Wapen van Maren

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het wapen van Maren

Het wapen van Maren is op 16 juli 1817 bij besluit van de Hoge Raad van Adel aan de voormalige Noord-Brabantse gemeente Maren bevestigd. Op 1 januari 1821 is Maren opgegaan in de gemeente Alem, Maren en Kessel. Deze gemeente heeft nooit een zegel aangevraagd, maar gebruikte het wapen van Maren, in andere kleuren, officieus tot aan de opheffing in 1958. Maren werd ingedeeld bij Lith. In het wapen van Lith zijn geen elementen overgenomen uit het wapen van Maren. Sinds 1 januari 2011 valt Maren onder Oss.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Maren had een schependomszegel met een lindeboom waaraan een schildje hing. In 1811 had men echter een ander zegel in gebruik, met een gaande leeuw. De herkomst daarvan is onbekend. Burgemeester De Werdt schreef bij aanvraag dat het zegel dat in gebruik was bestond uit "een leeuwken en rond om stond omschreven gemeentens zegel van Maren...". Dit wapen is verleend in rijkskleuren, omdat bij de aanvraag geen kleuren waren gespecificeerd. Het wapen, maar met de kleuren zwart op zilver, werd na de fusie met Alem en Kessel door de nieuwe gemeente officieus gebruikt als wapen.[1]

Blazoen[bewerken | brontekst bewerken]

De beschrijving van 16 juli 1817 luidt als volgt:

In azuur een gaande leeuw van goud.[2]

De heraldische kleuren in het wapen zijn lazuur (blauw) en goud (geel). Dit zijn de rijkskleuren.

Verwant wapen[bewerken | brontekst bewerken]

Na de fusie met Alem en Kessel gebruikte die gemeente het volgende wapen, afgeleid van het wapen van Maren: