Naar inhoud springen

USS Walke (1940): verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Renegade (overleg | bijdragen)
Renegade (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 68: Regel 68:
De anderen waren onherstelbaar vernield. Nadat de bemanning zeker waren dat de dieptebommen op "safe" waren gezet, gingen ze allen over de zij, juist voordat het schip weggleed onder het zeeoppervlak.
De anderen waren onherstelbaar vernield. Nadat de bemanning zeker waren dat de dieptebommen op "safe" waren gezet, gingen ze allen over de zij, juist voordat het schip weggleed onder het zeeoppervlak.


Terwijl de USS Wachington dueleerde met het Japanse slagschip "Kirishima" en een kleiner schip, dreef er overal aangespoeld wrakhout en overboord geslagen goederen rondom het scheepsgevecht. Ze maakte noties van USS Walke's onaangename situatie en dat van de USS Preston, met wie ze alsook ten onder ging in een stroom van granaten en vernieling.
Terwijl de USS Wachington nog in strijd was met het Japanse slagschip "Kirishima" en een kleiner schip, dreef er overal aangespoeld wrakhout en overboord geslagen goederen rondom het scheepsgevecht. Ze maakte noties van USS Walke's onaangename situatie en dat van de USS Preston, met wie ze alsook ten onder ging in een stroom van granaten en vernieling.
Om 00.41 u., juist een minuut voordat de USS Walke al strijdend ten onder ging nabij Savo eiland, in de berucht geworden "IJzeren bodem" aldaar, werden leefvlotten van het Amerikaanse slagschip in zee gegooid voor de overlevenden. Alhoewel de zinkende torpedobootjagers hun dieptebommen op "veilig" waren afgesteld, ontploften er toch enkele onder water, die onder menige overlevende zwemmers, slachtoffers maakte en andere ernstig verwonden. Met de zeeslag, met in het vooruitzicht dat het eens eindigen zal, waren de andere overlevenden in staat, de ernstige gewonden uit het water te hijsen en op hun leefvlotten te leggen. De strijdende schepen waren al een eind van hen vandaan gevaren in de duistere nacht. Alleen de lichtgevende vuurmonden aan de wolkenhemel, van beide partijen, verwees naar hun posities.
Om 00.41 u., juist een minuut voordat de USS Walke al strijdend ten onder ging nabij Savo eiland, in de berucht geworden "IJzeren bodem" aldaar, werden leefvlotten van het Amerikaanse slagschip in zee gegooid voor de overlevenden. Alhoewel de zinkende torpedobootjagers hun dieptebommen op "veilig" waren afgesteld, ontploften er toch enkele onder water, die onder menige overlevende zwemmers, slachtoffers maakte en andere ernstig verwonden. Met de zeeslag, met in het vooruitzicht dat het eens eindigen zal, waren de andere overlevenden in staat, de ernstige gewonden uit het water te hijsen en op hun leefvlotten te leggen. De strijdende schepen waren al een eind van hen vandaan gevaren in de duistere nacht. Alleen de lichtgevende vuurmonden aan de wolkenhemel, van beide partijen, verwees naar hun posities.


Regel 77: Regel 77:
pikken.
pikken.


De USS Meade redde 151 manschappen van de USS Walke, zes van hen stierven later wanneer ze naar Tulagi werden gebracht. Zes officieren, waaronder kapitein-ter-zee Fraser en 76 man vonden de dood, aan boord van de zinkende en brandende USS Walke nabij Savo eiland. Eigenlijk sneuvelden één-derde van de bemanning van de USS Walke in de strijd. De USS Walke werd volledig verwijderd van de Naval Vessel Register op 13 januari [[1943]].
De USS Meade redde 151 manschappen van de USS Walke, zes van hen stierven later wanneer ze naar Tulagi werden gebracht. Zes officieren, waaronder kapitein-ter-zee Fraser en 76 man vonden de dood, aan boord van de zinkende en brandende USS Walke nabij Savo eiland.
De USS Walke werd volledig officieël verwijderd van de Naval Vessel Register op 13 januari [[1943]].


De USS Walke kreeg drie "Battle Stars" voor haar dienst in de Tweede Wereldoorlog.
De USS Walke kreeg drie "Battle Stars" voor haar dienst in de Tweede Wereldoorlog.

===Zie ook===
* Zie USS Walke voor andere Navy schepen met dezelfde naam.
* Lijst van United States destroyers.


==USS Walke (DD-416)==
==USS Walke (DD-416)==
*Klasse: Sims-klasse
*Type: Torpedobootjager US Navy
*Werf: Naval Shipyard, Boston, Massachusetts.
*Gebouwd: 31 mei 1938
*Te water gelaten: 20 oktober 1939
*In dienst gesteld: 27 april 1940
*Verloren gegaan: 15 november 1942 - Gezonken in de Zeeslag van Guadalcanal (88 gesneuvelden)

===Technische gegevens===
===Technische gegevens===
*Lengte: 106,15 m
*Breedte: 11 m
*Diepgang: 4,07 m
*Waterverplaatsing: 1.570 ton (leeg) - 2.211 ton (geladen)
*Machines: Hoge-drul super-hete ketels, geschakelde turbines met dubbele schroeven
*Vermogen: 50.000 pk
*Snelheid: 35 knopen (65 km/u)
*Reikwijdte: 3.660 nautische mijlen aan 20 knopen (37 km/u)
*Bemanning 192 manschappen (10 officieren en 182 matrozen)
===Bewapening===
===Bewapening===
*4 x 5-inch/38 kanonnen
==Externe links==
*4 x .50 caliber/90 kanonnen
8 x 21-inch torpedobuizen in twee vierloops lanceermonden
*2 x dieptebommenglijschuiven
*10 dieptebommen
==Eerbewijzen en toekenningen==
*American Defense Service Medal ("Fleet" clasp. "A")


==Externe links==
* USS Walke website (http://www.destroyerhistory.org/goldplater/usswalke.html) en Destroyer History Foundation (http://www.destroyerhistory.org/index.html).
#[http://www.history.navy.mil/photos/sh-usn/usnsh-w/dd416.htm USS Walke (DD-416) - 1940-1942]
#[http://www.navsource.org/archives/05/416.htm USS Walke (DD-416) Archives]
[[categorie: Oorlogsschip]]
[[categorie: Oorlogsschip]]
[[categorie: Marineschip in de Tweede Wereldoorlog]]
[[categorie: Marineschip in de Tweede Wereldoorlog]]

Versie van 19 sep 2007 22:29

Mee bezig Mee bezig
Aan dit artikel of deze sectie wordt de komende uren of dagen nog druk gewerkt.
Klik op geschiedenis voor de laatste ontwikkelingen.

De USS Walke (DD-416) was een Amerikaanse Sims-klasse torpedobootjager, genoemd naar schout-bij-nacht Henry A. Walke USN (1809-1896). Hij was bevelhebber op de kanonneerboot USS Carondelet tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Ze werd gebouwd naast de torpedojager USS O'Brien (DD-415) op ongeveer hetzelfde tijdsstip, in dezelfde droogdokwerf op de Boston Navy Yard, Boston, Massachusetts op 31 mei 1938, te water gelaten op 20 oktober 1939 door Mrs. Clarence Dillon, grootnicht van vice-admiraal Walke en te water gelaten op 27 april 1940.

Geschiedenis

Vervolgens na haar outfit- en machinerie-proeftijd, nam de USS Walke torpedo's, torpedokoppen en oefen-torpedokoppen van de Naval Torpedo Station, Newport, Rhode Island, aan boord en op 25 juni stoomde ze naar Norfolk, Virginia, tot de volgende dag. Ze bereikte Norfolk op 27 juni en daar nam ze aan boord, luitenant-ter-zee II-klasse Donald B. Cooley, USMC, en 47 matrozen voor overbrenging naar de zware kruiser USS Wichita (CA-45) en vervolgens daarna, vertrok ze naar de Zuid-Amerikaanse wateren. Later op dezelfde dag voerde de USS Walke, samen in gezeldschap met de torpedobootjager USS Wainwright (DD-419), onderweg naar Cuba.

Na bunkering te Guantanamo op 4 juli, voerde de USS Walke naar Rio de Janeiro, Brazilië en Argentinië. Later vertrok zij naar de Caraiben en in de Noord-Atlantische Oceaan. Daar nam ze deel in oefeningen, voornamelijk neutrale patrouilles en voerde "short of war"-operaties uit, tussen de Oostkust van de Verenigde Staten en IJsland.

Neutrale patrouilles en de "Phony War"

De USS Walke's actieve dienst begon in de lente van 1940, toen de Duitsers Noorwegen en de Lage Landen binnenvielen. De Blitzkrieg welke zich als een zweep doorkruiste door Noord-Frankrijk, drukte de Britse troepen van het vaste continent weg en sloegen de Fransen uit de oorlog. Tot resultaat werd er een nieuwe regering gevormd, die van Vichy-Frankrijk, die partij trok voor Duitsland. In geallieerde en neutrale kringen bracht het angstwekking op, dat Franse strijdkrachten, afzonderlijke Franse oorlogsschepen, in de handen van de Duitsers gevallen waren.

Na bunkering te San Juan op 6 december, ging de torpedojager onderweg, in de namiddag tot de volgende dag, op "Caribian Patrouille", in gezeldschap met haar zusterschip USS O'Brien (DD-415). Ze kwamen samen met de USS Moffett (DD-362) en de USS Sims (DD-409), nabij Fort-de-France op Martinique. De USS Walke en USS O'Brien patrouilleerden in de buurt van de haven om de bewegingen van de Vichy-Franse oorlogsschepen gade te slaan. De hulpkruisers Barfleur en Quercy en het vliegdekschip Beam werden op 14 december geschaduwd door de Amerikanen. De USS Walke bezocht daarna Port Castries, Brits West-Indië, op 15 december en nam commandant Lyman K. Swenson, commandant van de Destroyer Division 17, aan boord, die zijn wimpel, die dag in de mast hees.

De USS Walke legde aan in Guantanamo Baai op 19 december 1940, en bleef daar tot het begin van het nieuwe jaar, gemeerd bij het reparatieschip USS Prairie (AD-15), en onderging daar een onderhoudsbeurt. De USS Walke opereerde daarna in het Guantanamo Baai-Goniaves, Haiti gebied, behandelde daar gevechts- en torpedo-oefeningen, en verbond zich met trainingoefeningen naar, voor haar toegewezen schepen, in hun gebied. Daarna ging haar tocht naar Fajardo Roads in Porto Rico, en opereerde daar door tot midden-maart.

Daarna voerde de USS Walke naar het noorden en kwam aan te Charleston, South Carolina, op 20 maart 1941 voor een periode van herstellingen en wijzigingen tot einde mei. Ze deed daarna Norfolk aan tussen 10 en 13 mei voordat ze de volgende dag, naar Newport, haar thuisbasis vertrok. Daarna patrouilleerde de USS Walke nabij de Atlantische kust tussen Norfolk en Newport tot juni 1941, totdat de Atlantische Vloot, de neutrale patrouilles weliswaar, oostwaarts vertrok, dichter naar de West-Europese oorlogszone. Ze verliet Newport op 27 juli en beschermde mede een geallieerd konvooi naar IJsland. Ze bereikten Reykjavik op 6 augustus en keerde daarna op dezelfde dag, weer terug naar Norfolk, haar konvooivracht veilig afgeleverd. Niet verwonderlijk dat dit niet in goede aarde viel bij de Duitse U-boten. Ze mochten toen nog niet, de Amerikanen aanvallen, maar zagen dit wel als een openlijke provocatie. Meteen wisten de Duitsers voor wié de Verenigde Staten partij trok...

De torpedojager keerde daaropvolgend naar de noorderlijke en veiligere gebieden in midden-september. Na lokale operaties in het Newport-Boston gebied, bereikte ze Hvalfjordur op 14 september. Daar opereerde ze in IJslandse wateren tot eind september, voordat ze naar NS Argentia, Newfoundland vertrok, op 11 oktober, en doorvoer naar Casco Bay in Main. De USS Walke begon aan haar algemene "overhaul" te Boston Navy Yard op 25 november 1941 en was daarmee klaar op 7 december 1941, de "Dag der Schande". Op die dag viel de Japanse Keizerlijke Luchtmacht, de Amerikaanse oorlogsbodems en hun militaire instalaties aan op Pearl Harbor, en trok daarmee de Verenigde Staten in de Pacific-oorlog. De USS Walke verliet de scheepswerf op die dag en bereikte op 12 december Norfolk, via Casco Bay.

Oorlog in de Pacific

Op 7 december 1941, toen ook de Verenigde Staten toetraden tot het strijdtoneel van de Tweede Wereldoorlog, begaf de USS Walke zich naar de Stille Oceaan om deel te nemen aan de strijd tegen Japan in de Pacific-oorlog. Ze bereikte San Diego, Californië, via het Panamakanaal op 30 december. De USS Walke stoomde mee met de nieuw geformeerde Task Force (TF) 17, samen met het vliegdekschip USS Yorktown (CV-5) voor de strijd in de Zuid-Pacific, op 6 januari 1942, en beschermde de USS Yorktown met de herbewapening van het marinegarnizoen op het Amerikaanse Samoa. Het konvooi kwam achtereenvolgens aan bij Tutuila op 24 januari. Alhoewel, de TF 17 verliet de Samoa wateren voor een korte periode. Kort hierna stoomde de Task Force 17 naar het noorden naar het Marshalls-Gilberts gebied, voor het toebrengen van de eerste daadwerkelijke Amerikaanse offensieven tegen de Japanners, en dat acht weken na de aanval op Pearl Harbor.

De USS Walke diende mede in het anti-onderzeebootscherm en vijandelijke vliegtuigbescherming voor de USS Yorktown, alsook toen het vliegdekschip haar vliegtuigen lanceerde voor de luchtaanvallen op Japanse installaties op de atols van Jaluit, Makin en Mili. Ofschoon Vloot-admiraal Chester Nimitz, de Commander in Chief, Pacific Fleet (CinCPAC), de raids, een belangrijke aandeel vond in de strijd en schreef:"Well-conceived, well-planned and brilliantly exencuted", de schade, naar men zegt, was de oorzaak feitelijk niet zo groot, als aanvankelijk gerapporteerd werd, en, buiten het optrekken van het Amerikaanse moraal, de aanvallen waren alleen maar minimum onaangenaam voor de Japanners. Niettegenstaande, de Amerikaanse Vloot had, in de Pacific-oorlog, het eindelijk opgenomen tegen de vijand.

Terugkerend naar de Hawaiaanse wateren op 7 februari 1942, ging de USS Walke op oefening in het Hawaiaanse gebied op 27 februari. Ze werd later weer in dienst gesteld bij TF 17 nabij New Caledonia, begin maart, om weer escortedienst en beschermer van de carrier USS Yorktown te zijn, voor het Nieuw-Guinea gebied, als onderdeel van de strijd tegen de Japanse expansie in dit gebied.

Japanse expansie

In die periode, trokken de Japanners richting zuidwaarts, in het Nieuw-Guinea-New Britain gebied, hadden overwinningen behaald in belangrijke momenten met de bezetting van Rabaul en Gasmata, New Britain, Kavieng, New Ireland en aan de zijde van Bougainville in de Salomoneilanden en de Louisiaden. Op het einde van februari 1942, leek het waarschijnlijk dat de Japanners van plan waren een offensief uit te brengen op het einde van maart. Maar op 7 maart merkten de Geallieerden op, dat de Japanse oppervlakte schepen, inbegrepen transportschepen, landden op Buna, Nieuw-Guinea. De volgende dag waren de Japanse troepen geland op Lae en Salamaua, Nieuw Guinea, en versterkten deze plaatsen. Drie dagen later lanceerden de USS Lexington en USS Yorktown hun vliegtuigen voor een luchtaanval op de havenplaatsen Lae en Salamaua. Deze aanval verrastte de Japanners. De vliegtuigen van de twee carriers, evenzo die van Port Moresby kwamen over de Owen Stanley-gebergte overgevlogen en vernielden de gehele Japanse landingsvloot en meerdere zware grondgeschut en landinstallaties.

Task Force 11 met de USS Lexington (CV-2) en TF 17 met de USS Yorktown (CV-5) waren met spoed naar het gebied opgestoomd. Vice-admiraal Wilson Brown, in volle overgave voor de operatie, selecteerde eerst aanvankelijk Rabaul en Gasmata, in New Britain, en Kavieng, in New Ireland als operatiedoelen.

Slag in de Koraalzee

De USS Walke beschermde de carrier USS Yorktown toen ze haar vliegtuigen lanceerde voor een luchtaanval op Tulagi in de Salomonseilanden op 4 mei 1942 en later werd ze gescheiden van deze carrier met de "Support Force", samen met de Australische zware kruiser HMAS Australia, de lichte kruiser HMAS Hobart, en de Amerikaanse torpedobootjagers USS Farragut (DD-348) en USS Perkins (DD-377), tot het beschermen en beveiligen van het zuidelijke gelegen Jomard Passage. In de namiddag van 7 mei vielen Japanse Aichi D3A "Val"-duikbommenwerpers de formatie aan, maar het hevige antivliegtuiggeschut vuurde vanaf alle schepen en dwongen de vijand terug te trekken, zonder rake bomtreffers te kunnen plaatsen. Alhoewel, een uur na het vertrek van de "Vals", deden Japanse tweemotorige bommenwerpers een aanval en lanceerden nu torpedo's op de geallieerde schepen af. Weer was er een hevig spervuur vanaf de oorlogsschepen. De USS Walke en de andere torpedobootjagers schoten voortdurend in de lucht. Vijf bommenwerpers stortten in zee, en geen enkele torpedo trof de geallieerde schepen. 19 hoog vliegende Japanse bommenwerpers vlogen over, dropten hun bommen die, onschadelijk voor de schepen, allen in zee vielen. Antivliegtuiggeschut schoten nu vruchteloos in de lucht, te wijten doordat de vliegtuigen echter hun hoogte handhaafden. Echter, de laatste groep vliegtuigen waren blijkbaar Amerikaanse toestellen. De strijdkracht commandant, de Australische vice-admiraal John Crace merkte op dat het B-26's waren. De commandant van de USS Walke, kapitein-ter-zee Thomas E. Fraser, rapporteerde hem daaropvolgend, dat het Amerikaanse B-17's waren. In ieder geval zelfs, was het gelukkig zo, dat de bommenwerpers niet werden geraakt.

De USS Walke bleef nog over op zee met de USS Yorktown-Task Force in de loop van april 1942. Losmakend hiervan escorteerde ze de USS Ramsay (DM-16) en USS Sumner (AG-32). De torpedojager bereikte Suva, op de Fiji eilanden op 19 april, en ging de volgende dag onderweg naar de Tonga eilanden. Ze bereikte Tongatapu op 22 april. De USS Walke bunkerde bij de olietanker USS Kaskaskia (AO-27), vooralleer ze een ketelreparatie liet doen en dieptebommen innam, voor haar terugkeer naar Task Force 17.

De torpedojager moest zich weer losmaken van TF 17, omdat een verzwakte stuurboordversnellingskoppeling stuk gegaan was. De USS Walke begaf zich naar Australië voor herstelling en bereikte Brisbane op 12 mei. Na aanvulling van het werfwerk op 29 mei, ondernam ze proefvaarten op de Brisbane rivier, vooralleer ze weer goed bevonden was voor actieve dienst en vertrok naar New Caledonia op 9 juni, vlak na de Slag bij Midway.

Ze kwam op 13 juni in Nouméa aan en bunkerde bij, vooralleer ze weer vertrok naar Tongatapu tot Pago Pago, Samoa. Toegewezen tot Task Group (TG) 12.1, vertrok de USS Walke op 26 juni naar Bora Bora in de Genootschapseilanden. Met het ontbinden van TG 12.1 op 11 juli, werd de USS Walke gemeld voor een dienstfunctie voor de Commandant van TG 6.7, alsook de bevelhebber van de USS Castor (AKS-1). Ze escorteerde de USS Castor naar San Francisco, waar ze toekwamen op 2 augustus 1942.

Op 7 augustus, terwijl de USS Walke herstellingen en enkele veranderingen onderging, op de nabijgelegen Mare eiland Navy Yard, worstelde de Verenigde Staten om het initiatief te nemen, de oorlog tegen Japan, door marinierslandingen op Guadalcanal in de Salomonseilanden, in te zetten. In de volgende maanden vochten de twee vijandelijke strijdmachten fel tegen elkaar voor het onder controle krijgen van deze reeks eilanden. De vijandelijke geschillen liepen vlug op in een logistiek tempo. Aan beide zijde trachtten ze, tot frustratie toe, in hun tegenstand, pogingen tot versterken van al hun strijdkrachten op Guadalcanal te ondernemen.

Na haar komplete afwerking op de Mare Navy scheepswerf op 25 augustus, voer de USS Walke naar San Fransisco Baai, en die dag kreeg ze orders tot vertrek naar San Diego, California, voor een rendezvous met de olietanker USS Kankakee (AO-39) en begeleidde haar, langs de Westkust van de Verenigde Staten, via Nouméa, New Caledonia, naar Tongatapu, waar ze aldaar toekwamen op 9 september 1942. De torpedojager escorteerde even later een konvooi, bestaande uit; de USS Kankakee, USS Navajo (AT-64) en USS Arctic (AF-7), van Tongatapu tot Nouméa, waar ze gereed gemaakt werden voor acties in de Salomonseilanden.

Slag om Guadalcanal

Ongeveer bij zonsondergang op 13 november 1942, de dag nadat de Zeeslag van Guadalcanal begon, voer de USS Walke met Task Force 64, die samengesteld was rond het snelle vlaggeslagschip USS Wachington (BB-56) en USS South Dakota (BB-57), en naast de USS Walke, werden ze beschermd door de torpedojagers USS Preston (DD-379), USS Gwin (DD-433) en USS Benham (DD-397). Tegen het middaguur op 14 november, bereikte TF 64 het punt, zo'n 50 mijl ten zuidwesten van Guadalcanal. In het zicht van de vijand, die hen aanzagen als een slagschip, een kruiser en vier torpedojagers, vermeden de Amerikaanse oorlogsschepen, op die dag van 14 november, contact met de vijandelijke vliegtuigen. Van de beschikbare informatie, in spoed verzonden, wist de bevelhebber van de Amerikaanse Task Force 64, vice-admiraal Willis A. Lee, van de aanwezigheid van vijandelijke schepen, waaronder twee slagschepen, in het gebied.

Door een vlakke kalme zee en in linieformatie varend, met de USS Walke op kop van het flottielje, bereikten de Amerikaanse schepen Guadalcanal, op een noorderlijke koers, ongeveer negen mijl ten westen van Guadalcanal. Commander Lee's schip onderschepte, tijdens haar doorvoer van Guadalcanal, Japanse radioberichten terwijl de scheepsradar-"ogen" de duisternis aftastten. Te 00.06 u. van 15 november 1942 ontving het vlaggeschip USS Wachington een rapport, van een aanwezigheid van drie vijandelijke schepen, die rond het noordeinde van het eiland Savo voeren, westwaards oplopend. Bijna gelijktijdig pikte de radar van het Amerikaanse vlaggeschip twee schepen op in dezelfde positie.

Tien minuten later, omstreeks 00.16 u., opende de USS Wachington het vuur met haar 16-inch kanonnen, en binnen enkele ogenblikken lostte de USS South Dakota eveneens haar salvo's. De USS Walke opende te 00.26 u. het vuur, en handhaafde een snel spervuur, waarschijnlijk op de Japanse kruiser "Nagara". Na een vuurstop van enkele minuten, opende de leidinggevende torpedojager weer het vuur naar de Japanse torpedobootjager, zo'n 7.500 meter aan stuurboord (vermoedelijk op één van beide, de "Ayanami" of de "Uranami") en even later kanonvuur vanaf hun bakboordzijde nabij Guadalcanal.

Het zinken van de USS Walke

Japanse granaten vlogen tweemaal in op de USS Walke, en dan drong een fatale torpedo in haar stuurboordzijde binnen, beneden onder kanon 52. Bijna tegelijkertijd sloegen salvo's van granaten van de "Nagara", de "Ayanami" en de "Uranami" kletterend neer op de hulpeloze torpedojager. Een zondvloed van staal en vuur trof de opbouw met een ontzettend verwoestend effect in de radiokamer, de voormast, onder de sloepdavits, en in de nabijheid van kanon 53, op het achter dekhuis. Tegelijkertijd had een torpedo de boeg van het schip weggeblazen, en vuur brak uit aan het voorwaarts gelegen 20-millimeter munitiemagazijn die eveneens ontplofte.

Met deze hopeloze situatie gaf kapitein-ter-zee Thomas E. Frazer, orders het schip te verlaten. Terwijl de torpedobootjager USS Walke snel zonk door de weggeslagen boeg, werden alleen twee leefvlotten te water gelaten. De anderen waren onherstelbaar vernield. Nadat de bemanning zeker waren dat de dieptebommen op "safe" waren gezet, gingen ze allen over de zij, juist voordat het schip weggleed onder het zeeoppervlak.

Terwijl de USS Wachington nog in strijd was met het Japanse slagschip "Kirishima" en een kleiner schip, dreef er overal aangespoeld wrakhout en overboord geslagen goederen rondom het scheepsgevecht. Ze maakte noties van USS Walke's onaangename situatie en dat van de USS Preston, met wie ze alsook ten onder ging in een stroom van granaten en vernieling. Om 00.41 u., juist een minuut voordat de USS Walke al strijdend ten onder ging nabij Savo eiland, in de berucht geworden "IJzeren bodem" aldaar, werden leefvlotten van het Amerikaanse slagschip in zee gegooid voor de overlevenden. Alhoewel de zinkende torpedobootjagers hun dieptebommen op "veilig" waren afgesteld, ontploften er toch enkele onder water, die onder menige overlevende zwemmers, slachtoffers maakte en andere ernstig verwonden. Met de zeeslag, met in het vooruitzicht dat het eens eindigen zal, waren de andere overlevenden in staat, de ernstige gewonden uit het water te hijsen en op hun leefvlotten te leggen. De strijdende schepen waren al een eind van hen vandaan gevaren in de duistere nacht. Alleen de lichtgevende vuurmonden aan de wolkenhemel, van beide partijen, verwees naar hun posities.

De overlevenden van de USS Walke dreven in twee groepen rond. sommigen hingen aan de touwen van de overvolle leefvlotten in het water, en anderen zwermden al zwemmend rond, om de twee vlotten, die de oorlogsschepen hadden gedropt. Gedurende deze zware nacht, werden de overlevenden plots beschenen door vijandelijke schepen met hun zoeklichten, maar ze werden niet lastig gevallen. De Japanners deden hun zoeklichten uit en stoomden verder. Ondanks hun benarde situatie, was het toch een geluk dat ze niet krijgsgevangen werden gemaakt of nog erger, op hen werd geschoten.

Het werd ochtend toen de overlevenden van de USS Walke en USS Preston getuigen waren van het einde van een viertal gestrandde Japanse transportschepen tijdens de nacht. Ze waren gebombardeerd door het leger en marinevliegtuigen, inbegrepen vliegtuigen van de "Big E", de USS Enterprise (CV-6). De vier Japanse schepen kregen, die morgend nog, de genadeslag van de USS Meade (DD-571), juist voordat de torpedojager koers zette naar de overlevenden van de USS Walke en USS Preston om hen op te pikken.

De USS Meade redde 151 manschappen van de USS Walke, zes van hen stierven later wanneer ze naar Tulagi werden gebracht. Zes officieren, waaronder kapitein-ter-zee Fraser en 76 man vonden de dood, aan boord van de zinkende en brandende USS Walke nabij Savo eiland.

De USS Walke werd volledig officieël verwijderd van de Naval Vessel Register op 13 januari 1943.

De USS Walke kreeg drie "Battle Stars" voor haar dienst in de Tweede Wereldoorlog.

Zie ook

  • Zie USS Walke voor andere Navy schepen met dezelfde naam.
  • Lijst van United States destroyers.

USS Walke (DD-416)

  • Klasse: Sims-klasse
  • Type: Torpedobootjager US Navy
  • Werf: Naval Shipyard, Boston, Massachusetts.
  • Gebouwd: 31 mei 1938
  • Te water gelaten: 20 oktober 1939
  • In dienst gesteld: 27 april 1940
  • Verloren gegaan: 15 november 1942 - Gezonken in de Zeeslag van Guadalcanal (88 gesneuvelden)

Technische gegevens

  • Lengte: 106,15 m
  • Breedte: 11 m
  • Diepgang: 4,07 m
  • Waterverplaatsing: 1.570 ton (leeg) - 2.211 ton (geladen)
  • Machines: Hoge-drul super-hete ketels, geschakelde turbines met dubbele schroeven
  • Vermogen: 50.000 pk
  • Snelheid: 35 knopen (65 km/u)
  • Reikwijdte: 3.660 nautische mijlen aan 20 knopen (37 km/u)
  • Bemanning 192 manschappen (10 officieren en 182 matrozen)

Bewapening

  • 4 x 5-inch/38 kanonnen
  • 4 x .50 caliber/90 kanonnen

8 x 21-inch torpedobuizen in twee vierloops lanceermonden

  • 2 x dieptebommenglijschuiven
  • 10 dieptebommen

Eerbewijzen en toekenningen

  • American Defense Service Medal ("Fleet" clasp. "A")

Externe links

  1. USS Walke (DD-416) - 1940-1942
  2. USS Walke (DD-416) Archives