Jean-Pierre Grafé

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jean-Pierre Grafé
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Geboortedatum 31 maart 1932
Geboorteplaats Luik
Sterfdatum 16 mei 2019
Sterfplaats Luik
Regio Vlag Wallonië Wallonië
Land Vlag van België België
Partij PSC
Franse Gemeenschapsminister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Relaties
Aangetreden 21 juni 1995
Einde termijn 11 december 1996
Regering Onkelinx II
Voorganger Michel Lebrun (als minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Relaties)
Éric Tomas (als minister van Sport)
Opvolger William Ancion
Waals Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Buitenlandse Betrekkingen
Aangetreden 20 juni 1995
Einde termijn 11 december 1996
Regering Collignon II
Voorganger Albert Liénard (als minister van Wetenschappelijk Onderzoek en Technologische Ontwikkeling)
Robert Collignon (als minister van Buitenlandse Betrekkingen)
Opvolger William Ancion
Functies
1992-1995 Waals Minister van Openbare Werken
1988-1992 Franse Gemeenschapsminister van Onderwijs, Vorming, Sport, Toerisme en Internationale Relaties
1974 Federaal Minister van Franse Cultuur
1973-1974 Federaal Minister van Waalse Zaken
Portaal  Portaalicoon   België
Politiek

Jean-Pierre Marie Jacques Grafé (Luik, 31 maart 1932 – aldaar, 16 mei 2019) was een Belgisch politicus en minister voor de PSC.[1]

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Grafé was de jongste van de drie zoons van advocaat Jacques Grafé en van Marie-Noël Ansiaux. In 1954 promoveerde hij tot doctor in de rechten aan de Universiteit van Luik, waarna hij advocaat werd aan de Balie van Luik.

Tijdens zijn studententijd was Grafé van 1951 tot 1952 voorzitter van de kring van rechtenstudenten van de Universiteit Luik en van 1952 tot 1953 nationaal voorzitter van de Belgische vereniging van rechtenstudenten. Vervolgens was hij van 1953 tot 1954 nationaal voorzitter van de Etudiants Sociaux-Chrétiens en van 1954 tot 1958 nationaal ondervoorzitter van de Jeunes Sociaux-Chrétiens, de jongerenafdeling van de christendemocratische PSC. Bovendien was hij van 1955 tot 1961 lid van het Europees directiecomité van het Internationaal Verbond van Jonge Christendemocraten en werkte hij van 1958 tot 1961 als attaché op het kabinet van Pierre Harmel, achtereenvolgens minister van Justitie, minister van Culturele Zaken en minister van Openbaar Ambt.

In oktober 1958 werd Grafé voor het eerst verkozen tot gemeenteraadslid van Luik. Hij was er van 1968 tot 1970 schepen van Sociale Zaken en daarna van 1971 tot 1981 PSC-fractieleider in de gemeenteraad, om vervolgens nog tot eind 2012 gemeenteraadslid te blijven. In november 1971 werd hij eveneens actief in de nationale politiek toen hij voor het arrondissement Luik werd verkozen in de Kamer van volksvertegenwoordigers, waar Grafé tot in 1995 bleef zetelen. Hierdoor zetelde hij automatisch ook in de Cultuurraad voor de Franse Cultuurgemeenschap (1971-1980), de voorlopige Waalse Gewestraad (1974-1977), de Waalse Gewestraad (1980-1995) en de Franse Gemeenschapsraad (1980-1995).[2]

Van januari 1973 tot april 1974 was Grafé minister voor Waalse Aangelegenheden in de regering-Leburton, de eerste regering waarin een secretariaat voor Waalse aangelegenheden werd ingericht. Daarna was hij vanaf april 1974 minister van Franse Cultuur in de regering-Tindemans I. In juni 1974 werd hij ontheven van deze functie, toen de regering als gevolg van de toetreding van het Rassemblement Wallon werd herschikt. Binnen de PSC stond hij dicht bij Paul Vanden Boeynants en behoorde hij tot de rechts-conservatieve CEPIC-vleugel. In 1979 werd Grafé er de voorzitter van, tot de vleugel begin 1982 op bevel van de nieuwe PSC-voorzitter Gérard Deprez werd ontbonden. In deze periode nam Grafé enigszins afstand van de Belgische politiek en was hij van 1979 tot 1986 afgevaardigde van de Belgische regering bij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York. Desalniettemin bleef hij actief als parlementslid. Daarenboven was Grafé van juni tot oktober 1980 secretaris van de Franse Cultuurraad en van november 1980 tot oktober 1981 secretaris van de pas opgerichte Waalse Gewestraad, om daarna van 1982 tot 1985 de PSC-fractie in de Raad van de Franse Gemeenschap voor te zitten. Van december 1985 tot februari 1988 was Grafé de voorzitter van deze assemblee.

In februari 1988 werd Grafé opnieuw tot ministeriële functies geroepen. Hij werd toen minister van Onderwijs, Vorming, Sport, Toerisme en Internationale Relaties in de Franse Gemeenschapsregering en behield deze functie tot in januari 1992. Onder zijn bewind werd onderwijs een volledige bevoegdheid voor de gemeenschappen en werd hij geconfronteerd met de groeiende ontevredenheid van de leraren. Na de verkiezingen van 1991 onderhandelde hij mee over de vorming van de nieuwe Waalse en Franse Gemeenschapsregering, waarna hij van januari 1992 tot juni 1995 minister van Openbare Werken was in de Waalse regering. In deze hoedanigheid bracht hij voortgang in de dossiers rond de regionale luchthavens, de tunnel van Cointe, de sluizen van Ternaaien en lag hij aan de basis van de oprichting van Sofico, de Waalse maatschappij voor de aanvullende financiering van infrastructuurprojecten. Tezelfdertijd onderhandelde hij mee over het Sint-Michielsakkoord, dat België formeel omvormde tot een federale staat.

In mei 1995 werd Grafé voor het arrondissement Luik verkozen in het eerste rechtstreeks verkozen Waals Parlement, waardoor hij ook in het Parlement van de Franse Gemeenschap terechtkwam. Een maand later werd hij in de Waalse regering minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Buitenlandse Betrekkingen, alsook minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Relaties in de Franse Gemeenschapsregering. Als Frans Gemeenschapsminister legde hij zich vooral toe op de hervorming van de financiering van de universiteiten en de hogescholen.

Nadat hij in 1996 samen met federaal minister Elio Di Rupo door een zekere Olivier Trusgnach beschuldigd werd van pedofiele praktijken, besloot hij op 9 december 1996 ontslag te nemen uit zijn ministeriële functies, om zich in alle sereniteit te kunnen voorbereiden op zijn verdediging en zijn onschuld aan te tonen. Het parket van Luik stelde hem in september 1998 buiten vervolging, nadat was vastgesteld dat er niets klopte van de beschuldigingen aan zijn adres.[3] Na zijn ontslag als minister nam Grafé zijn parlementaire functies opnieuw op. Bij de verkiezingen van 1999 werd hij opnieuw verkozen in de Kamer van volksvertegenwoordigers, waar hij zetelde tot aan de verkiezingen van 2003. Grafé verliet toen de nationale politiek om zich toe te leggen op de gemeentepolitiek in Luik en zijn bestuursmandaten in verschillende instellingen. Zo was hij tot aan zijn overlijden in 2019 lid van de raad van bestuur van verzekeringsgroep SMAP/Ethias, die hij van 2001 tot 2007 voorzat, en bestuurder bij Liège Airport, waar hij in 1991 voorzitter en van 2005 tot 2016 ondervoorzitter was. Voorts zetelde hij in de raad van bestuur van de intercommunale Tecteo en was hij van 2007 tot 2012 voorzitter van het college van commissarissen van Intermosane, de intercommunale voor de distributie van gas en elektriciteit van de provincie Luik. Daarenboven was hij van 2004 tot 2009 als deskundige verbonden aan het kabinet van zijn partijgenote Marie-Dominique Simonet, de toenmalige Waalse minister van Onderzoek en Nieuwe Technologieën.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Paul VAN MOLLE, Het Belgisch Parlement, 1894-1972, Antwerpen, 1972.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Voorganger:
nieuw
Minister van Waalse zaken
1973 - 1974
Opvolger:
Alfred Califice
Voorganger:
Pierre Falize
Minister voor Franse Cultuur
1974 - 1977
Opvolger:
Jean-Maurice Dehousse
Voorganger:
Charles Poswick
Voorzitter van de Franse Gemeenschapsraad
1985 - 1988
Opvolger:
Antoinette Spaak
Waals minister
1992 - 1996
Opvolger:
William Ancion