Gebruiker:Henxter/Adolf Daens

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Adolf Daens
Henxter/Adolf Daens
Volledige naam Augustin Adolphe Daens
Geboren 18 december 1839
Geboorteplaats Aalst
Overleden 14 juni 1907
Overlijdensplaats Aalst
Land Vlag van België België
Partij Christene Volkspartij
Functies
1894-1898 Kamerlid voor Aalst
1902-1906 Kamerlid voor Brussel
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Adolf Daens (Aalst, 18 december 1839 – aldaar, 14 juni 1907) was een Belgisch geestelijke en politicus. Hij gaf (samen met zijn broer Pieter) zijn naam aan het daensisme, een sociaal-Vlaamsgezinde christendemocratische richting en beweging, waaruit een onafhankelijke partij werd opgericht, m.n. de Christene Volkspartij, waarvan hij ook het programma schreef.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Adolf Daens werd te Aalst geboren als het vijfde kind en de tweede zoon in het bescheiden burgergezin van Ludovicus Daens (1796-1863), leidekker, en van Anna Maria Boon (1798-1875), mutsenmaakster en winkelierster. Daens ging naar de stadsschool op de Kastanjevesten, het huidige Keizersplein. Hij studeerde vervolgens Grieks-Latijnse humaniora bij de paters jezuïeten in het Sint-Jozefscollege, wat hij afsloot als primus perpetuus. Daens had grote intellectuele capaciteiten, maar zijn koppigheid en tegendraads karakter zouden hem voortdurend in problemen brengen.

Hij trad in september 1859 in als novice bij de jezuïeten in Drongen. Daens studeerde filosofie en theologie bij de jezuïeten, werd er adjutor professor en gaf les aan de jezuëtencolleges van Antwerpen, Bergen en Turnhout. In 1871 werd hij echter uit de orde gezet, mogelijks vanwege zijn rebelse karakter. Daarop ging Daens naar het Grootseminarie te Gent. Hij voleindigde er zijn priesterstudies, en werd op 20 september 1873 tot priester gewijd door bisschop Hendrik Frans Bracq. Hij werd vervolgens leraar aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege te Oudenaarde (1873) en onderpastoor te Sint-Niklaas (1876). In 1877 trad hij een tweede keer in bij de jezuïeten, maar nauwelijks enkele dagen later stapte hij er ontgoocheld op en werd opnieuw seculier geestelijke. Hij werd benoemd tot onderpastoor te Kruishoutem en was vervolgens van 1879 tot 1888 leraar aan het Heilige Maagdcollege te Dendermonde. Daens raakte er in conflict met collega's en directie. Hij stelde zich een eerste keer kandidaat voor de functie van directeur van het Stedelijk Hospitaal van Aalst. Bisschop Hendrik Karel Lambrecht beloofde hem een een plaats aan de Katholieke Universiteit Leuven, maar door zijn vroegtijdige dood kwam daar niets van. Lambrechts opvolger Antoon Stillemans stelde Daens een plaats voor als onderpastoor te Luchteren, maar Daens wilde in het onderwijs blijven en weigerde. Hierop liet de bisschop hem zonder betrekking. Daens werd privéleraar en gaf les aan de zoons van minister Léon De Bruyn en advocaat Oscar Schellekens in Dendermonde, en aan de kinderen van Charles-Louis Callebaut, de burgemeester van Wieze, tot 1891.

Daens ging inwonen bij zijn jongere broer Pieter Daens, drukker en uitgever van de katholieke weekbladen Het Land van Aalst en De Werkman, en hielp hem bij de redactie van deze bladen. Omwille van deze medewerking werd, toen hij in 1892 een tweede poging deed om directeur te worden van het Aalsterse Stedelijk Hospitaal, zijn kandidatuur afgeblokt door de conservatieven in het bestuur.

Scheurlijst[bewerken | brontekst bewerken]

Sinds enkele jaren uitte Pieter immers kritiek aan het adres van de enkele conservatieve families die in Aalst onderling de macht verdeelden. Hij verweet hen te weinig oog te hebben voor het lot van de gewone man, en voelde zich gesteund toen paus Leo XIII zijn encycliek Rerum Novarum publiceerde. Pieter voorspelde dat, als de conservatieve notabelen voortgingen democratische kandidaten op hun verkiezingslijsten te weigeren, de katholieke partij uiteindelijk zou weggevaagd worden door revolutie en "goddeloos socialisme". Pieter vond geestesgenoten in de Roelanders uit de streek van Ninove, en vergaderde met hen een eerste keer in april 1893 over de oprichting van een Christene Volkspartij. Het was hun bedoeling om, zoals reeds in Antwerpen gebeurde, democratische kandidaten op de katholieke lijsten verkozen te krijgen. Adolf Daens werd na enkele vergaderingen erbij gehaald en schreef grotendeels het partijprogramma, dat in juli 1893 werd gepubliceerd. De medewerking van een priester gaf de actie van de nieuwe politieke groep de schijn van een kerkelijke legitimatie.

De conservatieve katholieken van het arrondissement, met op kop Léon de Bethune en Charles Woeste, reageerden echter zeer gepikeerd. De hen gunstig gezinde pers en de lokale geestelijkheid lieten niet af om Adolf, Pieter en hun medestanders persoonlijk aan te vallen. Woeste drong aan bij bisschop Stillemans om maatregelen te nemen tegen diens priester Daens, maar Stillemans, geïrriteerd door de arrogantie van Woeste, hield zich op de vlakte.

Hij was van 1894 tot 1898 volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Aalst en van 1902 tot 1906 volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Brussel, maar kreeg tegenwerking van de traditionele Katholieke Partij, de burgerij en de kerkelijke overheid. Uiteindelijk werd hij uit zijn ambt van priester ontzet.



Eerherstel[bewerken | brontekst bewerken]

108 jaar na zijn overlijden - 6 juni 2015 - kreeg hij eindelijk eerherstel van kerkelijke zijde. Mgr. André-Joseph Léonard, aartsbisschop van Mechelen-Brussel, ging voor in de jaarlijkse mis ter herdenking van deze grote Aalstenaar.[1] Later op de dag legde hij bloemen op zijn graf.

Hij zei o.a.: Ik ben hier vandaag voor eerherstel. Spijtig genoeg werd priester Daens niet ondersteund door de bisschop en de aartsbisschop. Ze hebben hem niet geholpen maar veroordeeld. Hadden ze hem begeleid, wat een kans was dat geweest voor het geloof in de streek. Vandaar dat ik hier vandaag ben als aartsbisschop om Daens in ere te herstellen. Beter laat dan nooit.[2]

In zijn strijd voor het arme volk nochtans behield hij altijd zijn geloof en is hij trouw gebleven aan de leer van de Kerk. De priester voerde een goede strijd voor de arbeiders, die schandelijk werden uitgebuit. Ze werden blootgesteld aan de misbruiken van hun bazen en aan de arrogantie van hun volksvertegenwoordigers, die hun taal – het Vlaams – misprezen.[3]

Literaire verwerking[bewerken | brontekst bewerken]

Louis Paul Boon publiceerde in 1971 de documentaire roman Pieter Daens, waarin Pieter Daens, de broer van Adolf, de vertelfiguur is. Dit boek diende als basis van de toneelbewerking (1979) voor het NTG door Frans Redant en Walter Moeremans (met onder anderen Roger Bolders en Herman Coessens) en achteraf de film Daens door Stijn Coninx uit 1992 (met onder andere Jan Decleir als Adolf Daens).

Door het boek van Boon en vooral door de film werd het historisch belang van de broers Daens enigszins uitvergroot. Hoewel figuren als Henri Carton de Wiart eigenlijk belangrijker waren voor de vroege christendemocratie, zijn de broers Daens vergroeid geraakt met het symbool van de vroege christendemocratie.

In oktober 2008 ging de musical Daens, gebaseerd op het boek en de film, in première in het oude postsorteercentrum X te Antwerpen, België. Door het onverwachte succes van deze Studio 100-productie werden de voorstellingen verlengd tot in februari 2009.

Daens eindigde in 2005 op de vijfde plaats in de Nederlandstalige versie van de De Grootste Belg-verkiezing. Zijn broer Pieter strandde op de 152ste plaats.

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Frans-Jos Verdoodt, De zaak Daens. Een priester tussen Kerk en christen-democratie, Davidsfonds, 1993
  • Lode Wils, Van de Belgische naar de Vlaamse natie: een geschiedenis van de Vlaamse beweging, Acco, 2009, p. 147-153


Zie de categorie Adolf Daens van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.


Categorie:Belgisch volksvertegenwoordiger Categorie:Belgisch rooms-katholiek priester Categorie:Persoon binnen de Vlaamse Beweging in de 19e eeuw Categorie:Belgisch politicus in de 19e eeuw Categorie:Uitgetreden jezuïet