Gebruiker:Maddriver371/Dienstgradangleichung

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Mee bezig Mee bezig
Aan deze pagina of deze sectie wordt de komende uren of dagen nog druk gewerkt.
Klik op geschiedenis voor de laatste ontwikkelingen.

Dienstgradangleichung was in tijd van het Derde Rijk de toekenning van een SS-rang aan politieleden, die in de Schutzstaffel (SS) opgenomen werden. Na 1945 werd vaak ten onrechte beweerd dat toetreding tot de SS en de daaropvolgende aanpassing in rang onder dwang en/of zonder tussenkomst van de betrokken politieagenten had plaatsvonden. De bewering dat de gelijkstelling van de rangen het resultaat was van een collectieve overplaatsing van politieagenten naar de SS is eveneens onjuist.

Gewenste samensmelting van politie en SS[bewerken | brontekst bewerken]

Op 17 juni 1936 werd door de Reichsführer-SS Heinrich Himmler het nieuw ambt gecreëerd die van Chef der Deutschen Polizei. In de jaren daarna trachtte Himmler zoveel mogelijk leden van de Ordnungspolizei (Schutzpolizei, Gendarmerie, Berufsfeuerwehr (vrije vertaling: beroepsbrandweer), vanaf 1938 Feuerschutzpolizei) en de Sicherheitspolizei (Kriminalpolizei en Gestapo) over te halen zich bij de SS aan te sluiten.

Verschillende toelatingscriteria bij de Ordnungs- en Sicherheitspolizei[bewerken | brontekst bewerken]

In de rondschrijven van 18 januari 1938 van Himmler, beperkte hij het aantal geüniformeerde (!) leden van de Ordnungspolizei. De toelating tot de SS kon aangevraagd worden door de groep "Alter Kämpfers" - d.w.z. die ambtenaren die er al waren vóór 30 januari 1933 (de dag dat de nazi's de macht overnamen) was lid geweest van de NSDAP of een van haar takken (SA, NSKK, HJ) of een ondersteunend lid van de SS. Na de annexatie van Oostenrijk van maart 1938 kon ook de ordepolitie die bij de annexatie betrokken waren, konden toelating tot de SS vragen.



Ook hoge beamte in het bestuurslichaam, die met politieaangelegenheden belast waren, waren het doelwit van Himmlers "aanwervingsverzoeken". Daartoe behoorde de politiechefs van middelgrote steden (politiedirecteuren) en grote steden (hoofdcommissarissen), die nadat ze in de SS toegetreden waren, ingeschaald moesten worden als SS-Obersturmbannführer of als Standarten-, Ober- of Brigadeführer (afhankelijk van de omvang van de gemeenschap, en het aantal daaraan ondergeschikte politiekorpsen).

Gebrek aan resonantie en afwijking van de toelatingscriteria van de SS[bewerken | brontekst bewerken]

In een rondschrijven van 4 maart 1938 uitte Himmler de verwachting, dat leden van de geüniformeerde Ordnungspolizei die reeds in de SA, NSKK of HJ behoorde nu ook tot de SS toetraden. Aan dit verzoek leek niet in de gewenste mate te zijn voldaan. In december werd er in een rondschrijven opnieuw op gewezen dat de naderende einde voor aanmelding op 31 januari 1939.

Terugkeer van strengere toelatingscriteria[bewerken | brontekst bewerken]

In een brief van 24 april 1943 aan Ernst Kaltenbrunner wenste Himmler de intreding van een beamte van de Sicherheitspolizei alleen dan, "werkelijk vrijwillig gemeld", en “bij het toepassen van een strikte standaard in vredestijd, ras en levensbeschouwelijk bij de SS past.”

Omzetting van de dienstgradangleichung in de praktijk[bewerken | brontekst bewerken]

Een reeds SS-lid werd na zijn toetreding tot de politie bij elke bevordering in de SS ook aangepast in rang bij de politie.

Legendevorming na 1945[bewerken | brontekst bewerken]

Na 1945 beweerde vele politiemannen dat ze tot indiensttreding in de SS gedwongen waren, Ze zouden zonder enige tussenkomst van henzelf een SS-rang hebben gekregen. Deze bewering werd voor het eerst voor de Ordnungspolizei gedaan door de SS-Gruppenführer en Generalleutnant der Polizei Adolf von Bomhard, in een getuigenverklaring tijdens het Proces van Neurenberg. De voormalige Höhere SS- und Polizeiführer Otto Hellwig (voor 1945), schreef tijdens de internering in januari 1948 een (onwaarachtige) beëdigde verklaring, volgens welke Dienstgradangleichungen niet op verzoek, maar automatisch zonder ondervraging waren doorgevoerd. Deze verklaring werd gebruikt door verschillende politieagenten, waaronder Paul Dickopf, die van 1965 tot 1971 president was van de West-Duitse Bundeskriminalamt.

In september 1950 wendde de voormalige Generalmajor der Ordnungspolizei, Rudolf Mueller-Boenigk, zich tot de federale minister van Binnenlandse Zaken Heinemann om de opname van voormalige politieagenten in de nieuw gevormde Bereitschaftspolizei te bevorderen. Vanuit het standpunt van Mueller-Boenigk hadden de politieagenten ‘hun SS-titel zonder enige actie van hun kant [...] omdat een weigering zou hebben geresulteerd in de verwijdering van de officier in kwestie, concentratiekampen en de toepassing van Sippenhaft.” Een legende die niet waar was, maar in de Bondsrepubliek Duitsland lange tijd algemeen werd aangenomen. Als op 6 maart 1963 de nationaal-socialistische verleden van BKA-beambte Theo Saevecke het onderwerp was van een vragenuur in de Duitse Bondsdag. De minister van Binnenlandse Zaken Hermann Höcherl verklaarde, onder verwijzing naar een denazificatieproces, ‘dat Saevecke’s lidmaatschap van de SS moest worden gezien als een onvrijwillige aanpassing in rang."

Beoordeling[bewerken | brontekst bewerken]

Overzicht van rangen van de SS en de Ordnungspolizei[bewerken | brontekst bewerken]


NAVO-rang
Schutzstaffel Schutzpolizei (Schupo) en Feuerschutzpolizei
(1935/38–1941)
Schutzpolizei en Feuerschutzpolizei
(1941–1945)
Polizeiverwaltung (1944) Sicherheitspolizei (Sipo) respectievelijk Kriminalpolizei (1942)
SS-leiders en politieofficieren
OF-10 Reichsführer SS und Chef der Deutschen Polizei
OF-9 SS-Oberst-Gruppenführer
(sinds 1942)
Generaloberst der Polizei
OF-8 SS-Obergruppenführer General der Polizei General der Polizei Polizeipräsident
(alleen in Berlijn, sinds 1944)
OF-7 SS-Gruppenführer Generalleutnant der Polizei Generalleutnant der Polizei Ministerialdirektor
Polizeipräsident (Rang u. a. abhängig von Gemeindegröße)
Reichskriminaldirektor (functie, geen rang. Amtsinhaber 1937–1944 Arthur Nebe, sinds 1941 SS-Gruppenführer)
OF-6 SS-Brigadeführer Generalmajor der Polizei Generalmajor der Polizei Ministerialdirigent
Ministerialrat (in Sonderstellung)
Polizeipräsident
OF-5 SS-Oberführer Oberst der Polizei Oberst der Polizei Ministerialrat
Polizeipräsident
Reichskriminaldirektor
(Amtsinhaber 1944/45 SS-Oberführer Friedrich Panzinger)
OF5b SS-Standartenführer Oberst der Schutzpolizei
Oberst der Gendarmerie
Oberst der Feuerschutzpolizei
Oberst der Schutzpolizei
Oberst der Gendarmerie
Oberst der Feuerschutzpolizei
Polizeipräsident
Ministerialrat
Regierungs- und Kriminaldirektor
OF-4 SS-Obersturmbannführer Oberstleutnant Oberstleutnant Polizeivizepräsident
Polizeidirektor met meer dan 15 dienstjaren
Oberregierungs- und Kriminalrat
OF-3 SS-Sturmbannführer Major Major Polizeidirektor
Polizeirat met meer dan 15 dienstjaren
Regierungs- und Kriminalrat
Kriminaldirektor
Kriminalrat met meer dan 15 dienstjaren
OF-2 SS-Hauptsturmführer Hauptmann Hauptmann
Revierhauptmann (sinds 1940, voorheen Schutzpolizeioberinspektor of Schutzpolizeiinspektor met meer dan 5 dienstjaren in die rang)
Regierungsassessor
Polizeirat
Polizeioberinspektor
Kriminalrat
Kriminalkommissar met meer dan 15 dienstjaren
OF1a SS-Obersturmführer Oberleutnant Oberleutnant
Revieroberleutnant (sinds 1940, voorheen Schutzpolizeiinspektor)
Polizeiinspektor
Polizeiobersekretär
Kriminalkommissar
Kriminalinspektor
OF1b SS-Untersturmführer Leutnant Leutnant
Revierleutnant (sinds 1940, voorheen Obermeister)
Polizeiobersekretär Kriminalkommissar zur Probe
Hilfskriminalkommissar
Kriminalobersekretär
Onderofficieren
OR-1b SS-Untersturmführer
SS-Sturmscharführer (sinds 1938)
Schutzpolizeioberinspektor
Schutzpolizeinspektor
Obermeister
vanaf 16 april 1935 ook Meister
Meister Polizeisekretär Kriminalsekretär
OR-8 SS-Hauptscharführer ofwel SS-Standartenoberjunker tot 16 april 1935: Meister
vanaf 16 april 1935: Hauptwachtmeister ofwel Oberjunker
Hauptwachtmeister ofwel Oberjunker Polizeioberassistent
Polizeioberassistent zur Probe (z. P.)
Polizeiinspektorenanwärter
Krminaloberassistent
Kriminaloberassistent zur Probe (z. P.)
Kriminalkommissaranwärter
OR-7 SS-Oberscharführer tot 16 april 1935: Hauptwachtmeister
vanaf 16 april 1935: Revieroberwachtmeister (Schupo)
Bezirksoberwachtmeister (Gendarmerie, Feuerschutzpolizei)
Zugwachtmeister (kasernierte Bereitschaften)
Revieroberwachtmeister (Schupo)
Bezirksoberwachtmeister (Gendarmerie, Feuerschutzpolizei)
Zugwachtmeister (kasernierte Bereitschaften)
Polizeiassistent
Polizeiassistent z. P.
Polizeiinspektorenanwärter
Kriminalassistent
Kriminalassistent z. P.
Kriminalkommissaranwärter
OR-6 SS-Scharführer ofwel SS-Standartenjunker - Oberwachtmeister ofwel Junker außerplanmäßiger (a. pl.) Polizeiassistent
Polizeiinspektorenanwärter
außerplanmäßiger (a. pl.) Kriminalassistent
Kriminalkommissaranwärter
OR-5 SS-Unterscharführer Oberwachtmeister ofwel Junker Wachtmeister
Polizeiinspektorenanwärter
Polizeiassistenanwärter

Kriminalkommissaranwärter
Kriminalassistenanwärter
Manschappen
OR-3 SS-Rottenführer Wachtmeister met meer dan 4 dienstjaren Rottwachtmeister
Polizeiinspektorenanwärter
Polizeiassistenanwärter

Kriminalkommissaranwärter
Kriminalassistenanwärter
OR-2 SS-Sturmmann Wachtmeister met minder dan 4 dienstjaren Unterwachtmeister
Polizeiinspektorenanwärter
Polizeiassistenanwärter

Kriminalkommissaranwärter
Kriminalassistenanwärter
OR-1 SS-Mann - Polizeianwärter (na zes maanden)
Polizeiinspektorenanwärter
Polizeiassistenanwärter

Kriminalkommissaranwärter
Kriminalassistenanwärter
OR-1 SS-Anwärter - Polizeianwärter - -

Categorie:SS Categorie:Politie in Duitsland