen als leider en dus ook als redder van zijn land, maar hij gelooft wel dat hij zijn verlossende dood zal kunnen vinden als militair aanvoerder. Fervaal tracht deze situatie uit te leggen aan Arfagard, die hierdoor bevreesd raakt voor de toekomst van zijn volk.

Aan het begin van de derde akte heeft het leger van Cravann de strijd verloren. Fervaal heeft het conflict overleefd, hoewel hij wenste te sterven tijdens het gevecht. Vervolgens vraagt hij aan Arfagard om hem te doden als offer om zo zijn plicht te vervullen. Guilhen verschijnt echter opnieuw ten tonele, waardoor Fervaals liefde voor haar weer ontwaakt en hij zich bedenkt. Arfagard tracht daarop om Fervaal te vermoorden, maar Fervaal steekt hem neer. Samen met Guilhen verlaat Fervaal het strijdveld en beklimt hij de bergen rond het slagveld. Uitgeput door de tocht sterft Guilhen echter in Fervaals armen. Fervaal treurt om de dood van Guilhen en Arfagard, waarna hij het koor de Pange, lingua melodie hoort zingen. Hij draagt het lijk van Guilhen tot op de top van de berg, waar het besef doordringt dat de heerschappij van de nieuwe god onvermijdelijk is. Wanneer hij het podium verlaat, komt de zon op die de wereld in hemels licht baadt.

Opnamen[bewerken | brontekst bewerken]

Commerciële opnamen van Fervaal zijn nooit gemaakt. Wel werd een volledige productie op 22 maart 1962 opgenomen door de Franse radio en op 29 oktober van dat jaar uitgezonden. Deze historische opname, de enige complete, werd in 2015 op cd uitgebracht door het platenlabel Malibran (MR771). De cast: Jean Mollien (Fervaal); Micheline Grancher (Guilhen); Pierre Germain (Arfagard); Janine Capderou (de godin Kaïto); Jean Michel (Edwig); Joseph Peyron (Chennos); Christos Grigoriou (Geywihr); Gustave Wion (Berddret); Lucien Lovano (Helwrig); koor en orkest van de ORTF; Pierre-Michel Le Conte, dirigent.

In 2004 zond de BBC een eigen opname uit van het derde deel van Fervaal, dit in context van hun Composer of the Week programma. Dit waren de uitvoerders: Stuart Kale (Fervaal); Christine Rice (Guilhen); David Kempster (Arfagard); BBC National Chorus of Wales; Jean-Yves Ossonce, dirigent. Deze BBC-opname is niet op cd uitgebracht.

Alleen de Prélude tot de eerste acte is een aantal keren opgenomen:

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]