Johanna Catharina (plantage)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Johanna Catharina
Gezicht op de houten gebouwen van plantage Johanna-Catharina (overzijde vaart) ca. 1918
Land Suriname
Waterlichamen Saramacca
Produceert koffie, cacao, rietsuiker
Beschreven op www.surinameplantages.com
Kaart

Johanna Catharina, ook wel Joanna Catharina, in Sranantongo: Stekri, is een voormalige plantage aan de Saramacca-rivier in de kolonie Suriname.

Plantage[bewerken | brontekst bewerken]

De plantage was gelegen aan de Beneden-Saramacca, in het afvaren rechts; grenzend stroomopwaarts aan de kostgrond Voorzorg, stroomafwaarts aan koffieplantage De Morgenster. Men teelde er koffie en cacao (1819), later suiker en cacao (1863).

In 1832 was de plantage 1.500 Surinaamse akkers groot, ongeveer 644 hectare. De cacaoproductie in Suriname bedroeg gemiddeld 199 kilogram per cacao-akker, met een groot verschil tussen goede en slechte jaren, bv als gevolg van de krullotenziekte. Op Johanna-Catharina, ter illustratie, was de productie (in balen van 100 kilogram) in 1889: 425, in 1892: 186 en in 1895: 481 balen.[1]

Eigendomssituaties[bewerken | brontekst bewerken]

(naar jaar)

  • 1819: J.C.M. Pepin, geboren Hirsch
  • 1827: P. Pepin
  • 1863: Elisa Desirée Pepin, echtgenote van C.M. Calombet, wonende te Parijs
  • 1929: Theodoor Brouwers, wonende op plantage Accaribo

Emancipatie[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de afschaffing van de slavernij in Suriname in 1863 werden op Johanna Catharina 148 slaven vrijgemaakt, waarbij 41 nieuwe familienamen werden geboekstaafd, te weten: Amstel, Benks, Bergs, Brandin, Brons, Dandel, Dennen, Dens, Dolk, Domein, Dunsel, Fabies, Fallan, Gina, Goela, Guerre, Hanbek, Haft, Hybo, Luide, de Meer, Murg, Mijl, Najers, Nantes, Noot, Pelham, Rees, Schot, Sebilon, Spier, Stulk, Tan, Teems, Tilon, Tong, Vorm, Zang, Zeeland, Zeen, Zorg.

Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]