Xilousuchus

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Xilousuchus
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Vroeg-Trias
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Onderklasse:Diapsida
Infraklasse:Archosauromorpha
Superfamilie:Poposauroidea
Familie:Ctenosauriscidae
Geslacht
Xilousuchus
Wu, 1981
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Xilousuchus[1] is een geslacht van uitgestorven poposauroïden uit de afzetting van het arrondissement Fugu uit het Vroeg-Trias (Olenekien) in het noordoosten van de provincie Shanxi, China. Het is bekend van het holotype IVPP V 6026, een enkel goed bewaard gebleven gedeeltelijk skelet inclusief de schedel. Het werd gevonden in de Heshanggouformatie van het Ordosbekken in de gemeente Hazhen. Het werd in 1981 voor het eerst benoemd door Wu Xiao-Chun en de typesoort is Xilousuchus sapingensis. Wu (1981) verwees Xilousuchus naar de Proterosuchia. Gower en Sennikov (1996) vonden dat het een erythrosuchide was die strikt beperkt was tot de hersenpan. Een meer gedetailleerde herbenoeming van het geslacht werd geleverd door Nesbitt et al. (2010) en vond poposauroïde affiniteiten. In zijn omvangrijke benoeming van archosauriërs, die een grote cladistische analyse omvatte, ontdekte Sterling J. Nesbitt (2011) dat Xilousuchus een poposauroïde is die het nauwst verwant is aan Arizonasaurus. Xilousuchus is de oudste zekere archosauriër tot nu toe, hoewel Ctenosauriscus en Vytshegdosuchus minder dan een miljoen jaar ouder kunnen zijn. Aangezien Xilousuchus een suchische archosauriër is, suggereert zijn hoge leeftijd dat de meeste van de belangrijkste groepen archosauriërs (Ornithodira, ornithosuchiden, aetosauriërs en paracrocodylomorfen) zich al ontwikkeld hadden in het vroege Trias, kort na het verschijnen van de eerste archosauriër.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Xilousuchus was bij leven waarschijnlijk een vrij groot dier, mogelijk tussen de drie en vier meter lang. Het had een klein hoofd en een zeil langs zijn nek en rug. Het had waarschijnlijk lange en vrij krachtige poten en zou een actieve jager zijn geweest. Alleen de gedeeltelijke schedel, halswervels en enkele andere fragmenten zijn bewaard gebleven.

Xilousuchus heeft een relatief klein hoofd en een lange nek, met een schedellengte van ongeveer vijfentwintig centimeter en een nek van vijfenveertig centimeter. De schedel is fragmentarisch, maar veel van de snuit en bovenkaak zijn aanwezig. Slechts één bovenkaaksbeen is gefossiliseerd. Het bovenkaaksbeen heeft een gedeeltelijk ontwikkeld palatinaal uitsteeksel en de hoek van de opgaande tak geeft aan dat Xilousuchus een grote fenestra antorbitalis had. De enige bewaarde maxillaire tand is groot, bijna vijftien millimeter lang en in andere tandkassen waar de tanden ontbreken, zijn soms vervangende tanden zichtbaar, wat aangeeft dat hij polyphyodont was, met een continue vervanging van de tanden. De tand heeft kleine vertandingen, is naar achteren gebogen en zijdelings samengedrukt. De dolkvorm geeft aan dat de tanden dienden om het vlees van de prooi te doorboren of om snijwonden toe te brengen. De traan- en neusbeenderen zijn groot, maar vrij dun en kwetsbaar. De schedel heeft een redelijk goed bewaard gebleven hersenpan met dikke wanden en een klein volume, waaruit blijkt dat de hersenen niet groot waren. Het lijkt sterk op dat van Arizonasaurus, wat aangeeft dat de twee soorten nauwe verwanten zijn. Het dentarium is zowel links als rechts gedeeltelijk bewaard gebleven en zou aan elke kant dertien tanden hebben gehad, hoewel alleen de reeks foramina voor de slagaderen overblijft. Zoals die van de meeste archosauriërs uit het Trias, is de onderkaak niet gespecialiseerd.

De halswervels hebben grote, afgeplatte doornuitsteeksels die het grootste deel van hun hoogte uitmaken en die bij leven een zeilachtige structuur zouden hebben gevormd, vergelijkbaar met andere ctenosaurisciden. Ongebruikelijk buigen ze echter iets naar voren. Er is weinig ruimte tussen de doornuitsteeksels, wat aangeeft dat Xilousuchus waarschijnlijk geen erg flexibele nek zou hebben gehad. De stekels nemen naar achteren in de reeks geleidelijk in hoogte toe: die op de draaier is tweeënveertig millimeter hoog, terwijl die op de tiende halswervel tweeënnegentig millimeter hoog is. De hoogte van het zeil langs de achterkant is niet bekend, omdat geen van de ruggenwervels bewaard is gebleven, maar het was waarschijnlijk vergelijkbaar met die bij Arizonasaurus of Hypselorhachis.

Er is één sacrale wervel aanwezig en deze vertoont een duidelijke beennaad waar deze was verbonden met de sacrale ribben en het bekken. De oriëntatie van de sacrale rib suggereert dat het darmbeen naar beneden was gericht, hoewel dit niet zeker is. Twee staartwervels zijn ook aanwezig, en deze zijn slecht bewaard gebleven met ontbrekende doornuitsteeksels, maar vertonen facetten waar chevrons zouden zijn bevestigd. De bases van twee nekribben zijn ook gefossiliseerd, en deze hebben twee koppen - een tuberculum en een capitulum. Ze zijn slank, in tegenstelling tot die van phytosauriërs en krokodillen. Een sleutelbeen en een klauw zijn ook bekend, maar het is niet bekend waar de klauw vandaan komt, de hand of de voet. Ze hebben weinig onderscheidende kenmerken en lijken erg op die van andere ctenosaurisciden.

Fylogenie[bewerken | brontekst bewerken]

Cladogram volgens Nesbitt, 2010:

Poposauroidea

Qianosuchus



Ctenosauriscidae

Arizonasaurus



Xilousuchus




Poposauridae

Poposaurus





Lotosaurus


Shuvosauridae

Sillosuchus




Effigia



Shuvosaurus