Gens Valeria

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Denarius van Lucius Valerius Flaccus, consul in 100 v.Chr. en later magister equitum van de dictator Sulla

De gens Valeria, ook Valerianen genoemd, was een gens uit het oude Rome waarvan het nomen gentile Valerius of Valeria (voor vrouwen) was.

Ze waren de afstammelingen van Publius Valerius Publicola en een van de oudste families van de stad (gentes maiores). Zij waren de enige Romeinse familie die zich binnen de muren van Rome mocht laten begraven.

Herkomst[bewerken | brontekst bewerken]

Het oeroude patricische geslacht zou onder de Sabijnse koning Titus Tatius in zwang gekomen zijn. De naam, afgeleid van de oude voornaam Valesus/Valerus (varianten zijn ontstaan door rotacisme), luidde oorspronkelijk Valesios. In 312 v.Chr. voerde de censor Appius Claudius de nieuwe schrijfwijze Valerius in. Aangezien de naam in de klassieke oudheid (etymologisch correct) van valere (Latijn: sterk zijn), afgeleid is, gold hij in het met name op militair gebied als een bijzonder goed voorteken. De literaire overlevering over de geschiedenis van de familie, die door de annalist Valerius Antias waarschijnlijk sterk opgesierd is, toont het beeld van een, in tegenstelling tot de spreekwoordelijke Hoogmoed van de Claudii, "volksvriendelijk" houding van de eerste Valerii, waarvoor bijvoorbeeld het aansprekende cognomen Poblicola en de invoering en vernieuwing van de wetten aangaande de provocatio (vorm van zelfmoord door middel van een ander) door Valerii blijk geven.

Het paleis van de Valerii lag tot in de late keizertijd op de Caelius. Bewijzen zijn gevonden voor een sella curulis in het Circus Maximus, alsook van vroeger uit een huis en een later niet meer gebruikte begraafplaats op de Velia heuvel in Rome, waar zich een familiemonument met inscripties bevindt.

Cognomina van de Gens Valeria[bewerken | brontekst bewerken]

De familie verdeelde zich reeds in de 5e eeuw v.Chr. in de Maximi en de Poblicolae. In de 3e eeuw v.Chr. werd het cognomen Poblicola door Flaccus en Laevinus, en Maximus door Messala ingewisseld. De belangrijkste tak vormde sinds dan de Flacci, die vanaf Valerius Flaccus zes generaties van consuls leverde. De lijn van de Messalae zette zich tot ver in de 1e eeuw door.

Een andere consul, Aradius Valerius Proculus (340), gold als nakomeling van de republikeinse Valerii.

De plebeïsche tak van de familie bestond uit de Tappones en de Triarii.

Bekende leden[bewerken | brontekst bewerken]

Poblicolae[bewerken | brontekst bewerken]

Volusi en Potiti[bewerken | brontekst bewerken]

Maximi[bewerken | brontekst bewerken]

Laevini[bewerken | brontekst bewerken]

Faltones[bewerken | brontekst bewerken]

Flacci[bewerken | brontekst bewerken]

Messalae[bewerken | brontekst bewerken]

Andere[bewerken | brontekst bewerken]

Tot de familie behoorde ook Valeria Messalina, derde vrouw van keizer Claudius.