Acetabularia

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Acetabularia
Acetabularia
Taxonomische indeling
Domein:Eukaryota (Eukaryoten)
Stam:Chlorophyta (Groenwieren)
Klasse:Ulvophyceae
Orde:Dasycladales
Familie:Polyphysaceae
Geslacht:Acetabularia
Geslacht
Acetabularia
V.J. Lamouroux, 1812
Acetabularia acetabulum door Ernst Haeckel
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Acetabularia op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Acetabularia[1][2][3][4][5] (paraplualgen) zijn een geslacht van mariene eencellige algen, waarvan de soort tussen 0,5 en 10 centimeter groot kan zijn. Het geslacht omvat twaalf soorten, die worden gedifferentieerd op basis van de vorm van hun paraplu.

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Het eencellige thallus van een paraplualg bestaat uit een wortelachtige rhizoïde, waarmee de alg op een substraat wordt geplakt, een dunne (circa een millimeter dikke) steel en de paraplu die hem zijn naam geeft. Afhankelijk van de soort varieert de maat tussen de één en zes centimeter, de diameter van de paraplu tussen de 0,5 en 1,0 centimeter. Kransen van laterale uitgroeiingen zitten op de stengel en worden na een tijdje weggegooid als de bladeren van bomen. Het scherm bestaat uit dertig tot vijfenzeventig radiale kamers. De wand van het thallus is min of meer sterk verkalkt. Het interieur wordt ingenomen door een grote vacuole, waarrond talrijke chloroplasten circuleren in het perifere cytoplasma (plasmastroom).

Ontwikkeling en voortplanting[bewerken | brontekst bewerken]

levenscyclus

De duur van de levenscyclus van de paraplualgen varieert afhankelijk van de soort en binnen het bereik (breedtegraad) van een soort. Over een lange periode heeft de alg alleen een zeer grote diploïde celkern (primaire kern) in de rhizoïde. Na de vorming van het scherm vindt meiose plaats, d.w.z. de overgang naar de haploïde fase, en de daaropvolgende mitoses resulteren in talrijke haploïde secundaire kernen die migreren naar de kamers van het scherm. Met de vorming van dikke celwanden ontwikkelen zich daar aanvankelijk mononucleaire cysten, waarin echter verdere mitoses plaatsvinden totdat er uiteindelijk twintig tot vijftig tweevlagige gameten in elke cyste zijn. Wanneer de paraplu aan het einde van het groeiseizoen afbrokkelt, komen de cysten vrij als een permanent stadium. Op een later tijdstip laten ze de gameten vrij door een deksel te openen. Door de vereniging van gameten van verschillende geslachten - die extern niet verschillen (isogamie) - ontstaat de diploïde zygoot, die zich aan een geschikt substraat hecht en uitgroeit tot een nieuwe alg.

Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]

Het geslacht komt veel voor in tropische en subtropische zeeën. A. mediterranea leeft in de Middellandse Zee en in het aangrenzende oostelijke deel van de Atlantische Oceaan. De paraplualgen beleefden hun hoogtijdagen in het Trias en de Jura.

Betekenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het geslacht Acetabularia is op verschillende gebieden van groot belang. Enerzijds in de geologie, aangezien de reeds genoemde zware kalkafzettingen een groot aantal fossielen hebben opgeleverd. Tien van de soorten die nog steeds bestaan, kunnen al in het Krijt worden geïdentificeerd. In de natuur neemt het een positie in als rifbouwer. Acetabularia heeft ook een uitstekende positie in de wetenschap. In 1932 kon het het belang van de celkern aantonen. Op dat moment was een moleculair biologisch onderzoek onmogelijk. Bewijs werd geleverd op microscopisch niveau. Hiervoor zijn verschillende ent- en delingsexperimenten gebruikt. Over het algemeen heeft deze algensoort een enorm regenererend vermogen. Na het verlies van de celkern kan het drie tot zeven maanden levensvatbaar blijven, cellulose en eiwit produceren en vormvorming ondergaan.