Hannah Szenes

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Hansmuller (overleg | bijdragen) op 24 aug 2009 om 23:01. (nieuw artikel vertaald van Engelse wiki Hannah Szenes (Hebreeuws:חנה סנש, Hongaars: Szenes Anikó) (17 juli 1921 – 7 november 1944) was een Hongaars-Joodse parachutiste, dichteres en toneelschrijfster.)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Hannah Szenes in uniform.
Szenes' grafsteen in Jeruzalem

Hannah Szenes (Hebreeuws:חנה סנש, Hongaars: Szenes Anikó) (17 juli 19217 november 1944) was een Hongaars-Joodse parachutiste, dichteres en toneelschrijfster. Zij was een van de 37 joden uit Palestina, nu Israel, die in de Tweede Wereldoorlog door het Britse leger getraind werden om boven Joegoslavië geparachuteerd te worden en zo de joden van Hongarije te redden van transport naar Auschwitz.[1]

Szenes werd aan de Hongaarse grens aangehouden, gevangengezet en gemarteld, maar ze gaf geen details van haar missie prijs en werd tenslotte berecht en geëxecuteerd door een Duits vuurpeloton.[1] Ze wordt in Israel als een nationale held beschouwd, waar diverse straten en een kibboets (Yad Hana) naar haar vernoemd zijn. Haar gedichten zijn alom bekend.


Jeugd

Szenes werd op 17 juli 1921 geboren in een geassimileerd joods gezin in Hongarije. Haar vader, Béla, was journalist en toneelschrijver. Hij overleed toen zij 6 jaar was. Het gezin bestond verder uit haar moeder, Catharina, en haar broer, György (George).

Ze ging naar een protestantse privemeisjesschool die ook katholieke en joodse leerlingen aannam, maar voor haar als jodin moest wel driemaal het normale schoolgeld betaald worden. Dit en Hannahs bewustwording van de hachelijke situatie van de joden in Hongarije brachten haar ertoe zich te bekeren tot het joodse geloof. Ze vertelde haar vrienden dat zionist geworden was. Ze werd lid van Maccabea, een Hongaarse zionistische studentenvereniging.

Emigratie naar Nahalal

Szenes deed in 1939 haar eindexamen en emigreerde naar het toenmalige Britse Mandaatgebied Palestina om door te leren aan de Meisjeslandbouwschool voor meisjes te Nahalal. In 1941 werd ze lid van de Kibboets Sdot Yam en van de Haganah, de paramilitaire groep waaruit het Israelische leger voortkwam. In 1943 meldde ze zich aan bij het Britse leger en begon haar opleiding als parachutist in Egypte voor de Special Operations Executive (SOE).

Aanhouding en marteling

In maart 1944 werd zij met twee mannen, Yoel Palgi en Peretz Goldstein,[1] boven Joegoslavië geparachuteerd. Ze voegde zich bij een Joegoslavische groep partizanen. Toen bleek dat de Duitsers Hongarije al bezet hadden, zodat de mannen besloten de missie op te geven. [1] Maar Szenes ging naar Hongaarse grens en werd aangehouden door Hongaarse gendarmes, die haar Britse radiozender vonden. Deze diende voor contact met de SOE en partizanen.

Ze werd in Budapest gevangengezet, vastgebonden op een stoel en urenlang bewerkt met zweep en stokken. Men wilde de code van haar zender weten om te achterhalen waar de andere parachutisten zich bevonden. Maar zij gaf die niet prijs, ook niet toen haar moeder in de cel gebracht werd en de bewaarders ook haar dreigden te martelen. [1]

In de gevangenis flitste Szenes signalen met een spiegel buiten haar raam naar de joodse gevangen in andere cellen. Ook zette ze grote uitgesneden Hebreeuwse lettertekens in haar raam en tekende de Magen David in het zand. Door te zingen probeerde ze moed te houden.

Berechting en terechtstelling

Ze werd berecht voor verraad op 28 oktober 1944. De rechters kregen acht dagen extra tijd om tot een vonnis te komen. Daar was er weer uitstel vanwege de benoeming van een nieuwe aanklager (Judge Advocate?). Ze werd terechtgesteld door een vuurpeloton voordat de rechters een vonnis hadden geveld. Tot het eind op 7 november 1944 hield Szenes een dagboek bij. Ze schreef onder meer "Ik had komende juli 23 kunnen worden/Ik gokte op wat het belangrijkst was, de dobbelstenen rolden. Ik verloor." en "Ik hield van het warme zonlicht"[1]

Haar dagboek werd in 1946 in het Hebreeuws uitgebracht. Haar stoffelijke resten werden in 1950 naar Israel overgebracht en herbegraven op het kerkhof van Mount Herzl in Jeruzalem. Haar grafsteen werd in november 2007 naar Sdot Yam in Israel overgebracht. [2]

Na de Koude Oorlog zuiverde een Hongaarse militaire rechtbank haar naam. Haar familie werd op 5 november 1993 hiervan in kennis gesteld.

Gedichten, liederen en toneelstukken

Szenes schreef als toneelschrijfser en dichteres zowel in het Hongaarse als in het Hebreeuws. Haar bekendste gedichten zijn Halikha LeKesariya ("Een wandeling naar Caesarea" ofEli, Eli ("Mijn God, mijn God") dat door vele zangers onder wie Regina Spektor and Sophie Milman vertolkt is. Het komt terug in sommige versies van de film Schindler's List:

Mijn God, mijn God, I bid dat nooit ophoudt,
Het zand en de zee
Het gekabbel van het water
Bliksem van de hemel
Het gebed van de mensen.
אלי, אלי, שלא יגמר לעולם
החול והים
רישרוש של המים
ברק השמים
תפילת האדם
De stem riep en ik ging.
Ik ging, omdat de stem riep.

Haar laatste lied na haar parachuutsprong in Joegoslavië:

Gezegend is de lucifer die verteert bij het aansteken van de vlam.
Gezegend is de vlam die brandt in het geheime bolwerk van het hart.
Gezegend is het hart met de kracht om op te houden met kloppen vanwege een erezaak.
Gezegend is de lucifer die verteert bij het aansteken van de vlam.

Deze regels werden in Hannahs cel aangetroffen na haar terechtstelling:

Een - twee - drie - acht voet lang
Twee stappen breed, de rest is donker...
Leven is een voorbijgaand vraagteken
Een - twee- drie... misschien nog een week.
Of de volgende maand ben ik misschien nog hier,
Maar de dood is voel ik heel dichtbij.
Ik had komende juli 23 kunnen worden
Ik gokte op wat het belangrijkst was, de dobbelstenen rolden. Ik verloor.

Zie ook

Verwijzingen

  1. a b c d e f Hecht, Ben. Perfidy, eerst uitgebracht door Julian Messner, 1961; deze uitgave Milah Press, 1997, pp. 118-133. Hecht citeert Bar Adon, Dorothy and Pessach. The Seven who Fell. Sefer Press, 1947, en "The Return of Hanna Senesh" in Pioneer Woman, XXV, No. 5, mei 1950.
  2. Grafsteen oorlogsdichteres en spion Hannah Szenes komt in Israel aan Haaretz, 25 november 2007

Bibliografie

  • Atkinson, Linda, In Kindling Flame: the Story of Hannah Senesh. Beech Tree Books, 1992.
  • Hay, Peter, Ordinary Heroes: Chana Szenes and the Dream of Zion. G.P. Putnam's Sons, 1986.
  • Ransom, Candice F., So Young to Die: the Story of Hannah Senesh. Scholastic, 1993.
  • Senesh, Hannah, en Marge Piercy (voorwoord), Hannah Senesh: Her Life and Diary. Jewish Lights Publishing, 2004.

Externe links