Gebruiker:Patrick/Strookpatroongroepen en de zeven reeksen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De zeven strookpatroongroepen corresponderen met de zeven reeksen van symmetriegroepen in 3D met bij de laatste rotatie in plaats van translatie, en zijn min of meer te beschouwen als het geval n = ∞, de notatie is daar ook op gebaseerd.

In de beschrijving en de blauwe afbeeldingen wordt uitgegaan van een horizontale translatievector bij de strookpatroongroep, en met een verticale rotatie-as bij de 7 reeksen.

Correspondentie:

  • een oneindige herhaling van steeds translaties waarbij je eventueel spiegellijnen en/of rotatiepunten passeert - een rondgang waarbij je spiegelvlakken en/of rotatie-assen elk tweemaal passeert
  • translatie - rotatie om verticale as
  • spiegeling in een horizontale lijn - spiegeling in een horizontaal vlak
  • glijspiegeling - draaispiegeling
  • spiegeling in een verticale lijn - spiegeling in een verticaal vlak
  • rotatie om een punt - rotatie om een horizontale as

Voor het vergelijken kunnen voor de zeven reeksen, symmetrieën van een verticale, korte cilinder beschouwd worden, zoals in de middelste afbeeldingen. De platgemaakte cilindermantel is dan een strook met een lengte die correspondeert met maal de translatie-afstand bij de strookpatroongroepen. Er kan voor het vergelijken zelfs genomen worden. Er is geen rotatiesymmetrie nodig om de verticale as, het na een rondgang op hetzelfde uitkomen correspondeert met de translatiesymmetrie. Het onderscheid tussen horizontaal en verticaal is in deze context relevant, dus ook dat tussen en .

Dit geeft het lijstje , , , , , , . De orde van deze groepen is 1, 2 of 4.

In een isometriegroep met geen andere translaties dan veelvouden van een bepaalde translatievector is de groep van deze translaties een normaaldeler. Afhankelijk van de strookpatroongroep waaronder deze isometriegroep valt, zijn er 1, 2 of 4 equivalentieklassen, en is dus de factorgroep van orde 1, 2 of 4, overeenkomstig de orde van de eerdergenoemde groepen.

Korte aanduidingen zijn, naar de symmetrie van deze tekens, F, bp, B, A, S, H en ~.

Factorgroep van orde 1[bewerken | brontekst bewerken]

C

Bij C is er geen specifieke basislijn, de symmetrie wordt geheel bepaald door de translatievector. Een fundamenteel domein is een oneindige strook, niet noodzakelijk verticaal. Bij Cn in 3D is er een verticale rotatie-as. Een fundamenteel domein is de ruimte tussen twee halfvlakken vanuit de as, die een hoek van 360°/n met elkaar maken.

Voorbeeld: een ronde plaat met op één zijde een figuur met rotatiesymmetrie van orde ; het draaiende deel van een windturbine / propeller / scheepsschroef / ventilator e.d. met n bladen heeft ook vaak deze symmetrie (geen extra symmetrie).

Factorgroep van orde 2[bewerken | brontekst bewerken]

S

Bij S is er een glijspiegeling met een horizontale spiegellijn, en een halve translatie-afstand. Een fundamenteel domein is een oneindige verticale strook vanaf de spiegellijn, met een breedte van een halve translatie-afstand, of de bovenhelft daarvan, maar dan tweemaal zo breed.

Bij is er een draaispiegeling over een hoek van 180°/n om de verticale as, met een horizontaal spiegelvlak. Een fundamenteel domein is een sector tussen twee halfvlakken vanuit de as, die een hoek van 180°/n met elkaar maken (zie afbeelding) of de bovenhelft daarvan, maar dan tweemaal zo breed.

Voorbeeld: een ronde plaat met op één zijde een figuur met rotatiesymmetrie van orde en op de andere zijde, gezien vanaf dezelfde zijde dezelfde figuur maar dan gedraaid.

De groep is cyclisch en wordt voortgebracht door een draaispiegeling. Voor oneven geldt .

De notatie betekent niet dat als speciaal geval een even subscript wordt genomen: met oneven bestaat bij de hier gebruikte notatieconventie niet.

C∞h

Bij C∞h is er een horizontale spiegellijn. Een fundamenteel domein is weer een halfoneindige strook vanaf de spiegellijn, die een hoek (niet noodzakelijk een loodrechte) maakt met deze lijn.

Bij is er een horizontaal spiegelvlak. Een fundamenteel domein is de ruimte begrensd door het spiegelvlak en twee halfvlakken vanuit de as, die een hoek van 360°/n met elkaar maken.

Voorbeeld: een ronde plaat met door en door een figuur met rotatiesymmetrie van orde ;[1]

; voor even geldt ook

C∞v

Bij C∞v is er geen specifieke basislijn, de symmetrie wordt geheel bepaald door twee verticale spiegellijnen per translatie-afstand. Een fundamenteel domein is een oneindige strook tussen twee opeenvolgende spiegellijnen. Bij zijn er n spiegelvlakken door de as, waarvan opeenvolgende een hoek van 180°/n met elkaar maken. Een fundamenteel domein is de ruimte begrensd door twee opeenvolgende spiegelvlakken.

Voorbeeld: een ronde plaat met op één zijde een figuur met symmetrie ; een regelmatige piramide (orde als voor de figuur / het grondvlak; er is geen extra symmetrie).

D

Bij D zijn er per translatie-afstand twee rotatiepunten. Een fundamenteel domein is een oneindige strook tussen twee opeenvolgende rotatiepunten, die een hoek (niet noodzakelijk een loodrechte) maakt met de horizontale translatierichting, of een tweemaal zo brede aan één zijde van de horizontale as. Bij in 3D zijn er naast een verticale rotatie-as ook n horizontale, waarvan opeenvolgende een hoek van 180°/n met elkaar maken. Een fundamenteel domein is een sector tussen twee opeenvolgende horizontale rotatie-assen (zie afbeelding), of de bovenhelft daarvan, maar dan tweemaal zo breed.

Voorbeeld: een ronde plaat met op beide zijden dezelfde figuur met rotatiesymmetrie van orde . Na het aanbrengen van de figuur op de ene kant kan de figuur op de andere kant in een willekeurige stand worden aangebracht voor het bereiken van -symmetrie. Wel kan een keuze gemaakt worden in welke stand de horizontale symmetrie-assen zullen staan ten opzichte van de figuur.

Factorgroep van orde 4[bewerken | brontekst bewerken]

D∞h

Bij D∞h is er een horizontale spiegellijn en zijn er per translatie-afstand twee verticale spiegellijnen. Het fundamenteel domein is een halfoneindige strook tussen twee spiegelhalfrechten en een spiegellijnstuk. Bij zijn er n spiegelvlakken door de as, waarvan opeenvolgende een hoek van 180°/n met elkaar maken. Een fundamenteel domein is de ruimte begrensd door twee opeenvolgende spiegelhalfvlakken en het horizontale spiegelvlak.

(De blauwe ruiten en cijfers 2 links en rechts horen daar niet)

Voorbeeld: een ronde plaat met door en door een figuur met symmetrie ; een regelmatig prisma; een regelmatige bipiramide. (orde ). Voor even geldt ook .


D∞d

Bij D∞d is er een glijspiegeling met een horizontale spiegellijn en een halve translatie-afstand, en zijn er per translatie-afstand twee verticale spiegellijnen en twee rotatiepunten (een tussen elke twee opvolgende). Het fundamenteel domein is een oneindige strook tussen een spiegellijn en een verticale lijn door een nabij rotatiepunt, of een tweemaal zo brede strook aan een zijde van de horizontale spiegellijn. Bij zijn er n spiegelvlakken door de verticale as, waarvan opeenvolgende een hoek van 180°/n met elkaar maken, en daartussen n horizontale assen. Een fundamenteel domein is de ruimte begrensd door zo'n verticaal spiegelhalfvlak en een vlak door de verticale rotatie-as en een nabije horizontale, of door twee opeenvolgende verticale spiegelhalfvlakken en het horizontale vlak (zie afbeelding).

Voorbeeld: een ronde plaat met op één zijde een figuur met symmetrie en op de andere zijde dezelfde figuur maar dan gedraaid; een regelmatig antiprisma.

Voor oneven geldt .

Constructie van de groepen[bewerken | brontekst bewerken]

Isometrieën in de driedimensionale euclidische ruimte met de oorsprong als dekpunt komen overeen met die op een cilinder of bol. Bij objecten beschreven in cilindercoördinaten, , of bolcoördinaten, , vervalt dan de coördinaat of , zodat overblijft of . Bij de zeven reeksen isometrieën verandert bovendien de grootte van of niet, maar alleen eventueel het teken. Hieronder wordt gebruikt.

Bij de zeven reeksen zijn er de volgende isometrieën.

  • , rotatie over een hoek rond de verticale as.
  • , spiegeling in het horizontale vlak .
  • ), spiegeling in het verticale vlak .
  • , rotatie om de as , :
    • .
  • , rotatie om de as , :
    • .
  • (draaispiegeling):
    • .

Merk op dat niet gelijk is aan :

  • .
  • .

Vanaf hier is vast en gaat het om objecten met . Daarbij geldt aanvullend het volgende.

  • Voor verticale spiegelvlakken en voor horizontale rotatie-assen is er een gehalveerde periode:
    • .
  • :
    • .
    • .

Cn wordt voortgebracht door een element dat ook Cn genoemd wordt, en correspondeert met een rotatie over een hoek 2π/n rond de verticale as. De elementen zijn, kort geformuleerd, Cnk (de identiteit en rotaties om de verticale as.

De groepen bevatten de volgende isometrieën (eerst per sector, dan in totaal):

  • Cn, geen extra symmetrie.
  • S2n, met draaispiegeling ( draaispiegelingen).
  • Cnh, met spiegeling σh (1 spiegeling en draaispiegelingen).
  • Cnv, met spiegeling in een vlak door de verticale as ( maal).
  • Dn, met 180° rotatie om een horizontale as bij die de verticale as snijdt ( maal).
  • Dnh, met , en (1 spiegeling in het horizontale vlak, draaispiegelingen, spiegelingen in verticale vlakken, en rotaties om een horizontale as waar spiegelvlakken elkaar snijden).
  • Dnd, met , en , een verticaal spiegelvlak bij en rotatie om een horizontale as bij ( draaispiegelingen, spiegelingen in verticale vlakken, en rotaties om een horizontale as tussen twee verticale spiegelvlakken). Gegeven de draaispiegeling brengen verticale spiegelvlakken tussenliggende rotatie-assen met zich mee en omgekeerd.

Vijf groepen worden dus voortgebracht door Cn en nul, een of twee van de elementen σh, σv en σhσv. Bij twee maakt niet uit welke twee, want elk tweetal brengt de derde voort. Bij de resterende twee groepen is er een niet-triviale draaispiegeling met eventuele extra symmetrie, maar niet zodanig dat de orde van de rotatiesymmetrie om de verticale as wordt vergroot, want dan valt de resulterende symmetrie onder een hogere waarde van n.

Abstracte structuur[bewerken | brontekst bewerken]

C en S hebben de abstracte structuur van de groep Z.

C∞v, D en D∞d hebben de abstracte structuur van de oneindige dihedrale groep Dih.

C∞h heeft de abstracte structuur van Dih Z2.

D∞h heeft de abstracte structuur van Dih Z2.