Naar inhoud springen

Korps Mariniers: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
CategorieBot (overleg | bijdragen)
Regel 89: Regel 89:
Het logistiek bataljon telt onder andere een logistieke compagnie, een geneeskundige compagnie en een transportcompagnie.
Het logistiek bataljon telt onder andere een logistieke compagnie, een geneeskundige compagnie en een transportcompagnie.


Speciale eenheden zijn de ''Unit Interventie Mariniers'', een anti terroristische sectie (voorheen de Bijzondere Bijstands Eenheid), het ''Amfibisch Verkenningspeloton'' en het ''Mountainleader (ML) verkennerspeloton (MLVERKPEL)''. De opleiding tot Mountainleader is zeer zwaar. Gedurende 9 maanden krijgen de cursisten training in vrijwel alle vormen van klimtechnieken in rotsachtig gebied en in sneeuw en ijs.
Speciale eenheden zijn de ''Unit Interventie Mariniers'', een anti terroristische sectie (voorheen de Bijzondere Bijstands Eenheid), het ''Amfibisch Verkenningspeloton'' en het ''Mountainleader (ML) verkennerspeloton (MLVERKPEL)''. De opleiding tot Mountainleader is zeer zwaar. Gedurende 9 maanden krijgen de cursisten training in vrijwel alle vormen van klimtechnieken in rotsachtig gebied en in sneeuw en ijs. Dit onderdeel van het Korps Mariniers is momenteel actief in Afganistan bij de bescherming van de lokale bevolking, het helpen opbouwen, maar met name het bestrijden van de Taliban en Al Qaida eenheden. Deze activiteiten worden uitgevoerd samen met het Korps Commandotroepen. De eenheden opereren in kleine groepen, ongeveer zoals de eerste [[SAS]http://nl.wikipedia.org/wiki/Special_Air_Service] Long range desert group.


Deze laatste eenheden maken deel uit van het gevechtststeunbataljon. Samen met het [[Korps Commandotroepen]] (KCT) van de [[Koninklijke Landmacht]] worden deze beschouwd als de Nederlandse 'special forces'. Zij kunnen voor bijzondere acties als terreurbestrijding deels door de Ministeries van Binnenlandse Zaken en van Justitie worden aangestuurd.
Deze laatste eenheden maken deel uit van het gevechtststeunbataljon. Samen met het [[Korps Commandotroepen]] (KCT) van de [[Koninklijke Landmacht]] worden deze beschouwd als de Nederlandse 'special forces'. Zij kunnen voor bijzondere acties als terreurbestrijding deels door de Ministeries van Binnenlandse Zaken en van Justitie worden aangestuurd.

Versie van 31 okt 2007 11:56

Mariniers in een RIB
LCU
LCV

Het Korps Mariniers is het oudste militaire onderdeel van de Nederlandse krijgsmacht. Het Korps bestaat grotendeels uit infanteristen die oorspronkelijk dienst deden op oorlogsschepen of ingezet werden op de grens van land en water. Tegenwoordig is het korps overal ter wereld inzetbaar, maar de zogenaamde amfibische operaties nemen er toch nog steeds een voorname plaats in. Het Korps Mariniers maakt deel uit van de Koninklijke Marine.

Geschiedenis

Algemeen

In de klassieke oudheid was de zeeoorlog vaak een voortzetting van de landoorlog, met dien verstande dat krijgshandelingen ter zee door dezelfde soldaten werden verricht, die dat ook op het land deden. Schepen probeerden elkaar te enteren, waarna soldaten het vijandelijke schip overmeesterden.

Omdat de eerste schepen meestal roeischepen waren, waren de bemanningen eerst roeier en daarna soldaat. Later kwam er een functiescheiding tussen roeiers en soldaten. In sommige gevallen werden slaven of gevangenen gebruikt om galeien te roeien. Ook na de constructie van de ramsteven, waardoor het mogelijk werd andere schepen door rammen tot zinken te brengen, bleef het enteren bestaan.

Met de komst van scheepsgeschut in de late Middeleeuwen veranderde de zeeoorlog van karakter en verdwenen de soldaten van de schepen.

Nederland

In de 17e eeuw ging de Republiek er toe over enkele infanterieregimenten onder gezag van de vloot te stellen. De infanteristen kregen de taak landingen op vijandelijk grondgebied uit te voeren.

Al in 1627 werden 1000 soldaten over schepen verdeeld, om vijandelijke schepen te kunnen enteren, op initiatief van luitenant-admiraal Philips van Dorp. Na de Vrede van Münster in 1648 verdwenen deze soldaten echter weer van de vloot.

Nadat een verzoek tot oprichting van een regiment zee-infanteristen in 1663 was afgewezen, werd in 1665 alsnog een regiment soldaten aan de marine toegewezen. Dit gebeurde op initiatief van Raadspensionaris Johan de Witt en luitenant-admiraal Michiel de Ruyter. De eerste commandant was Willem Joseph van Ghent naar wie de Van Ghent kazerne in Rotterdam is vernoemd. Thans wordt 10 december 1665 gezien als oprichtingsdatum van het Korps Mariniers.

Het Nederlandse korps is het op vier na oudste marinierskorps ter wereld. De Spaanse (1537), Portugese (1610 of 1621), Franse (1622) en Britse (1664) korpsen gingen de Nederlanders voor en ook deze korpsen bestaan nog steeds.

Ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog

Van 1946 tot 1950 was het Korps Mariniers actief in voormalig Nederlands-Indië met de mariniersbrigade, een eenheid die in zijn grootste omvang circa 5.000 man telde. Vanaf november 1950 tot november 1962 was het korps ook actief in voormalig Nederlands Nieuw-Guinea, maar na de overdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië leek er geen bestaansrecht voor het korps meer voor te zijn.

Door het lidmaatschap van de NAVO, met daarin de nadruk op de beveiliging van de Atlantische zeevaart, werd er zelfs, in de jaren zestig van de 20e eeuw, over gedacht om het korps op te heffen. Door de oprichting van een "koudweer" getrainde compagnie in het begin van de jaren zeventig, kreeg het korps echter een nieuwe bestemming. Samen met de troepen van NAVO bondgenoten werden mariniers voortaan ingezet op de "flanken" van de NAVO. De "koudweer" getrainde compagnie werd onderdeel van de Britse 3e mariniersbrigade. Aansluitend werd ook de 1e Amfibische Gevechtsgroep (AGGP) [1] getraind voor optreden in Noorwegen en werd de 2e AGGP een onderdeel van de ACE Mobile Force [2] (tegenwoordig Ace Mobile Force (Land) AMF(L)).

Moderne korpsen

Algemeen

Diverse marines hebben tegenwoordig mariniers in dienst voor het uitvoeren van landingsacties vanuit zee. Zij worden daartoe met behulp van gespecialiseerde schepen naar het landingsgebied vervoerd en met landingsvaartuigen, hovercrafts en/of helikopters aan land gezet.

In de Verenigde Staten is het US Marine Corps een zelfstandig krijgsmachtonderdeel dat zelfs over een eigen luchtmacht beschikt. Het takenpakket van dat korps is dan ook veel uitgebreider dan het Nederlandse. Na een succesvolle landing moeten Amerikaanse mariniers in staat zijn langdurig aan gevechten deel te nemen met tanks, artillerie en vliegtuigen.

Nederland

Het Korps Mariniers is een expeditionaire snel inzetbare strijdmacht gespecialiseerd in amfibische operaties met lichte infanterie-eenheden. Mariniers worden geacht om voor lange tijd achtereen, onder alle klimatologische en geografische omstandigheden inzetbaar te zijn. Om ze hierop voor te bereiden, zijn in het opleidingsprogramma onder andere berg-, koudweer-, woestijn- en jungletrainingen opgenomen.

Militairen van het korps beschouwen zich als 'elite' onderdeel binnen de Nederlandse krijgsmacht omdat de EVO (opleiding tot marinier) en de ECO (opleiding tot commando) tot de fysiek zware krijgsmachtopleidingen behoren.

Er zijn geen vrouwelijke militairen in het Korps Mariniers.


Organisatie

Organisatie Korps Mariniers

Het Nederlandse Korps Mariniers telt momenteel 3400 militairen, voor het merendeel mariniers maar voor ondersteunende taken als administratie, bevoorrading en medische verzorging is ook gewoon marinepersoneel in dienst. De meeste operationele eenheden zijn ondergebracht bij het Mariniers Trainings Commando (MTC) op de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn.

Er zijn mariniers in Den Helder werkzaam bij:

  • de staf van het Commando Zeestrijdkrachten ('CZSK')
  • het Maritiem Situatie Centrum (MARSITCEN)
  • de Netherlands Maritime Force (NLMARFOR)

Verder zijn mariniers werkzaam als bewakers aan boord van oorlogsschepen of als militair attaché in het buitenland. Met de Britse en Amerikaanse marinierskorpsen worden geregeld officieren en onderofficieren uitgewisseld.

Het korps kent als organieke eenheden:

Eenheid Lokatie
1e Mariniersbataljon (1 MARNSBAT) Doorn
2e Mariniersbataljon (2 MARNSBAT) Doorn
3e Mariniersbataljon (3 MARNSBAT)
gedeeltelijk paraat
Caraïbisch Gebied
Gevechtssteunbataljon
(GEVSTBAT)
Doorn
Amfibisch ondersteuningsbataljon
(AMFOSTBAT)
Texel
Logistiek bataljon (LOGBAT) Doorn

De infanteriebataljons bestaan uit onder meer een stafcompagnie, 3 infanteriecompagnieën en een ondersteuningscompagnie.

Het gevechtststeunbataljon kent een mortiercompagnie, een luchtverdedigingspeloton en een geniepeloton.

Het amfibisch ondersteuningsbataljon bestaat uit 2 bootcompagnieën en een Amphibious Beach Unit (ABU). Een tweede ABU wordt in 2007 opgericht.

Het logistiek bataljon telt onder andere een logistieke compagnie, een geneeskundige compagnie en een transportcompagnie.

Speciale eenheden zijn de Unit Interventie Mariniers, een anti terroristische sectie (voorheen de Bijzondere Bijstands Eenheid), het Amfibisch Verkenningspeloton en het Mountainleader (ML) verkennerspeloton (MLVERKPEL). De opleiding tot Mountainleader is zeer zwaar. Gedurende 9 maanden krijgen de cursisten training in vrijwel alle vormen van klimtechnieken in rotsachtig gebied en in sneeuw en ijs. Dit onderdeel van het Korps Mariniers is momenteel actief in Afganistan bij de bescherming van de lokale bevolking, het helpen opbouwen, maar met name het bestrijden van de Taliban en Al Qaida eenheden. Deze activiteiten worden uitgevoerd samen met het Korps Commandotroepen. De eenheden opereren in kleine groepen, ongeveer zoals de eerste [[SAS]http://nl.wikipedia.org/wiki/Special_Air_Service] Long range desert group.

Deze laatste eenheden maken deel uit van het gevechtststeunbataljon. Samen met het Korps Commandotroepen (KCT) van de Koninklijke Landmacht worden deze beschouwd als de Nederlandse 'special forces'. Zij kunnen voor bijzondere acties als terreurbestrijding deels door de Ministeries van Binnenlandse Zaken en van Justitie worden aangestuurd.

Voor de korte termijn wordt een samenvoeging van de operationele delen van het Amfibisch Ondersteuningsbataljon met het Gevechtssteunbataljon voorzien. Het nieuwe, Amfibisch Gevechtssteunbataljon (AMFGEVSTBAT), wordt grotendeels in Den Helder gehuisvest. Het opleidingsdeel van het AMFOSTBAT gaat door als Opleidingscentrum Amfibisch (OC Amfib) en blijft op Texel.

Taken

  • Deelname in de UK/NL Force. Sinds 1972 wordt met de Britse Royal Marines samengewerkt in de UK/Netherlands Amphibious Force die uit twee hoofdelementen bestaat, een Amphibious Task Group en een Landing Force. Kern van de strijdmacht is de Britse 3e Commandobrigade die 3 infanteriebataljons telt. Inzet is voornamelijk op de noordflank van de NATO en één van de twee Nederlandse infanteriebataljons is hiervoor beschikbaar gesteld. De koudweertraining in Schotland en Noorwegen beslaat een groot deel van het trainingsprogramma.
  • Bescherming van het grondgebied van de Nederlandse Antillen. Dit is een taak van het korps maar de aanwezigheid van een complete Amfibische Gevechtsgroep is al teruggebracht tot de kern van het derde bataljon en zal in 2008 gedeeltelijk worden vervangen door roulerend personeel van de Koninklijke Landmacht (KL). Het Korps is in de Antillen nog verantwoordelijk voor de opleiding en training van de dienstplichtigen van de Antilliaanse Militie en van het Vrijwilligers Korps Curaçao. Deze taken zullen ook door personeel van de landmacht worden overgenomen.
  • Anti-Terreur optreden. De eenheden t.b.v. terreurbestrijding worden geselecteerd uit alle krijgsmacht gelederen. Het korps heeft een eigen Unit Interventie Mariniers (UIM) (voorheen de Bijzondere Bijstands Eenheid Mariniers) beschikbaar. Dit is een onderdeel van het gevechtssteunbataljon. De groep kan worden ingezet bij terreuracties op land en op zee (schepen, booreilanden).

Materieel

Bestand:Hägglunds BV-206 Bandvagn.jpg
BV-206

Het korps is een pure infanterie-eenheid en heeft geen zware wapens of gepantserde eenheden. Wel zijn sinds enkele jaren 20 Patria voertuigen beschikbaar voor vredesoperaties en zijn in 2007 Bushmasters (licht gepantserde personeels carriers) in gebruik genomen.

Het personeel van het Korps Mariniers beschikt over de Nederlandse persoonlijke gevechts uitrusting (PGU). Deze is geschikt voor optreden in gematigd klimatologisch gebied en in berg- en arctische gebieden. Bij operaties in de jungle en de woestijn wordt aanvullende tropenuitrusting verstrekt.

Bewapening

Standaard infanteriewapens zijn de Diemaco C7A1 en de LOAW (Licht Ondersteunend (semi) Automatisch Wapen). Ook worden de mitrailleurs FN MAG en Browning .50 en het pistool Glock gebruikt. Verkenningseenheden en genisten gebruiken de Diemaco C8.

Voor de mortierpelotons van de infanteriebataljons zijn er mortieren van 60 mm, 81 mm en van 120 mm voor de mortiercompagnie van het Gevechtssteunbataljon. Verder zijn er Stinger luchtdoelraketten bij het TL peloton van het Gevstbat en Gill anti-tankraketten.

Voertuigen

  • Patria. Het korps heeft 20 Patria pantservoertuigen ter beschikking voor inzet tijdens vredesmissies.
  • Bandvagn. Standaard terreinvoertuig is de BV-206 Bandvagn, waarvan er 156 in gebruik zijn. 107 stuks worden gemoderniseerd en de overige 49 worden vanaf 2007 vervangen door 74 BV-S10 Viking gepantserde terreinvoertuigen van Alvis Hägglunds. 46 stuks worden aangeschaft als personeelcarrier, 20 als commandovoertuig, 4 voor berging en 4 als ambulance.

Vaartuigen

Het korps heeft 14 landingsvaartuigen, 5 van het grote LCU type, 6 van het type LCVP Mk.3 en 3 van het oude type LCVP Mk.2.

In oktober 2006 is de laatste vernieuwde LCU in gebruik genomen. T.o.v. het oude model zijn de vaartuigen verlengd en voorzien van een verbeterde landingsklep. Volgens plan, worden van 2007 tot 2011 nog 12 landingsvaartuigen van het type LCVP "Mark V C" in gebruik genomen, ter vervanging van de Mk. 3 en Mk. 2. Het contract daarvoor werd in december 2006 getekend door scheepswerf Visser in Den Helder. De nieuwe vaartuigen worden ongeveer 16 meter lang en worden aangedreven door waterjets.

Ook worden rubberboten van het type LCR (peddels) en LCRM (buitenboordmotor) gebruikt.

Ander transport

De amfibische transportschepen Hr.Ms. Rotterdam en Hr. Ms. Johan de Witt van de Koninklijke Marine worden gebruikt voor de transporten over grote afstanden. De Marine Luchtvaartdienst en de Tactische Helikoptergroep van de Koninklijke Luchtmacht leveren tactische ondersteuning.

Kazernes en locaties

Rotterdam (Van Ghentkazerne), Doorn (Van Braam-Houckgeestkazerne), Texel (Joost Dourleinkazerne) en in het Caraïbisch gebied op Curaçao (Marinebasis Parera en marinierskazerne Suffisant) en Aruba (marinierskazerne Savaneta).

Het hoofdkwartier is sinds september 2005 in Den Helder. De korpsstaf is met de staf van de Commandant der Zeemacht in Nederland geïntegreerd in het Commando Zeestrijdkrachten. De opleidingen voor kandidaten voor de functie als mariniers officier of voor gewone marinier vinden plaats op de Van Ghentkazerne.

Van Braam Houckgeestkazerne, Doorn

  • 1e en 2e Mariniers infanteriebataljons (1 en 2 Marnsbat)
  • Gevechtssteunbataljon (Gevstbat)
  • Logistiek bataljon.

Joost Dourleinkazerne, Texel

  • Amfibisch Ondersteuningsbataljon
  • Amfibische trainingen

Na samenvoeging van het AMFOSTBAT met het GEVSTBAT wordt het nieuwe bataljon gehuisvest in Den Helder.

Van Ghentkazerne, Rotterdam

Mariniersmuseum, Rotterdam

Marinebasis, Den Helder

  • Amfibisch Verkenningspeloton, de CLF( commander landing force) met zijn staf.

Marinebasis Parera, Willemstad (Curaçao)

  • 31e infanteriecompagnie (3e mariniersbataljon)

Marinierskazerne Suffisant, Curaçao

  • Opleidingen Antilliaanse dienstplichtigen

Marinierskazerne Savaneta, Aruba

  • 32e infanteriecompagnie (3e mariniersbataljon)

Tradities

Het korps viert zijn verjaardag elk jaar op het Oostplein in Rotterdam, waar alle gevallenen worden herdacht. De herdenking vindt plaats dichtbij de plek waar tot WOII de kazerne van het korps gevestigd was en dichtbij de Maasbruggen waar het standbeeld van de mariniers staat. Om deze bruggen werd in mei 1940 hard gevochten en het korpsmuseum is gevestigd in een aantal pakhuizen van waaruit gevochten is.

In 1929 werd een vaandel uitgereikt aan het Korps Mariniers. Hierop zijn wapenfeiten vermeld: Spanje, Algiers, West-Indie, Kijkduin, Doggersbank, Bali, Atjeh, Chatham, Seneffe, Rotterdam, Java en Madoera, Javazee en Nieuw-Guinea.

Na de Tweede Wereldoorlog kende Koningin Wilhelmina de strijdkrachten de Militaire Willemsorde toe en in december 1946 hechtte de toenmalige Bevelhebber der Zeestrijdkrachten luitenant-admiraal C.E.L.Helfrich het versiersel van de Militaire Willems-Orde aan het vaandel.

Op het wapenschild van het korps staat 'Qua Patet Orbis', zo wijd de wereld strekt.


[bron?]

Zie ook

  1. Amfibische Gevechtsgroep (AGGP) is de oude benaming voor een mariniersbataljon.
  2. ACE = Allied Command Europe, het Geallieerd Commando voor Europa, hoofdkwartier Mons (België), onder bevel van een Amerikaans generaal en verantwoordelijk voor het grondgebied en het luchtruim van de Europese NAVO landen, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.