Jacobus Johannes Hartman

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jacob Hartman
Jacob Hartman (geschilderd door Louis Hartz)
Algemene informatie
Volledige naam Jacobus Johannes Hartman
Geboren 14 februari 1851
Geboorteplaats Blankenham
Overleden 29 januari 1924
Overlijdensplaats Leiden
Land Vlag van Nederland Nederland
Beroep classicus
Dbnl-profiel
Portaal  Portaalicoon   Latijn

Jacobus Johannes Hartman (Blankenham, 14 februari 1851 - Leiden, 29 januari 1924) was een Nederlands classicus en hoogleraar Latijn aan de Rijksuniversiteit Leiden.

Loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]

Hartman studeerde aanvankelijk in Amsterdam aan het Athenaeum Illustre bij J.C.G. Boot, daarna te Leiden bij Carel Gabriel Cobet, onder wiens leiding hij in 1877 promoveerde op Lucianus. Na leraar in Amsterdam te zijn geweest was hij van 1883 tot 1891 conrector aan het Stedelijk Gymnasium te Leiden. Op 13 juli 1891 werd hij tot hoogleraar benoemd in Leiden. Hij heeft een groot aantal wetenschappelijke werken (in het Latijn) geschreven, en meer populariserende werken in het Nederlands. In 1916 richtte hij samen met P.H. Damsté de Societas Philologica Lugduno-Traiectina op, een gezelschap voor gepromoveerde classici uit Leiden en Utrecht. Hartman was ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam, lid van de Koninklijke Academie te Athene en van die te Mantua.

Enkele publicaties[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1877: Studia critica in Luciani opera (proefschrift).[1]
  • 1882: Studia Antiphontea.
  • 1889: Analecta Xenophontea.
  • 1890: De Phaedri Fabulis commentatio.
  • 1891: De literarum veterum amicis et inimicis. (De vrienden en vijanden van de klassieke letteren). Inaugurele rede uitgesproken bij de aanvaarding van zijn hoogleraarschap.
  • 1891: De Horatio poeta.[2]
  • 1895: De Terentio et Donato commentatio.[3]
  • 1901: Genestetiana sive Petri de Genestet poetae neerlandici Carmina selecta.
  • 1905: Analecta Tacitea.[4]
  • 1905: De Ovidio poeta commentatio
  • 1910: De Avondzon des Heidendoms. Het leven en werken van den wijze van Chaeronea.[5] Over Plutarchus
  • 1911: Flos delibatus Elegiae Romanae.[6] Selectie uit de gedichten van Tibullus.
  • 1913: Beatus ille. Een boek voor iedereen over Horatius.
  • 1916: De Plutarcho scriptore et philosopho.[7]
  • 1918: Honderd jaar geestelijk leven in den Romeinschen Keizertijd. Over Romeins 'heidendom': Lucianus, Dio Chrysostomus, Seneca en Plinius de jongere.
  • 1926: Nagelaten Geschriften. Bevat een levensschets door K.H.E. de Jong.
Voorganger:
Willem Nolen
Rector magnificus van de Universiteit Leiden
1907 - 1908
Opvolger:
Jacob Verdam