Gebruiker:YukiKoKo/Kattenvachtgenetica

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie


2 katten met vachten van hoge concentratie feomelanine-pigment; links crème cyper (verdund rood) en rechts rood cyper (onverdund)

Kattenvachtgenetica is de studie naar de genetica (genexpressie) bij de vacht van de gedomesticeerde huiskat. De term haarkleed beschrijft het fenotype (waarneembare eigenschappen) van de vacht, welke kan bestaan uit verschillende kleuren, patronen, aftekeningen en structuren. Het fenotype wordt bepaald door genetische vererving van de ouderkatten (genotype) en milieufactoren.

Vachtkleuren bij katten worden bepaald door de verhouding tussen twee melamine pigmenten; een donker zwart-bruin pigment, eumelanine, en een licht rood pigment, feomelanine. Daarnaast kan de afkeuring in het haarkleed ook bepaald worden door een gebrek aan pigment, wat resulteert in een effen-witte vacht en lichtroze huid.

Kattenvachten komen voor in veel verschillende kleuren, patronen, aftekeningen en structuren. Met name in kunstmatig selectief gefokte raskatten is een groot spectrum hiervan te vinden. De geaccepteerde vachtvariaties in een bepaald ras is beperkt tot een specifieke verzameling aan kleuren, deze zijn vastgelegd in een rasstandaard door de kattenstamboekverenigingen.[1]

Kattenhaar[bewerken | brontekst bewerken]

Haarsoorten en structuur[bewerken | brontekst bewerken]

Golvende vachtstructuur van een krulharige Devon Rex, welke alleen bestaat uit wolhaar en kroonhaar
Overzicht van de drie haarsoorten (wolhaar, kroonhaar en dekhaar) van de agoetiharen bij een zwarte cyperse huiskat. De wol- en kroonhaar zijn gegolfd. De kroon- en dekharen hebben dezelfde lengte en hebben aan de toppen een agoeti-kleuring.

Kattenvacht is onder te verdelen in vier groepen; korthaar, langhaar (incl. halflanghaar), krulhaar (golvend, draadhaar) en haarloos (naaktkat). De meeste katten zijn kortharig, net als hun voorouder.[2] De vacht komt van nature in drie soorten haren voor; wolhaar (donshaar), kroonhaar (granhaar of grannenhaar) en dekhaar.[3][4] De lengte, dichtheid en verhoudingen van deze drie haren variëren sterk tussen rassen, en bij sommige katten worden slechts één of twee haarsoorten aangetroffen.[2] In de meeste katten vormen de kroonharen het meest zichtbare deel van de vacht en bepalen ook de vachtkleur. Naast de haren in het haarkleed heeft een kat ook snor- en tastharen. In principe heeft een kat dus officieel vier haarsoorten.

Vachtlagen[bewerken | brontekst bewerken]

De meeste Oosterse rassen hebben slechts één enkele laag van zijdezachte dekharen, bijvoorbeeld de Siamees en Oosters korthaar.[2] Ook naaktkatten hebben alleen een enkellaagse vacht, maar deze bestaat uit wolharen.[4]

Daarnaast kunnen katten ook een dubbellaagse vacht hebben uit twee haarsoorten, waarbij de wolharen de zachte, temperatuurregulerende ondervacht vormen en de kroonharen of dekharen de beschermende bovenvacht.[2] De Rexkatten hebben een z’n dubbellaagse vacht uit wolhaar en kroonhaar.[4]

Een typische kattenvacht bestaat uit alle drie de natuurlijke haarsoorten, maar vanwege de zo goed als gelijke lengte van twee van deze haren wordt de vacht nog steeds als dubbellaags beschouwd.[2][4] Oftewel, de meeste katten hebben een onder- en bovenvacht uit twee of drie haarsoorten. De haren van deze twee vachtlagen worden ook wel de primaire haren (bovenvacht) en secundaire haren (ondervacht) genoemd.[4] De wol- en kroonharen vormen meestal samen de ondervacht.[2] Dubbele vachten komen bijvoorbeeld voor bij de gewone (rasloze) huiskat in Europa, Blauwe Rus, Pers, Brits korthaar, Maine Coon en Noorse boskat. Katten met een dubbele vacht en een dikke ondervacht hebben frequente verzorging nodig, omdat deze vacht snel gaat klitten.

Als laatste bestaan er zelfs katten die alle drie de natuurlijke soorten kattenhaar in verschillende lengtes en structuren dragen, waardoor de haren drie verschillende lagen vormen. Dit wordt een een drielaagse vacht genoemd, bestaande uit een boven-, onder- en middenvacht. Dit is echter een uiterst zeldzame vacht bij katten. Siberische (bos)katten en Neva Masquerades staan bekend om hun unieke drielaagse vacht uit wolhaar (ondervacht voor warmteregulatie), kroonhaar (middenvacht voor isolatie) en dekhaar (bovenvacht voor bescherming). Hiermee kunnen zij overleven in het extreme vriesklimaat van de natuurlijke Siberische habitat.[2][3]

Haarkleed[bewerken | brontekst bewerken]

4 kittens met verschillende vachten van hoge concentratie eumelanine-pigment (v.l.n.r.): effen-zwart (incl spookpatroon), zwart cyper, blauw cyper, zwart kleurpunt-cyper

Kleurspectrum[bewerken | brontekst bewerken]

De vachtkleur bij katten komt voor in verschillende hoofdkleuren; wit, zwart, blauw, chocolade, lila, kaneel,[5] reebruin, rood, crème, karamel en abrikoos. In de Noorse boskat komen ook de kleuren amber en lichtamber voor. Deze vachtkleuren worden gevormd door 6 basiskleuren, de verdunningen daarvan, en daar weer de verdunningswijzingen van. Wit is in de praktijk wel een vachtkleur, maar is in wezen eigenlijk een gebrek aan pigmentatie (ontkleuring).

Alle kleuren (behalve wit) worden bepaald door de verhouding tussen twee melamine pigmenten; een donker zwart-bruin pigment, eumelanine, en een licht rood pigment, feomelanine. Ook de huidskleur van de kat (incl. neusleer en voetzool) is afhankelijk van de verhouding van deze twee pigmenten, en is tevens gelinkt aan de vachtkleur. Dit is duidelijk te zien in naaktkatten.

De verhouding van deze twee pigmenten in de amber-kleur is leeftijdsafhankelijk. Een amberkleurige Noorse boskat wordt als zwart cyper geboren (voornamelijk eumelanine), maar naar mate deze ouder wordt veranderd de vachtkleur naar rood cyper (voornamelijk feomelanine).

Overzicht van vachtkleuren[a]
Pigment Groep Basiskleur Verdunning Verdunningswijziger
Eumelanine Westers Zwart Blauw Karamel Karamel op blauw-basis
Oosters Chocolade Lila Taupe, karamel op lila-basis
Kaneel Reebruin Karamel op reebruin-basis
Feomelanine Westers Rood Crème Abrikoos
Beiden Amber Lichtamber Onbekend
Ongepigmenteerd Wit n.v.t. n.v.t.

Oosterse en Westerse kleuren[bewerken | brontekst bewerken]

Verdunning bij cyper
Zwart
Blauw
Karamel

De kleuren kunnen worden opgedeeld in twee groepen; Oosterse en Westerse kleuren. De verdeling wordt gemaakt aan de hand van het traditionele kleurenspectrum van Westerse katten (specifiek in Europa en Noord-Amerika).[2] Westerse kattenliefhebbers merkten aan het begin van het opstellen van kattenrassen (vanaf 1870) op dat Oosterse katten een breder kleurenspectrum hadden dan traditioneel werd gezien in Westerse katten. Deze extra kleuren zijn de Oosterse kleuren. Effen-witte en bonte katten worden daarom meestal ook als Westers beschouwd.[2] Tegenwoordig zijn veel rassen met elkaar gekruist en komen alle kleuren voor in rassen van over de hele wereld. Echter, voor veel rassen geldt nog steeds dat alleen de traditionele kleuren worden toegelaten in de rasstandaard.

Effen en cyperpatroon[bewerken | brontekst bewerken]

Varianten schildpad
Zwarte schildpad (gestroomde lapjes)
Zwarte cypers lapjeskat (grote lappen)

Al de vachtkleuren komen óf voor als een egale, uniforme, éénkleurige vachtafkeuring, welke effen wordt genoemd, óf als een tekening van strepen, lijnen, banen, verbogen patronen, stippen of spikkels, dit heet het cyper(patroon). In de volksmond worden cyperse katten ook wel 'streepjeskatten' of 'tijgertjes' genoemd.[15] Het cyperpatroon komt voor als vachtvariant in de meeste kattenrassen, maar is ook het meestgevonden patroon in de rasloze huis-tuin-en-keukenkat (HTK) in Europa. De cyper is dus geen opzichzelfstaand ras, maar een vachtpatroon.

Bij een cyperse kat komen twee kleurschakeringen voor. De hoofdkleuren vormen het donkerdere cyperpatroon (d.w.z. de tekening van strepen, lijnen, banen, verbogen patronen, stippen of spikkels), dat afgetekend is over een lichtere grondkleur.[7] De kleurbenaming en de genetische kleur is hierbij gekenmerkt door de donkerste kleur in de vacht (vaak te zien aan het puntje van de staart, de oortoppen en de haarplukken rondom de voetzolen).

Aftekeningen[bewerken | brontekst bewerken]

De termen (vacht)aftekening of (vacht)afkleuring omschrijven de mogelijke vachtvarianten in het haarkleed, zoals effen, cyperpatroon, schildpad, lapjes, bont en kleurpunt.

De eumelanine- en feomelanine-pigmenten kunnen ook, in plaats van vermengd (met elkaar binnen een haar), op eigen delen op de vacht voorkomen (ieder in een eigen haar). Deze delen zijn de 'lapjes', en een kat met dit type vachtafkleuring heet een schildpadkat. De schildpadafkleuring is een vorm van mozaïcisme.

De effen en cypervachten kunnen ook in combinatie met witte vlekken voorkomen (bonte vacht), in een kleurpunt-aftekening of als cypers schildpad. Een bonte schildpadkat (met wit) wordt een lapjeskat of driekleurige kat genoemd.

De cypers en effen schildpad- of lapjeskatten komen voor in twee varianten van de lapjesaftekening. De lapjes kunnen in de twee verschillende kleuren in een gestroomde aftekening (Engels: brindled) van kleine door elkaar lopende lapjes voorkomen, of juist in heel duidelijk van elkaar te onderscheiden grote lappen.

Overigens kunnen de lapjes in de twee verschillende kleuren in meerdere tinten van de kleur voorkomen binnen één lapje. Hierdoor kan de schildpadafkleuring soms moeilijk te onderscheiden zijn van een niet-schildpad cyperse kat met een hoge graad van rufisme (grondkleur heeft een diepwarme tint). Wat een schildpadkat van een niet-schildpad cyperse kat onderscheidt is de asymmetrie van de lapjes, waar de warme grondkleuren door hoog-rufisme symmetrisch geplaatst zijn (met de symmetrie-lijn lopend van kop tot staart).

Zilver en goud[bewerken | brontekst bewerken]

De wortels van de haren kunnen ook ontkleurd zijn, waardoor er alleen pigment in de haarpuntjes zit, dit worden zilveren (incl. rookkleur) of gouden katten genoemd. Deze haarpunten bevatten de volledige pigmentatie van de hoofdkleur, en zijn dus niet verdund.

Vachtgenetica[bewerken | brontekst bewerken]

Genetica[bewerken | brontekst bewerken]

Het DNA bestaat uit verschillende loci (enkelvoud: locus), welke de vaste locaties zijn waarop een bepaald gen zich kan bevinden op een chromosoom. Deze loci zijn te vergelijken met de grotere categorieën van vachten, bijvoorbeeld cyper of effen. Op z’n locus bevindt zich een specifieke allel (meervoud allelen), wat een variant is van een bepaald gen. Deze allelen bepalen de specifieke kenmerken van de kat. Ze zijn te vergelijken met de specifieke kleuren en patronen binnen een categorie van vachten, bijvoorbeeld het makreel-patroon als versie binnen de cyper-categorie.

Deze varianten zijn vaak ontstaan als gen-mutaties, en vervolgens over de kattenpopulatie verspreidt. De wildtype-versie van een gen (het wildtype-allel), is de allel welke bestond in de kattenpopulatie voor de mutatie plaatsvond. Sommige mutaties ontstaan in specifieke rassen en worden vervolgens verder gefokt in andere rassen of rasloze huiskatten, maar door de opkomst van de DNA-testen zijn er ook allelen ontdekt welke alleen bij één specifiek ras voorkomen.

DNA-test[bewerken | brontekst bewerken]

Sinds de opkomst van de DNA-thuistesten voor katten in de late jaren 2010, is het mogelijk exact te achterhalen welke vachtkleur en/of -patroon een kat heeft,[14] aangezien deze informatie ligt vastgelegd op het DNA. Deze methode van vaststellen wordt veel gebruikt door raskatfokkers van specifieke vachten om de exacte kleur, patroon, aftekening of structuur te bepalen. Wanneer de kat drager is van een specifiek vacht-gen, kan deze worden gebruikt om een bepaald beoogde vachtvariatie te fokken.

Desalniettemin hebben alle katten een specifieke set van genen, welke vertellen hoe de vacht eruit ziet, en worden voor alle vachttypen DNA-testen aangeboden. Sommige testen zijn ras-specifiek, maar de meeste zijn bruikbaar voor alle kattenrassen en rasloze huiskatten.

A-locus — agoeti[bewerken | brontekst bewerken]

Agoetihaar met banden.

De A-locus is verantwoordelijk voor het cyperpatroon bij katten, oftewel de A van agoeti. Het dominante A-allel maakt cyperpatronen mogelijk; het recessieve a-allel veroorzaakt, als homozygoot, cypervrije (d.w.z. uniforme, effen) kleuring.

Een agoetihaar heeft afwisselend donker 'zwart' (eumelanine) en licht 'rood' (feomelanine) gepigmenteerde banden. Effen haar heeft geen banden, en bestaat geheel uit één kleur.

Factor A zorgt ervoor dat elk haar in de lichtere grondkleur van een cyperse kat agoeti-banden krijgt. Het genotype van de cyper-loci bepalen hoe deze banden van het haar zijn gerangschikt, oftewel welk uiteindelijke cyperpatroon de kat krijgt. De cypertekening zelf, in de hoofdkleur, heeft non-agoetiharen.

Voorbeeld Beschrijving Engels
Agoeti[7] (A):

Kat met cyperpatroon. De agoetiharen van de grondkleur bestaan uit afwisselend gekleurde banden. Het feitelijke cyperpatroon wordt bepaald op de cyper-loci. De term agoeti is vernoemd naar het gelijknamige dier met een vergelijkbare vachtkleur, de agoeti.

agouti
Non-agoeti[7] (a) — effen:

Egaal, uniform gekleurde kat, dus zonder patroon. De haren zijn ook éénkleurig. De vacht heet non-agoeti of effen.

Effen-wit werkt epistatisch (overschaduwend, ontkleurend) over alle kleuren en patronen eronder. Hierdoor kan effen-wit allel A of a hebben.

Een cyperpatroon is altijd aanwezig in de rode of crème delen van een schildpadkat. De andere kleur geeft aan of de kat agoeti of non-agoeti is. Bij deze kat laten de effen-zwarte gebieden zonder cyperpatroon zien dat de kat non-agoeti is.

non-agouti, solid, self
Houtskool (APbe):

Houtskool wordt alleen gevonden in de hybride Bengaal en Savannah.[16][17] Het werkt als een effect op de standaard hoofdkleuren met of zonder zilver. De foto links toont een zwarte houtskool Bengaal met gerozet cyperpatroon.

charcoal

B-locus — eumelanine-pigment (zwart)[bewerken | brontekst bewerken]

Het B-locus is verantwoordelijk voor de vorming van eumelanine, het zwarte pigment in de vacht. Dit zwarte pigment is verantwoordelijk voor alle donkere zwarte en bruine kleuren in de vacht, vandaar de letter B voor bruin. Het B-allel (zwart) is het meest dominant, b (chocolade) is minder dominant en bl (kaneel) is recessief.

Kleuren[bewerken | brontekst bewerken]

Voorbeeld Beschrijving Engels
Zwart (B) — 'wildkleur', 'zwart-bruin', 'bruin', 'donkergrijs', 'koffiekleur' (sepia), 'zibeline' (sepia),[6] 'ebony':

De kleur varieert van warmbruin tot pikzwart. Zonlicht en tyrosine-tekort kan lijden tot een roestbruine kleur.

black, ruddy,
usual, tawny,
seal, ebony, sable, brown, bronze
Chocolade[6] (b) — 'chocoladebruin', 'bruin', 'kastanjebruin' chocolate, chestnut, havanna,[18] champagne
Kaneel (bl) — 'sorrel' cinnamon,
sorrel

O-locus — feomelanine-pigment (rood en schildpad)[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Schildpadkat voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Het dominante O-allel van de rode O-locus verandert het zwarte pigment (o, niet-rood) van de kat in rood (O), vandaar de letter O van oranje. Verdunning van rood pigment wordt crème genoemd. Bij het kleuren van schildpadkatten (Oo) is het pigment van de kat deels rood en deels zwart.

Voorbeeld Beschrijving Engels
Rood (O, OO)
Rood — 'oranje':

Een veel voorkomende vachtkleuren bij katers.

red,
orange,
ginger, auburn
Schildpad (Oo)
Zwart schildpad:

Zwart en rood. De meest voorkomende kleur bij schildpad- en lapjeskatten en een veel voorkomende kleur bij vrouwtjespoezen.

black tortoiseshell
Chocolade schildpad:

Chocolade en rood.

chocolate tortoiseshell
Kaneel schildpad:

Kaneel en rood.

cinnamon tortoiseshell
Blauw schildpad — 'verdund schildpad':

Blauw en crème.

blue tortoiseshell, dilute tortoiseshell
Lila schildpad — 'lavendel schildpad':

Lila en crème. De kat op de foto heeft ook wit, dus is een lila lapjeskat.

lilac tortoiseshell
Plaats uw zelfgemaakte foto hier Reebruin schildpad — 'zandkleur schildpad', 'beige schildpad':

Reebruin en crème. Extreem zeldzaam.

fawn tortoiseshell

D-locus — kleurverdunning[bewerken | brontekst bewerken]

Het D-locus is verantwoordelijk voor de mate van diepte in de kleur van de vacht van de kat, vandaar de letter D van dilute of dense (Engels voor verdunning of kleurdichtheid). Het D-allel (geen verdunning, basiskleur) is dominant ten opzichte van het d-allel (wel verdunning). Naast de standaard kleurverdunning (d) is er ook een dubbele verdunning van de basiskleur mogelijk, waarbij de verdunde kleur nogmaals wordt verdund. Dit heet de verdunningswijziger, DM[19] (Engels: dilute modifier).

Voorbeeld Beschrijving Engels
Eumelanine
Blauw (d) — 'grijs', 'blauwgrijs', 'duifgrijs':

Verdunning van de kleur zwart.

blue, grey
Lila (d) — 'lavendel':

Verdunning van de kleur chocolade.

lilac,
platinum
Reebruin (d) — 'beige', 'zandkleur',[9] 'reekalf':

Verdunning van de kleur kaneel. Dit is een zeer zeldzame vachtkleur.

fawn
Karamel (DM):

Verdunningswijziger van de kleuren blauw, lila of reebruin, welke een verzadigde bruine gloed geeft. Uiterst zeldzaam.

caramel
Feomelanine
Crème (d) — 'roomkleur', 'rossig':

Verdunning van de kleur rood.

cream, buff
Plaats uw zelfgemaakte foto hier Abrikoos (DM):

Verdunningswijziger van de kleur crème, welke juist meer verzadigd is in kleur dan crème. Uiterst zeldzaam.

apricot

Mc-, Sp-, Ta-locus — cyperpatroon[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Cyperse kat voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Een kat moet ten minste één agoeti-gen (A) hebben om een cyperpatroon te dragen. Er zijn vier erkende cyperpatronen; gemarmerd, gestreept, gevlekt en gespikkeld. Eerder werd gedacht dat de allelen van drie cyperpatronen (behalve gevlekt) op één locus lagen met de letter T voor cyper in het Engels, namelijk tabby. Later is aangetoond dat dit niet klopt. Gespikkeld cyper (Ti) en gevlekt cyper (Sp) liggen elk op een eigen loci, maar gemarmerd en gestreept cyper liggen wel op dezelfde locus (Ta).[20]

Gebroken cyperpatroon[bewerken | brontekst bewerken]

De vier erkende patronen (en de niet-erkende varianten) kunnen ook tegelijk voorkomen, wanneer twee verschillende cypergenen tegelijk werken op de vacht. Hierdoor kan een 'gebroken' patroon ontstaan, waarbij de strepen zijn opgebroken in kortere vlekken in de vorm van het patroon. Het verschil tussen een gebroken gemarmerd of gestreept cyper en een echte gevlekt cyperse kat is dat de gevlekt cyper geen strepen of lijnen heeft op de flanken (zijden), maar alleen onregelmatige vlekken of stippen (eventueel zijn er wel strepen op de poten en op de kop).

Voorbeeld Beschrijving Engels
Erkende patronen
Gestreept cyper (TaM) — 'makreel', 'getijgerd':

Inclusief gebroken makreel. Deze kat heeft smalle, soms licht gebogen verticale strepen, die soms worden onderbroken en stippen vormen. Dit patroon is het wildtype en komt vaak voor bij de Europees korthaar en Europeese huiskatten (rasloos).

mackerel tabby
Gemarmerd cyper (Tab) — 'klassiek', 'puistig':

Inclusief gebroken klassiek. Deze kat heeft bredere strepen, die rond een middelpunt op de flank van de kat draaien. Ze hebben een kenmerkend lichtgekleurd "vlinder"-patroon op de schouders en drie dunne aalstrepen (de middelste streep is de donkerste) die over de ruggengraat lopen. Dit patroon komt vaak voor bij de Amerikaans en Brits korthaar.

blotched of classic tabby
Gevlekt cyper (Sp):

De kat met dit patroon heeft geen strepen of lijnen op de flanken, maar onregelmatige vlekken of stippen. Op de poten, kop en staart zijn wel de basisstrepen van de cyper aanwezig, soms met kleine vlekjes tussendoor. Dit patroon komt bijvoorbeeld voor bij de ocicat.

spotted tabby

Homozygoot

Gespikkeld cyper (TiA):

Allel TiA staat voor gespikkeld en Ti+ voor niet-gespikkeld. Bij gespikkeld cyper zijn het grootste deel van de haren agoetiharen, waardoor een gedetailleerd patroon ontstaat (vergelijk agouti rat). Agoetiharen komen ook voor in de grondkleur van de andere cyperpatronen. Het gespikkelde patroon werkt (gedeeltelijk) epistatisch over de andere cyperpatronen. Er zijn ook gespikkelde rassen, waarbij is gefokt op zo min mogelijk basisstrepen. Deze zijn homozygoot voor TiA. Hierdoor blijft (bijvoorbeeld in een Abessijn) alleen een vage M op het voorhoofd en wat onduidelijke strepen op de wangen over. De heterozygoot-vorm wordt veel gezien in Aziatische huiskatten, hierbij zijn op de poten, kop en staart wat strepen te zien.

ticked tabby
Heterozygoot
Niet-erkende patronen
Gerozet cyper:

Uit kruisingen van wilde katachtigen met de gedomesticeerde huiskat (Felis catus) zijn hybride kattenrassen ontstaan met een nieuwe variant van de gevlekte cyper; een cyper-aftekening bestaande uit rozetten, vergelijkbaar met een luipaard. Deze aftekening heeft drie kleurschakeringen; de grondkleur, de hoofdkleur (omlijning rozet) en een kleur welke tussen beiden in ligt (binnenste gedeelte rozet). Voorbeelden hiervan zijn te vinden in de Bengaal en Savannah.

rosetted tabby
Marmer cyper:

In de Bengaal wordt ook een marmerpatroon gevonden, een variant van het klassieke cyperpatroon en kan worden omschreven als een uitgerekt gerozet cyperpatroon. Hierbij zijn ook weer drie kleurschakeringen in de vacht aanwezig.

marble tabby

C-locus — kleurrestrictie (albino en kleurpunt)[bewerken | brontekst bewerken]

De letter C staat voor colour, wat kleur betekent in het Engels. Op de C-locus ligt de recessieve kleurrestrictie vastgelegd door het TYR-gen;[21] van volledige kleuring (C) tot albinokleur (c). Dit kan temperatuur afhankelijke albinisme zijn, oftewel oosterse factoren resulterend in partieel albinisme (kleurpunt), of complete albinisme (compleet effen-witte kat). De Oosterse kleurpunt-restrictie is onder te verdelen in drie partiële albinofactoren; (kleur)punt, mink en sepia.

Voorbeeld Beschrijving Engels
Partieel albinisme (kleurpunt)
Kleurpunt (cs) — 'punt', 'Siamees kleurrestrictie', 'Siamees masker':

Deze afkleuring komt van origine voor in de Siamees. Hij is lichter dan mink. De ogen zijn intens helderblauw.[21][22] Op de foto een zwarte kleurpunt Siamees.

colourpoint, point, Siamese colour restriction, Himalayan pattern
Mink (cscb) — 'Tonkanees kleurrestrictie', 'Tonkanees masker', 'nerts':

Deze afkleuring komt van origine voor in de Tonkanees. Hij is donker dan de punt, maar lichter dan sepia. De ogen zijn blauwgroen; aquamarijn tot turquoise.[21][22] Op de foto een zwarte mink Tonkanees.

mink, Tonkinese colour restriction
Sepia (cb) — 'Burmees kleurrestrictie', 'Burmees masker', 'koffiekleur' (voor zwart), 'zibeline' (voor zwart):[6]

Deze afkleuring komt van origine voor in de Burmees. Hij is donkerder dan mink. De ogen zijn goudgeel tot geelgroen.[21][22] Op de foto een zwarte sepia Burmees.

sepia, Burmese colour restriction
Plaats uw zelfgemaakte foto hier Mokka (cm)

Deze afkleuring komt van origine voor in de Burmees.[21]

mocha
Albino
Albino - blauwe iris (c2) — 'recessief wit (blauwe ogen)':

Zeer zeldzaam. De kat op de foto kan dominant wit (W-locus) zijn.

blue-eyed albino, blue-eyed recessive white
Compleet albino - rode iris (c) — 'recessief wit (rode ogen)', 'echt albino':

Katten met volledig albinisme. Uiterst zeldzaam.

red-eyed albino

W-locus — effen-wit[bewerken | brontekst bewerken]

De W-locus is verantwoordelijk voor egaal, effen-witte vachtkleuring in complete of bonte versie en wordt verkregen door het KIT-gen. Eerder werd er gedacht dat er drie aparte loci waren voor compleet wit (W-locus), bontpatroon (witte vlekken, S-locus) en de witte sokken van de Heilige Birmaan (G-locus), maar nu is bekend dat het gaat om één en hetzelfde KIT-gen en wordt alleen de term W-locus gebruikt. De letter W staat voor wit. De witheidsfactor W voor compleet wit en bontpatroon is dominant, het wildtype w (zonder wit en sokken van de Heilige Birmaan) is recessief. Dominant wit (compleet wit, W) is zelfs dominant over de bonte vachten (Ws).

De witte kleur bedekt alle kleuring en patronen van de andere loci eronder, oftewel het werkt epistatisch. Cyperpatronen komen daarom niet voor in de kleur effen-wit, maar cyperse katten kunnen wel cypers bonte katten zijn en delen van effen-witte vacht in het haarkleed hebben; een wit befje (medallion), witte sokken (tenen of poten), of zelfs grotendeels wit zijn (tweekleurige katten of driekleurige lapjeskatten).

Effen-wit compleet en in bontpatronen
Voorbeeld Beschrijving Engels
Compleet wit
Dominant wit (W) — 'epistasisch wit', 'compleet wit':

Compleet effen-witte kat; 100% wit.

dominant white, solid of self white
Bontpatroon
Van (Ws):

Meer dan 75% wit.

Van
Harlekijn (Ws):

Tussen 50% en 75% wit.

harlequin
Tweekleurig of driekleurig (Ws):

Ongeveer 50% wit.

(true) bicolour, (true) tricolour
Tuxedo (Ws) — 'smoking':[23]

Ongeveer 25% wit. Dit is niet een officiële term bij showkatten, maar wel veel gebruikt onder kattenliefhebbers.

tuxedo
Befje of medaillon (Ws):

Gekleurde kat waarbij alleen op de borst of onderbuik een wit vlekje voorkomt.

medallion, locket
Snowshoe-patroon (Ws):

Het bonte kleurpunt-patroon in de Snowshoe-kat.

Snowshoe-pattern
Witte sokken (Ws):

Een gekleurde kat met alléén de pootjes wit. Mitted is de Engelse vertaling voor 'met wanten' (handschoenen).

mitted
Witte sokken (wg) — Heilige Birmaan:

Heilige Birmaan met witte sokken. Er kan naast de pootjes ook wit op het gezicht, de buik en de borst optreden.[19]

mitted Birman, Birman gloving gene

I-locus — pigmentremmer[bewerken | brontekst bewerken]

De pigmentremmer (I)[19] wordt dominant vererfd en veroorzaakt een zilverkleuring, dit kan zijn zilver cyper of rookkleur (effen). De letter I staat voor inhibitor, wat remmer betekent in het Engels. Het zilver-gen beperkt de pigmentatie van het haar tot aan de haarpunt. De pigmentatie in de haarwortel is geremd, wat resulteert in zilverwitte haren met gekleurde haarpunten. Het zilver-gen kan (behalve met effen-wit) in combinatie met alle andere vachtkleuren en -patronen voorkomen; effen, cyper, schildpad en/of kleurpunt.

Voorbeeld Beschrijving Engels
Zilver cyper (I):

Zilver cyper katten zijn cyperse katten met een ontkleurde haarwortel. Ongeveer 1/2 van de haarlengte aan de haarpunt is gepigmenteerd, de overige 1/2 is ontkleurd tot zilverwit. De hoofdkleur van het cyperpatroon blijft onveranderd, maar de grondkleur is zilverwit.

silver, silver tabby
Rookkleur (I):

Rookkleur-katten zijn effen katten, maar kunnen sterke schaduwpatronen hebben van een cyperaftekening. Dit schaduwpatroon is te zien in de voorbeeldafbeelding links. Alleen 1/8 van de haarlengte aan de wortel is ontkleurd tot zilverwit, de overige 7/8 haarlengte naar de punt toe is wel gepigmenteerd.

smoke
Cameo (I):

De benaming voor rood-zilveren en crème-zilveren vachten.

cameo

WB-locus — brede band[bewerken | brontekst bewerken]

De brede band-locus[19] (Engels: wideband)[24] zorgt voor de verbreding van de afstanden tussen de banden in een agoetihaar, waardoor de haarbasis (haarwortel) ontkleurd wordt van de hoofdkleur. Deze kan ook in samenspel met het zilver-gen (I) in een haar voorkomen. De resultaten worden 'zilveren' of 'gouden' vachten genoemd. Het brede band-gen bepaald dus de lengte van deze zilverwitte of gouden haarbasis. Hierbij geldt dat deze lengte op de rug, tussen de schouderbladen, wordt gemeten. De brede band-mutatie (CORIN-gen) van de Siberische (bos)kat en de Brits korthaar (inclusief genetisch verwante katten) wordt ook gevonden in gouden tijgers.[25][26]

Voorbeeld Beschrijving Engels
Bandbreedte
Shaded (Wb) (in zilver- en goud-variant):

Shaded is Engels voor 'schaduw-kleurverloop'. Alleen 1/3 van de haarlengte aan het uiterste puntje is gepigmenteerd, de overige 2/3 is ontkleurd tot zilverwit of lichtgoud.[2] Dit is een vorm van een zilveren of gouden cyperse kat, maar dan met nog meer ontkleuring (van 1/2 naar 2/3 van de haarlengte).

shaded
Tipped (wb+) (in zilver- en goud-variant) — 'shell', 'chinchilla' (bij Pers):

Tipped is Engels voor 'getopt'. Alleen 1/8 van de haarlengte aan de uiterste haartoppen is gepigmenteerd, de overige 7/8 is ontkleurd tot zilverwit of lichtgoud.[2] Dit is een extreme vorm van zilver of goud in een cyperse kat, met nog meer ontkleuring (van 1/2 naar 7/8 van de haarlengte). In de praktijk is deze kleur alleen zichtbaar op het gezicht en de poten. Bij Perzische katten heet dit effect chinchilla.

tipped, shell, chinchilla (bij Pers)
Mantel (wb) — Pers pewter:

Het mantel-patroon komt alleen voor bij de Pers pewter.[2]

with mantle
Goud
Goud (wb) — 'goud(en)':

Verbreding van de feomelanine banden in een niet-zilveren agoetihaar leidt tot een gouden vacht. De haarwortel wordt door de verbreding warm lichtbruin (honing-kleurig), terwijl de haarpunt gepigmenteerd blijft door de opgeschoven banden van de donkere eumelanine-hoofdkleur.

golden[27]
Sunshine en extreem sunshine (wbSIB, wbeSIB) — Sibeer — 'goud':

Sunshine (zonlicht) en extreem sunshine komen alleen voor bij de Siberische (bos)kat (en daaraan verwante katten).[24][25] Soms wordt de Russische benaming van de kleur, Zolotoy, gebruikt voor de kleur.

sunshine, extreme sunshine, Zolotoy, Siberian recessive extreme wideband, extreme golden
Plaats uw zelfgemaakte foto hier Zilver sunshine (wbSIB, wbeSIB en I) — Sibeer:

Zilver sunshine of bimetallic (twee-metalig, als in zilver en goud) komt ook alleen voor bij de Siberische (bos)kat (en daaraan verwante katten).[25] Het is de combinatie van de gouden sunshine-kleur en de zilveren kleur op verschillende plekken in de vacht, maar ook binnen één haar.[24]

silver sunshine, bimetallic
Koper (wbBSH) — Brits — 'goud':

Koper komt alleen voor bij de Brits korthaar, (en daaraan verwante katten).[25][26][28]

British recessive wideband, copper, light gold, flaxen gold, akita[29]

E-locus — extensie[bewerken | brontekst bewerken]

De inactiverende recessieve mutatie, e, van de extensie E-locus zorgt ervoor dat eumelanine wordt vervangen door feomelanine naarmate de kat ouder wordt.[5] Als kitten heeft de vacht een donkere eumelanine (op zwart gebaseerde) kleur, maar naarmate de kat ouder wordt krijgt de kat een lichtere feomelanine (op rood gebaseerde) kleur.

Voorbeeld Beschrijving Engels
Amber (e):

Amber wordt alleen gevonden in Noorse boskatten. De foto toont links een donkere zwartkleurige kitten en rechts een goudgeelkleurige volwassen zwarte amber cyperse kat. De kleur op zwart-basis heet amber en op blauw-basis heet het lichtamber. De kleur is vernoemd naar amber-hars.

amber
Plaats uw zelfgemaakte foto hier Russet (er) — 'roodbruin':

Russet wordt alleen gevonden in de Burmees.

russet
Carneool (ec) — 'kopal':

Carneool wordt alleen gevonden in de Koerilen stompstaartkat. De kleur is vernoemd naar carneool en kopal-hars. Soms wordt de kleur genoemd naar de Russische benaming Serdolik.

carnelian, copal, serdolik

Overige kleuren en patronen[bewerken | brontekst bewerken]

Voorbeeld Beschrijving Engels
Grizzled — 'grijzig':

Grizzled betekent grijzig in het Engels. Deze kleur komt tot nu toe alleen voor bij de hybride Chausie. De foto links toont een zwarte grizzled gespikkelde cyper Chausie.

grizzled
Plaats uw zelfgemaakte foto hier Karpati:

Dit patroon, oorspronkelijk gevonden bij rasloze huiskatten uit de Karpaten, wordt erkend door ACF en GCCF.

karpati
Roan:

De kleur komt vooral voor in de Lykoi.

roan
Glitter (GI):

Glitter wordt alleen gevonden in de hybride Bengaal. Het geeft het effect van een schittering over de vacht en wordt veroorzaakt door een gouden puntje aan iedere haar.

glitter
Koortsvacht:

Koortsvacht is een tijdig effect in de vacht van kitten, welke is ontstaan doordat de moederpoes tijdens de zwangerschap koorts of veel stres heeft ervaren. Hierdoor krijgt de vacht van haar ongeboren kitten een wit-zilverachtige gloed in de vachtkleur. De koortsvacht is niet permanent. Na de geboorte wordt de zilveren vacht vervangen door de genetisch juiste vachtkleur van het kitten. Dit kan enkele weken tot maanden duren.

fever coat

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie YukiKoKo/Kattenvachtgenetica van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.