Geelwangschildpad

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Geelwangschildpad
IUCN-status: Niet geëvalueerd
Geelwangschildpadden in Diergaarde Blijdorp
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Testudines (Schildpadden)
Onderorde:Cryptodira (Halsbergers)
Superfamilie:Testudinoidea
Familie:Emydidae (Moerasschildpadden)
Geslacht:Trachemys
Soort:Trachemys scripta (Lettersierschildpad)
Ondersoort
Trachemys scripta troosti
Holbrook, 1836
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

De geelwangschildpad[1] (Trachemys scripta troosti) is een schildpad uit de familie moerasschildpadden (Emydidae).[2] De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door John Edwards Holbrook in 1836. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Emys troosti gebruikt.

Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]

De ondersoort komt voor in de Verenigde Staten in onder andere de staten Tennessee, Kentucky, Georgia, en Alabama. De geelwangschildpad komt ook voor in het noorden van Mexico. De biotoop bestaat uit moerassige gebieden, rivieren en meren met enkele boven het water uitstekende objecten om te kunnen zonnen, wat de schildpadden in groepen doen en vaak op elkaar kruipen. Bij verstoring duikt de groep met veel geplons in het water. Het voedsel bestaat uit vlees, vis en waterplanten. Sinds het invoerverbod van de roodwangschildpad, zijn de geelbuikschildpad en de geelwangschildpad de meest verkochte soorten in Nederland. Een echte geelwangschildpad is bijna niet te verkrijgen in Nederland, het betreft meestal kruisingen van geelbuik- en geelwangschildpad. Opgelet: sinds 2016 staan de geelwang- en de geelbuikschildpad ook op de Unielijst. Voor deze soorten geldt dus ook een invoerverbod.

Dit soort schildpadden houdt geen winterslaap. In de winter moet de temperatuur van het water wel 2 à 3 graden lager zijn dan in de zomer, maar nooit lager dan 18 graden.

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De geelwangschildpad bereikt een maximale schildlengte tot 21 centimeter, mannetjes blijven kleiner en hebben langere nagels en een langere, dikkere staart.[3] Het rugschild is bol van vorm, bij jongere exemplaren wat platter. Ook hebben jongere dieren een sterk afstekende landkaarttekening op het schild die met de jaren vervaagt. Een typisch kenmerk zijn twee evenwijdig lopende strepen op de zijkanten van de kop die eindigen bij het oog. Soms kan dit oranje zijn. Bij de verder sterk gelijkende roodwangschildpad zit hier een opvallende rode vlek.

Verschil tussen geelbuik- en geelwangschildpad[bewerken | brontekst bewerken]

De geelwang lijkt heel sterk op de geelbuikschildpad. De geelwangschildpad heeft twee horizontale gele strepen evenwijdig van elkaar op de zijkant van de kop, en een buik met vele donkerbruine vlekken. De geelbuikschildpad is te herkennen door de "S" vormige, gele streep op de zijkant van de kop, en de buik heeft meestal geen tot enkele vlekken.

Bij 'pure', niet-gekruiste exemplaren zijn deze vaak goed te zien, maar kruisingen hebben vaak kenmerken van beide ondersoorten en zijn moeilijk te onderscheiden. In de Nederlandse en Vlaamse reptielenwereld worden er overwegend veel kruisingen tussen deze 2 soorten ontdekt, dit omdat de 2 soorten veel met elkaar zijn gemixt.

Huisvesting[bewerken | brontekst bewerken]

Een volwassen koppel geelwangschildpadden heeft een minimale huisvesting nodig van 150cm lang, 50cm breed en 50cm hoog, met een waterdiepte van minimaal 40cm. Vrouwtjes hebben een vrij groot landgedeelte nodig met zand voor ei-afzet, maar beide seksen houden van zonnen, naast een landgedeelte worden boven water uitstekende objecten gewaardeerd. Vrouwtjes leggen overigens onbevruchte eieren bij gebrek aan een mannetje. Als het vrouwtje geen eitjes kan leggen, kan ze last krijgen van legnood, waarbij men zich tot een in reptielen gespecialiseerde dierenarts zal moeten wenden om het dier te behouden.

De ideale watertemperatuur van deze soort ligt tussen de 24 en de 28 graden en zou nooit onder de 18 graden mogen zakken. De luchttemperatuur moet ongeveer 2 graden hoger zijn, dit om ziekten te voorkomen[bron?]. De watertemperatuur is te regelen met een verwarmingselementje, zoals een warmtemat.

Om te voorkomen dat het aquarium iedere week moet worden verschoond -vlees en vis zijn rottingsgevoelig- kan het best een buitenfilter worden geïnstalleerd. Een buitenfilter is vrij prijzig, maar wel makkelijk. Een buitenfilter is een systeem dat het water goed schoon houdt door het via slangetjes door een ruimte met filtreersubstraat te leiden. Het buitenfilter moet meestal ongeveer elke maand schoongemaakt worden om verstopping te voorkomen, het gefilterde aquarium iedere zes maanden. Het best is om iedere dag de fecaliën en etensresten weg halen.

Op het landgedeelte dient een warmtelamp gericht te worden, waar de schildpad niet bij kan. Een waterschildpad is een koudbloedig dier en moet warmte opnemen om op temperatuur te blijven. Een goede uv-lamp is ook prijzig, maar wel noodzakelijk. Door de uv-straling wordt vitamine D2 deels omgezet in vitamine D3. Deze vitamine is erg belangrijk voor de spijsvertering, het schild en de botten.

Een bodembedekking heeft voor- en nadelen, voordeel is dat het aquarium er sfeervoller uitziet. Ook eten veel schildpadden vaak kleine steentjes om voedsel beter te verteren. Een groot nadeel is dat vuil en bacteriën zich snel ophopen in het substraat. Zonder bodembedekking zijn vuil en etensresten makkelijk met een netje van de bodem te scheppen.

Voedsel[bewerken | brontekst bewerken]

Kleine schildpadden tot ongeveer een half jaar hebben elke dag eten nodig, schildpadden van een half tot twee jaar ongeveer om de dag en volwassen schildpadden van ouder dan twee jaar één à twee keer per week.

In de natuur eten waterschildpadden vooral vlees, vis en waterplanten. De liefhebber bootst dit na om het natuurlijk gedrag te stimuleren en de gezondheid te handhaven. In gespecialiseerde dierenwinkels is ook 'kant-en-klaar' schildpaddenvoer verkrijgbaar. Dit bestaat vaak uit gedroogde insecten en garnaalachtige kreeftjes, en is niet voldoende voor de geelwangschildpad. Het is een tussendoortje en er zitten niet genoeg vitamines in.

In gevangenschap eet de schildpad van alles, vlees als biefstuk, tartaar, geweekte kattenbrokken (voor vitamine D3) en vis (liefst levend) worden zeer op prijs gesteld, naast de benodigde groenten als andijvie en fruit als appel. Daarnaast kunnen ook pinkies (baby-muisjes), garnalen, krekels, regenwormen, muggenlarven (rode, dit zijn larven van de dansmug en steken niet), wasmotten (niet te veel, worden ze dik van) en moriowormen worden aangeboden, eens in de week een halve eierschaal aanbieden is goed voor de calciumhuishouding. Geef eierschalen nooit als volledige maaltijd.

Een aantal voedsel soorten is minder geschikt; banaan heeft een te hoog suikergehalte, levende insecten zoals steekvliegen en wespen kunnen bijten of steken, sla veroorzaakt diarree en hondenvoer is ook niet goed voor ze. Kant-en-klare schildpaddenvoer is niet geschikt als hoofdmaaltijd. Ook bepaalde planten zijn giftig voor de schildpad, zoals klimop.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]