Tweede Kamerverkiezingen in het kiesdistrict Breda (1850-1888)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Tweede Kamerverkiezingen in het kiesdistrict Breda (1850-1888) geeft een overzicht van verkiezingen voor de Nederlandse Tweede Kamer in het kiesdistrict Breda in de periode 1850-1888.

Het kiesdistrict Breda was al ingesteld in 1848. De indeling van het kiesdistrict werd in 1850 gewijzigd bij de invoering van de Kieswet. Tot het kiesdistrict behoorden vanaf dat moment de volgende gemeenten: Bergen op Zoom, Breda, Dinteloord en Prinsenland, Etten en Leur, Fijnaart en Heijningen, Ginneken en Bavel, Halsteren, Hoeven, Huijbergen, Klundert, Nieuw-Vossemeer, Ossendrecht, Oud- en Nieuw-Gastel, Oudenbosch, Princenhage, Putte, Rijsbergen, Roosendaal, Rucphen, Standdaarbuiten, Steenbergen, Teteringen, Willemstad, Woensdrecht, Wouw en Zundert.

In 1878 werd de indeling van het kiesdistrict gewijzigd. De gemeenten Bergen op Zoom, Huijbergen, Ossendrecht, Putte en Woensdrecht werden toegevoegd aan het kiesdistrict Goes en de gemeenten Dinteloord en Prinsenland, Fijnaart en Heijningen, Klundert en Willemstad aan het kiesdistrict Zevenbergen. Tevens werd een gedeelte van het kiesdistrict Tilburg (de gemeenten Baarle-Nassau, Chaam, Gilze en Rijen en Terheijden) toegevoegd aan het kiesdistrict Breda.

Het kiesdistrict Breda was in deze periode een meervoudig[1] kiesdistrict: het vaardigde twee leden af naar de Tweede Kamer. Om de twee jaar trad één van de leden af; er werd dan een periodieke verkiezing gehouden voor de vrijgevallen zetel. Bij algemene verkiezingen (na ontbinding van de Tweede Kamer) bracht elke kiezer twee stemmen uit. Om in de eerste verkiezingsronde gekozen te worden moest een kandidaat minimaal de districtskiesdrempel[2] behalen; indien nodig werd een tweede ronde gehouden.


Legenda

  • cursief: in de eerste verkiezingsronde geplaatst voor de tweede ronde;
  • vet: gekozen als lid van de Tweede Kamer.

27 augustus 1850[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren algemene verkiezingen; zij werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer na inwerkingtreding van de Kieswet.

27 augustus
Kiesgerechtigden 3.355
Opkomst 2.268
Geldige stemmen 4.481
Blanco stemmen 5
Kiesdrempel 1.120
Kandidaten
L.D. Storm[3] 2.085
K.A. Meeussen[4] 1.301
P. Gouverneur 774
J.J. Loke 70
G. Groen van Prinsterer 42
J.D.W. Pape 40

8 juni 1852[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren periodieke verkiezingen; zij werden gehouden vanwege de afloop van de zittingstermijn van een gekozen lid.

8 juni
Kiesgerechtigden 3.376
Opkomst 1.590
Geldige stemmen 1.575
Blanco stemmen 13
Kandidaten
L.D. Storm[3] 1.023
P.J.J. Hollingérus Pijpers 264
C.A. Flooren 140

17 mei 1853[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren algemene verkiezingen; zij werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.[5]

17 mei
Kiesgerechtigden 3.412
Opkomst 2.360
Geldige stemmen 4.541
Blanco stemmen 143
Kiesdrempel 1.135
Kandidaten
K.A. Meeussen[3] 1.722
J.R. Thorbecke 1.582
J.J. Loke 494
J.D.W. Pape 277
L.D. Storm[3] 267
C.J. van Heusden 71
P.J.J. Hollingérus Pijpers 35

17 juni 1853[bewerken | brontekst bewerken]

Johan Rudolph Thorbecke was bij de verkiezingen van 17 mei 1853 gekozen in twee kiesdistricten, Breda en Maastricht. Hij opteerde voor Maastricht, als gevolg waarvan in Breda een naverkiezing gehouden werd.

17 juni
Kiesgerechtigden 3.412
Opkomst 2.169
Geldige stemmen 2.143
Blanco stemmen 5
Kandidaten
L.D. Storm[3] 1.244
J.J. Loke 441
J.P.P. van Zuylen van Nijevelt 360
P.J.J. Hollingérus Pijpers 51

13 juni 1854[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren periodieke verkiezingen; zij werden gehouden vanwege de afloop van de zittingstermijn van een gekozen lid.

13 juni
Kiesgerechtigden 3.412
Opkomst 1.473
Geldige stemmen 1.459
Blanco stemmen 13
Kandidaten
K.A. Meeussen[3] 1.329
J.J. Loke 89

8 januari 1856[bewerken | brontekst bewerken]

Karel Meeussen, gekozen bij de verkiezingen van 13 juni 1854, trad op 14 december 1855 af tot rechter in de arrondissementsrechtbank van Breda.[6] Om in de ontstane vacature te voorzien werd een tussentijdse verkiezing gehouden.

8 januari
Kiesgerechtigden 3.412
Opkomst 1.473
Geldige stemmen 1.458
Blanco stemmen 8
Kandidaten
K.A. Meeussen[3] 1.302
A.J. Korteweg 83

10 juni 1856[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren periodieke verkiezingen; zij werden gehouden vanwege de afloop van de zittingstermijn van een gekozen lid.

10 juni
Kiesgerechtigden 3.492
Opkomst 1.434
Geldige stemmen 1.419
Blanco stemmen 14
Kandidaten
L.D. Storm[3] 1.139
J.J. Loke 180
De Willebois 68

8 juni 1858[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren periodieke verkiezingen; zij werden gehouden vanwege de afloop van de zittingstermijn van een gekozen lid.

8 juni
Kiesgerechtigden 3.545
Opkomst 1.313
Geldige stemmen 1.289
Blanco stemmen 12
Kandidaten
K.A. Meeussen[3] 1.223

28 juni 1859[bewerken | brontekst bewerken]

Lambertus Storm, gekozen bij de verkiezingen van 10 juni 1856, overleed op 3 juni 1859. Om in de ontstane vacature te voorzien werd een tussentijdse verkiezing gehouden.

28 juni 12 juli[7]
Kiesgerechtigden 3.639 3.639
Opkomst 1.938 2.040
Geldige stemmen 1.928 2.021
Blanco stemmen 9 17
Kandidaten
C.W. Oomen 723 1.020
N.R.H. Guljé 667 1.001
W.J. Knoop 339
A. Kerstens 138

12 juni 1860[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren periodieke verkiezingen; zij werden gehouden vanwege de afloop van de zittingstermijn van een gekozen lid.

12 juni
Kiesgerechtigden 3.639
Opkomst 1.748
Geldige stemmen 1.736
Blanco stemmen 13
Kandidaten
C.W. Oomen[3] 1.014
N.R.H. Guljé 675

25 februari 1862[bewerken | brontekst bewerken]

Karel Meeussen, gekozen bij de verkiezingen van 8 juni 1858, trad op 1 februari 1862 af vanwege zijn toetreding tot het kabinet-Thorbecke II. Om in de ontstane vacature te voorzien werd een naverkiezing gehouden.Om in de ontstane vacature te voorzien werd een tussentijdse verkiezing gehouden.

25 februari 11 maart[7]
Kiesgerechtigden 3.638 3.638
Opkomst 2.065 2.361
Geldige stemmen 2.042 2.341
Blanco stemmen 16 18
Kandidaten
N.R.H. Guljé 638 1.216
P.J.J. Hollingérus Pijpers 426 1.125
D. Mulder 359
J.H. van Mierlo 348
P.J. Verduijn 227

10 juni 1862[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren periodieke verkiezingen; zij werden gehouden vanwege de afloop van de zittingstermijn van een gekozen lid.

10 juni
Kiesgerechtigden 3.638
Opkomst 1.486
Geldige stemmen 1.399
Blanco stemmen 25
Kandidaten
N.R.H. Guljé[3] 1.215
P.J.J. Hollingérus Pijpers 88
C. van Baerle 43

14 juni 1864[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren periodieke verkiezingen; zij werden gehouden vanwege de afloop van de zittingstermijn van een gekozen lid.

14 juni
Kiesgerechtigden 3.729
Opkomst 2.030
Geldige stemmen 1.901
Blanco stemmen 24
Kandidaten
P.J.J. Hollingérus Pijpers 1.030
D. Mulder 411
A.J.L. de Roock 214
J.A. van der Burgh 171

12 juni 1866[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren periodieke verkiezingen; zij werden gehouden vanwege de afloop van de zittingstermijn van een gekozen lid.

12 juni
Kiesgerechtigden 3.782
Opkomst 1.528
Geldige stemmen 1.428
Blanco stemmen 30
Kandidaten
N.R.H. Guljé[3] 1.330

30 oktober 1866[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren algemene verkiezingen; zij werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.[8]

30 oktober
Kiesgerechtigden 3.782
Opkomst 2.866
Geldige stemmen 5.628
Blanco stemmen 94
Kiesdrempel 1.407
Kandidaten
N.R.H. Guljé[3] 1.822
P.J.J. Hollingérus Pijpers[3] 1.759
F.H.H. Borret 1.023
L.W.J.M. Verheyen 706
J.H. van Mierlo 86
J. van Wijngaarden 60

22 januari 1868[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren algemene verkiezingen; zij werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.[9]

22 januari 4 februari[10]
Kiesgerechtigden 3.861 3.861
Opkomst 2.650 2.832
Geldige stemmen 5.187 2.780
Blanco stemmen 89 10
Kiesdrempel 1.297 1.390
Kandidaten
N.R.H. Guljé[3] 1.342
P.J.J. Hollingérus Pijpers[3] 1.290 1.446
F.H.H. Borret 1.263 1.334
P.E.A. Janssens 786
F.X. Verheyen 370

8 juni 1869[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren periodieke verkiezingen; zij werden gehouden vanwege de afloop van de zittingstermijn van een gekozen lid.

8 juni
Kiesgerechtigden 3.902
Opkomst 3.016
Geldige stemmen 2.999
Blanco stemmen 13
Kandidaten
A.F.X. Luyben 1.855
P.J.J. Hollingérus Pijpers[3] 1.127

13 juni 1871[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren periodieke verkiezingen; zij werden gehouden vanwege de afloop van de zittingstermijn van een gekozen lid.

13 juni
Kiesgerechtigden 4.003
Opkomst 3.195
Geldige stemmen 3.160
Blanco stemmen 16
Kandidaten
C.J.C.H. van Nispen tot Sevenaer 2.028
N.R.H. Guljé[3] 1.023
B.J.L. de Geer van Jutphaas 60

10 juni 1873[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren periodieke verkiezingen; zij werden gehouden vanwege de afloop van de zittingstermijn van een gekozen lid.

10 juni
Kiesgerechtigden 4.036
Opkomst 2.806
Geldige stemmen 2.793
Blanco stemmen 7
Kandidaten
A.F.X. Luyben[3] 1.866
N.R.H. Guljé 812
M.M. van Asch van Wijck 100

6 januari 1874[bewerken | brontekst bewerken]

Aloysius Luyben, gekozen bij de verkiezingen van 10 juni 1873, trad op 10 december 1873 af vanwege zijn benoeming als kantonrechter.[6] Om in de ontstane vacature te voorzien werd een tussentijdse verkiezing gehouden.

6 januari
Kiesgerechtigden 4.036
Opkomst 2.511
Geldige stemmen 2.479
Blanco stemmen 24
Kandidaten
A.F.X. Luyben[3] 1.595
J.H. van Mierlo 759
G. Groen van Prinsterer 70

8 juni 1875[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren periodieke verkiezingen; zij werden gehouden vanwege de afloop van de zittingstermijn van een gekozen lid.

8 juni
Kiesgerechtigden 4.197
Opkomst 2.905
Geldige stemmen 2.891
Blanco stemmen 9
Kandidaten
C.J.C.H. van Nispen tot Sevenaer[3] 1.869
J.H. van Mierlo 884
A.F. de Savornin Lohman 116

29 juni 1875[bewerken | brontekst bewerken]

Carel van Nispen tot Sevenaer was bij de verkiezingen van 8 juni 1875 gekozen in twee kiesdistricten, Breda en Nijmegen. Hij opteerde voor Nijmegen, als gevolg waarvan in Breda een naverkiezing gehouden werd.

29 juni
Kiesgerechtigden 4.197
Opkomst 3.409
Geldige stemmen 3.389
Blanco stemmen 14
Kandidaten
H.A. des Amorie van der Hoeven 2.148
J.H. van Mierlo 1.164

12 juni 1877[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren periodieke verkiezingen; zij werden gehouden vanwege de afloop van de zittingstermijn van een gekozen lid.

12 juni
Kiesgerechtigden 4.478
Opkomst 2.494
Geldige stemmen 2.466
Blanco stemmen 19
Kandidaten
A.F.X. Luyben[3] 1.611
J.H. van Mierlo 762
A.F. de Savornin Lohman 75

10 juni 1879[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren periodieke verkiezingen; zij werden gehouden vanwege de afloop van de zittingstermijn van een gekozen lid.

10 juni
Kiesgerechtigden 3.893
Opkomst 2.609
Geldige stemmen 2.591
Blanco stemmen 10
Kandidaten
H.A. des Amorie van der Hoeven[3] 1.926
J.H. van Mierlo 644

6 juli 1880[bewerken | brontekst bewerken]

Aloysius Luyben, gekozen bij de verkiezingen van 12 juni 1877, trad op 6 juni 1880 af vanwege zijn benoeming als rechter in de arrondissementsrechtbank van 's-Gravenhage.[6] Om in de ontstane vacature te voorzien werd een tussentijdse verkiezing gehouden.

6 juli
Kiesgerechtigden 3.930
Opkomst 2.018
Geldige stemmen 1.886
Blanco stemmen 115
Kandidaten
H.J.A.M. Schaepman 1.853

14 juni 1881[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren periodieke verkiezingen; zij werden gehouden vanwege de afloop van de zittingstermijn van een gekozen lid.

14 juni
Kiesgerechtigden 3.955
Opkomst 1.760
Geldige stemmen 1.713
Blanco stemmen 38
Kandidaten
H.J.A.M. Schaepman[3] 1.657

12 juni 1883[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren periodieke verkiezingen; zij werden gehouden vanwege de afloop van de zittingstermijn van een gekozen lid.

12 juni
Kiesgerechtigden 4.042
Opkomst 2.012
Geldige stemmen 1.982
Blanco stemmen 18
Kandidaten
H.A. des Amorie van der Hoeven[3] 1.586
R.J.A. Kallenberg van den Bosch 367

28 oktober 1884[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren algemene verkiezingen; zij werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.[11]

28 oktober
Kiesgerechtigden 4.110
Opkomst 2.395
Geldige stemmen 4.715
Blanco stemmen 2
Kiesdrempel 1.179
Kandidaten
H.J.A.M. Schaepman[3] 1.951
H.A. des Amorie van der Hoeven[3] 1.934
R.J.A. Kallenberg van den Bosch 392
J.C.C. den Beer Poortugael 390

14 juli 1885[bewerken | brontekst bewerken]

Herman des Amorie van der Hoeven, gekozen bij de verkiezingen van 12 juni 1877, trad op 18 juni 1885 af vanwege zijn benoeming als lid van de Raad van State. Om in de ontstane vacature te voorzien werd een tussentijdse verkiezing gehouden.

14 juli
Kiesgerechtigden 4.191
Opkomst 2.071
Geldige stemmen 2.024
Blanco stemmen 23
Kandidaten
J.J.W. van den Biesen 1.747
W.M.H. Boers 221

15 juni 1886[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren algemene verkiezingen; zij werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.[12]

15 juni
Kiesgerechtigden 4.387
Opkomst 2.611
Geldige stemmen 5.095
Blanco stemmen 103
Kiesdrempel 1.274
Kandidaten
H.J.A.M. Schaepman[3] 2.040
J.J.W. van den Biesen[3] 1.998
M. Tydeman 508
J.W.H. Rutgers van Rozenburg 485

1 september 1887[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen waren algemene verkiezingen; zij werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.[13]

1 september
Kiesgerechtigden 4.311
Opkomst 1.620
Geldige stemmen 3.174
Blanco stemmen 48
Kiesdrempel 794
Kandidaten
H.J.A.M. Schaepman[3] 1.528
J.J.W. van den Biesen[3] 1.525

Voortzetting[bewerken | brontekst bewerken]

Na de grondwetsherziening van 1887 werden de meervoudige kiesdistricten opgeheven; het kiesdistrict Breda werd derhalve omgezet in een enkelvoudig kiesdistrict.[1] De gemeenten Halsteren, Nieuw-Vossemeer, Roosendaal, Steenbergen en Wouw werden toegevoegd aan het kiesdistrict Bergen op Zoom, de gemeenten Baarle-Nassau, Chaam, Gilze en Rijen, Ginneken en Bavel, Rijsbergen, Teteringen en Zundert aan het kiesdistrict Oosterhout en de gemeenten Oud- en Nieuw-Gastel, Oudenbosch en Standdaarbuiten aan het kiesdistrict Zevenbergen.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]