Gebruiker:Femke/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie


Groene politiek[bewerken | brontekst bewerken]

De zonnebloem, het symbool van Groene politiek

Groene politiek is een politieke stroming die gericht is op een ecologisch duurzame samenleving gebaseerd op sociale rechtvaardigheid en basisdemocratie. De politieke term "groen" werd voor het eerst gebruikt door de Duitse Grünen, een groene partij gevormd in de jaren 70. Sindsdien zijn over de hele wereld groene partijen opgericht en behalen ze wisselende politieke successen.

Aanhangers van groene politiek, Groenen genaamd, delen veel ideeën met ecologisme, natuurbehoud, natuurbescherming, milieubewegingen, feminisme en vredesbewegingen. Ook zetten groene partijen zich vaak in voor burgervrijheden, sociale rechtvaardigheid, pacifisme en sociale progressie. Groene partijen worden over het algemeen gezien als links in het politieke spectrum.

De groene ideologie heeft connecties met andere eco-centrische politieke ideologieën, inclusief ecosocialisme, ecoanarchisme en ecofeminisme, maar in hoeverre deze bewegingen gezien kunnen worden als deel van de groene politiek staat ter discussie.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Aanhangers van groene politiek zien het vaak niet alleen als een politieke maar ook als een deel van een algemeen wereldbeeld. Groene partijen halen hun ethische inspiratie uit historische figuren zoals Gandhi, Jacob von Uexküll en Spinoza.

De filosofische wortels van milieubewegingen kunnen worden herleid tot de verlichting, met denkers zoals Rousseau in Frankrijk en later de auteur en naturalist Thoreau in Amerika. Georganiseerde milieubewegingen begonnen in de late negentiende eeuw in Midden-Europa en de Verenigde Staten te ontstaan als reactie op de industriële revolutie met nadruk op ongeremde economische expansie.

"Groene politiek" begon als eerste in natuurbehoudbewegingen zoals de Sierra Club die werd opgericht in 1892 te San Francisco.

Groen-linkse platformen van groene politiek baseren zich op wetenschappelijk en ecologische termen en beleid van milieubewegingen, diepe ecologie, feminisme, pacifisme, anarchisme, liberaal socialisme, ecosocialisme en/of sociale ecologie. In de jaren 70, toen deze partijen invloedrijk begonnen te worden, begon groene politiek deze bewegingen te verbinden.

Vroege ontwikkeling[bewerken | brontekst bewerken]

Mede oprichter voor de Duitse Grünen, Petra Kelly, met het Duitse ex-kabinetslid, Otto Schily, bij een persconferentie in 1983.

In 1970 behaalde een Nederlandse politieke partij genaamd de Kabouterbeweging enkele zetels in gemeenteraden van grote steden. De Kabouters kwamen voort uit de Provo beweging met hun "witte plannen", zoals het witte fietsenplan (gratis door iedereen te gebruiken) en het witkarproject. Hierna introduceerden ze "Groene plannen".

De eerste politieke partijen met een basis in milieubewegingen was de United Tasmania Group, gestart in maart 1972 in Australie om de ontbossing tegen te gaan en de bouw van een dam die het milieu zou schaden te stoppen (Lake Pedder). Hoewel het maar drie procent van de stemmen haalde inspireerde het volgens Derek Wall "de oprichting van Groene partijen over de hele wereld". In mei van het jaar 1972 op een bijeenkomst bij de Victoria University of Wellington in Nieuw-Zeeland werd de Values Party opgericht, 's werelds eerste nationale Groene partij. Een jaar later, in 1973, werd Europa's eerste Groene partij opgericht in het Verenigd Koninkrijk: de Ecology party.

Hoewel de Duitse Grünen een van de meest bekende Groene partijen in Europa is, door veel media-aandacht, was het niet de eerste. De Bündnis 90/Die Grünen deed voor het eerst mee met de verkiezingen in 1980. Ze startten als een coalitie van burgergroepen en politieke groepen die samen vonden dat hun belangen door de huidige politiek niet goed vertegenwoordigd waren. Na de Europese verkiezingen van 1979 identificeerden ze de vier pilaren van de Groene partij (ecologische wijsheid, sociale rechtvaardigheid, basisdemocratie en geweldloosheid) die alle groepen in de originele alliantie erkenden als de basis voor hun gezamenlijke partij. Deze pilaren zijn sindsdien gebruikt door veel Groene partijen over de wereld. Het waren ook de Duitse Grünen die voor het eerst de term "Groen" gebruikten en het symbool van de zonnebloem begonnen te gebruiken. In de Duitse verkiezingen van 1983 wonnen de Groenen 27 zetels in de Bundestag.

Verdere ontwikkeling[bewerken | brontekst bewerken]

In Finland, in 1995, werd de Groene Liga de eerste Europese partij die deel werd van een coalitie op staatsniveau. De Duitse Groenen volgden in 1998-2005. In 2001 bereikten ze een akkoord om de Duitse afhankelijkheid van nucleaire energie te stoppen. Ook steunden ze kanselier Gerhard Schröder in de oorlog in Afghanistan. Dit veroorzaakte veer spanning met de andere Groene partijen, maar liet wel zien dat ze regeringsverantwoordelijkheid namen.

In Letland werd Indulis Emsis, de leider van de Letse Groene Partij de minister-president van Letland. Daarmee was hij de eerste Groene politicus die een land leidde. In de Duitse deelstaat Baden-Württenburg is de Groene partij sinds 2011 de leider van een coalitie met de Sociaal-Democraten.

Basisprincipes[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens Derek Wall, een prominente Britse Groene politicus, zijn er vier pilaren die Groene politiek definieren: ecologie, sociale rechtvaardigheid, basisdemocratie en geweldloosheid.

In 1984 breidde de Green Committees of Correspondence in de Verenigde Staten de vier pilaren uit tot de tien kernpunten. De zes extra punten waren:

  • Decentralisatie
  • Gemeenschapgerichte economie
  • Post-patriarchale waarden (later vertaald naar Feminisme)
  • Respect voor diversiteit
  • Wereldwijde verantwoordelijkheid
  • Focus op de toekomst

In 2001 organiseerden de Global Greens zich als een internationale Groene beweging. Het Global greens handvest intensifieerde zes gidsende principes:

Economie[bewerken | brontekst bewerken]

Groene economie focust op het belang van het welzijn van de milieu tot kwaliteit van leven. Hieruit volgt dat de meeste Groenen klassiek kapitalisme wantrouwen omdat het de neiging heeft te richten op economische groei in plaats van het welzijn van mensen en het milieu. Om groei te meten zullen ze zich naast economische groei ook focussen op kwaliteit van leven en het milieu. Economische groei die ten koste gaat van het welzijn van mensen en het milieu wijzen ze af.

Sommige Groenen verwijzen naar productivisme en consumentisme als "grijze economie", contrasterend met een "groene" economische visie.

Daar uit volgend pleiten Groene partijen voor economisch beleid dat het milieu beschermt. Groenen willen dat overheden stoppen met het subsidiëren van bedrijven die vervuilen of middelen verspillen. Groenen refereren hieraan met "vieze subsidies". Sommige stromingen van de Groene partijen plaatsen enkele auto- en agrarische bedrijven ook in deze categorie omdat ze de mens kunnen schaden. Aan de andere kant kijken groenen naar een "Groen belasting-systeem" waarin de vervuiler betaalt. Hiermee bemoedigen ze producenten en consumenten op milieuvriendelijke keuzes te maken.

Omdat de Groenen vooral nadruk leggen op het welzijn van het milieu, een issue buiten het klassieke links-rechts spectrum, zijn in de politiek zowel ideeën van socialisme en kapitalisme meegenomen. Linkse Groenen worden vaak Eco-socialisten genoemd. Zij mixen ecologie, milieubescherming, socialisme en Marxisme en leggen de schuld en sociale onrechtvaardigheid, ongelijkheid en conflict in de basis bij de kapitalisme. Eco-kapitalisten, aan de andere kant, geloven dat de vrije markt, met een paar aanpassingen, in staat is om ecologische problemen aan te pakken.

Democratie[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf haar begin heeft de groene politiek affiniteit met basisdemocratie. Volgens haar aanhangers is het cruciaal dat burgers een directe rol spelen in het maken van beslissingen die hun leven beïnvloeden, gebaseerd op participatie van burgers, deliberatieve democratie en consensusdemocratie waar dat mogelijk is.

Groene politiek bemoedigd ook politieke betrokkenheid op individueel niveau zoals bewust consumeren of het kopen van artikelen die ethisch verantwoord en milieuvriendelijk zijn. Veel groene partijen steunen individuele en basisdemocratische betrokkenheid in lokale, regionale en nationale politiek gebaseerd op verkiezingen. Historisch gezien groeiden groene partijen van uit een lokaal niveau op waarbij ze invloed vergaarden en konden doorgroeien naar regionale en provinciale politiek. Ze treden pas toe tot landelijke politiek wanneer er een sterk netwerk is van lokale supporters.

Andere kernpunten[bewerken | brontekst bewerken]

Groene politiek is over het algemeen tegen kernenergie, tegen de ophoping van (semi)-permanente schadelijke gassen in de atmosfeer en handelt volgens het voorzorgsprincipe, waarbij technologien pas geïmplementeerd worden wanneer er bewezen is dat ze mens en milieu niet schaden. In Duitsland en Zweden hebben ze initiatieven gestart om te stoppen met kernenergie. In Duitsland waren ze succesvol en zijn de kernenergie-programma's gestopt.

In de geest van het pacifisme zijn de Groenen tegen de oorlog tegen terrorisme en de beperking van burgerrechten die daar vaak mee gemoeid gaat. Ze richten zich meer op het opbouwen van een deliberatieve democratie in conflictzones en het steunen van een burgermaatschappij met een grotere rol voor vrouwen.

In de Europese Unie steunen de meeste groene partijen een democratisch federaal Europa.

Groene partijen steunen vaak belastingen op fossiele brandstoffen en zijn voor het beperken van het ontwikkelen van genetisch gemodificeerd organismes. Omdat ze vaak betrokken zijn bij het bevorderen van diversiteit, zijn sommige groene partijen betrokken bij het beschermen van tradities, talen en culturen. De Ierse groene partijen steunen bijvoorbeeld het behoud van de Ierse taal.

Nederlandse en Belgse Groene Partijen[bewerken | brontekst bewerken]

In Nederland valt vroeg de "Kabouterbeweging" onder de Groene politieke stroming en later De Groenen, opgericht in 1983. Ze zijn nooit echt een succes geworden. Succesvoller was Groenlinks, het resultaat van een fusie van de CPN, EVP, PPR en PSP.

In België zijn twee groene partijen sinds eind jaren 70 actief. In Vlaanderen is dit Groen, die voorheen Agalev heette. In Wallonië is het Ecolo. Beide partijen hebben meegedaan in een regeringscoalitie.

Categorie:Politieke stroming