Marianne van Oranje-Nassau
Wilhelmina Frederica Louisa Charlotte Marianne (Berlijn, 9 mei 1810 - Schloss Reinhartshausen, Erbach im Rheingau, 29 mei 1883), Prinses der Nederlanden, Prinses van Pruisen, Prinses van Oranje-Nassau, was een dochter van koning Willem I der Nederlanden en Wilhelmina van Pruisen.
Leven
Ze werd in 1810 gedoopt in Berlijn. Een van haar peetooms was haar broer Willem II. In 1828 verloofde zij zich met Gustaaf van Holstein-Gottorp, de zoon van de Zweedse ex-koning Gustaaf IV Adolf, maar onder politieke druk moest zij deze verloving verbreken. Een nieuwe verbintenis met Pruisen werd nuttiger geacht en dus trouwde ze in 1830 met haar neef Albert van Pruisen, de jongere broer van de latere keizer Wilhelm I.
Huwelijk en kinderen
Uit het huwelijk met Albrecht kwamen vijf kinderen, van wie er twee jong stierven:
- Charlotte (1831-1855), gehuwd met George II van Saksen-Meiningen
- naamloze zoon (1832)
- Albert (1837-1906), gehuwd met Maria van Saksen-Altenburg
- Elisabeth (27 augustus - 9 oktober 1840)
- Alexandrine (1844-1906), gehuwd met Willem van Mecklenburg
Het huwelijk tussen Marianne en Albert was slecht. In 1845 verliet Marianne haar man en Berlijn om zich in Voorburg te vestigen. Hier leefde ze openlijk samen met haar koetsier, Johannes van Rossum, van wie ze in 1849, even na haar officiële scheiding van Albert, een zoon kreeg:
- Johannes Willem van Reinhartshausen (1849-1861), van wie ook destijds al bekend was wie de vader was.
Daarop verbrak het Oranjehuis alle contacten met haar, en werd haar de toegang tot Pruisen, en dus feitelijk tot haar kinderen, ontzegd. Deze kwamen echter in 1849 per trein naar Nederland. Marianne werd na haar dood bijgezet in het graf van Van Rossum, in het Duitse Reinhartshausen in de Rheingau.
Prinses Marianne heeft in de tijd dat zij in Duitsland woonde, in de buurt van Wrocław (Breslau), veel voor de streek betekend. Zij heeft veel geïnvesteerd in de aanleg van wegen en de (glas)industrie. In Stronie Śląskie (Seitenberg) staat nu nog de Violetta glasfabriek, waarvan zij de oprichting mogelijk heeft gemaakt. In Lądek Zdrój (Bad Landeck) staat nog een monumentje ter herinnering aan haar inbreng in de aanleg van een belangrijke ontsluitingsweg in het gebied. Helaas is de tekst op dit monumentje ten tijde van de Russische overheersing weggeslepen. Vanaf augustus 2006 zijn pogingen ondernomen om tot herstel van de plaquette te komen. Op 24 juni 2010 is het gerestaureerde momentje onthuld, mede dankzij financiële bijdragen van de Rotaryclub Goeree-Overflakkee en de gemeente Goedereede
De componiste
Prinses Marianne was ook een componiste. Zij componeerde in 1836 een Parademars. Dit is een typische cavalerie-mars. In Pruisen bestond er een verzameling van marsen voor het leger, de Preußische Armeemarsch-Sammlung. Deze bestond uit drie onderdelen. Het 1e deel bestond uit langzame marsen voor de Infanterie en presenteermarsen voor de voettroepen, het 2e deel uit Geschwindmärsche für die Infanterie en de parademarsen voor de voettroepen. In het 3e deel waren de marsen van de cavalerie opgenomen. Omdat de mars die Prinses Marianne had gecomponeerd, een cavalerie-mars is, behoorde hij eigenlijk tot het 3e deel, maar hij werd als Armeemarsch I, 21 (kort: AM I, 21) in het 1e deel ondergebracht.
Ook haar dochter Charlotte van Pruisen (1831-1855) en haar zoon, de Pruisische veldmaarschalk Albert van Pruisen (1837-1906), alsmede haar kleindochter Prinses Maria Elisabeth van Saksen-Meiningen (1853-1923) hebben verschillende bijdragen aan deze verzameling geleverd en marsen gecomponeerd.
Trivia
- Voor de Oude Kerk van Voorburg, staat een klein standbeeld van de prinses. Het Marianneviaduct in deze plaats is naar haar genoemd.
- In de eerder genoemde Oude Kerk is in 1878 door de orgelbouwer Bätz-Witte een fraai kerkorgel gebouwd. De prinses (die in deze kerk regelmatig ter kerke ging) zou zich naar verluidt bijzonder geërgerd hebben aan de slechte kwaliteit van het orgel dat destijds in de kerk aanwezig was. Op haar initiatief en door een van haar afkomstige financiële bijdrage werd de bouw van het nieuwe (huidige) orgel mogelijk. Het orgel heet daarom nog altijd Marianne-orgel.
Externe link
Een licht geromantiseerde biografie die ontleend is aan Jacqueline Doorn: "Nederland, Oranje en de doofpot" (1979) ISBN 90-288-5093-7.