Alcoa (bedrijf)
Alcoa Corporation | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
![]() | ||||
Ingang Alcoa kantoor in Pittsburgh
| ||||
Beurs | NYSE: AA | |||
Oprichting | 1888 | |||
Sleutelfiguren | Charles Martin Hall (oprichter) Roy C. Harvey (voorzitter & CEO) | |||
Hoofdkantoor | Pittsburgh, Verenigde Staten | |||
Producten | -bauxiet -aluinaarde -aluminium | |||
Industrie | aluminiumindustrie, Productie van aluminium | |||
Omzet/jaar | US$ 12,2 miljard (2021) | |||
Winst/jaar | US$ 570 miljoen (2021) | |||
Marktkapitalisatie | US$ 14,7 miljard (11 maart 2022) | |||
Website | (en) Alcoa Global | |||
|
Alcoa is een Amerikaanse aluminiumproducent. Het is een van de wereldleiders in aluminiumproductie. Vanaf 1 november 2016 is het bedrijf gesplitst en ging het andere bedrijfsonderdeel verder als Arconic.
Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
Alcoa Inc. werd op 1 oktober 1888 in Pittsburgh opgericht door Charles Martin Hall, en heette destijds Pittsburgh Reduction Company. Hij ontdekte een mogelijkheid om aluminium te produceren door middel van electrolyse. In 1907 werd de bedrijfsnaam gewijzigd in Aluminum Company of America. Later werd de verkorte naam Alcoa ingevoerd. In 1912 werd het bedrijf voor het eerste actief in Europa. Op 31 juli 1925 werden de aandelen van het bedrijf genoteerd op de New York Curb Exchange, een voorloper van de New York Stock Exchange.
In 1928 had het bedrijf de helft van de wereldwijde productiecapaciteit van aluminium in handen. In juni 1928 werden de internationale activiteiten van het bedrijf ondergebracht in een nieuwe onderneming, Aluminum Limited of Canada. In 1966 wijzigde deze de naam in Alcan en werd overgenomen door de Rio Tinto Group in 2010.
In 1958 werd Alcoa in Suriname actief met de winning van bauxiet. Suralco werd opgericht voor de realisatie van de Brokopondo-overeenkomst. In deze overeenkomst lagen afspraken vast met betrekking tot investeringen in mijnen, een bauxietsmelter en een waterkrachtcentrale. Het was de eerste internationale activiteit van Alcoa sinds 1928.
In september 2015 werd een splitsing bekendgemaakt":[1]
- de Upstream Company gaat zich richten op mijnbouwactiviteiten en de productie van aluminium. Dit onderdeel blijft de naam Alcoa behouden, maar wel als Alcoa Corporation en niet als Alcoa Inc.. Hier werken zo'n 17.000 mensen die een omzet van ruim 13 miljard dollar realiseren.[1]
- de Value Add Company zich gaat toeleggen op de ontwikkeling van materialen voor technisch hoogwaardige producten.[1] Dit onderdeel gaat verder onder de naam Arconic. Dit onderdeel telt ongeveer 43.000 medewerkers en een omzet van 14,5 miljard dollar.[1]
Op 1 november 2016 werd de splitsing afgerond en kwam een einde aan een 128 jaar lange historie als geïntegreerd aluminiumbedrijf.
Activiteiten[bewerken | brontekst bewerken]
Tot de splitsing in 2016 was Alcoa actief in de hele aluminiumketen. Het beschikt over eigen bauxietmijnen, produceert aluinaarde en heeft fabrieken voor de productie van aluminium. Australië is het belangrijkste land voor Alcoa wat de bauxietwinning betreft.[2] Hier wordt driekwart van al het bauxiet geproduceerd door AWAC. Van alle aandelen Alcoa World Alumina and Chemicals (AWAC) is 60% in handen van Alcoa en Alumina Limited heeft de overige 40%.[2] Veruit het grootste deel van al het bauxiet wordt verwerkt in eigen fabrieken tot aluinaarde. Alcoa produceert meer aluinaarde dan het zelf nodig heeft, slechts een derde wordt zelf verwerkt tot aluminium en de rest wordt verkocht.
Bij de aluminiumproductie wordt veel energie gebruikt en Alcoa beschikt over eigen waterkrachtcentrales of koopt elektriciteit in op basis van lange termijn contracten. Door de opkomende concurrentie, onder andere vanuit de Volksrepubliek China, en de gestegen kosten voor elektriciteit heeft Alcoa sinds 2007 een derde van de smeltercapaciteit verkocht of gesloten en zijn de meeste efficiënte smelters behouden. Per jaareinde 2019 had het bedrijf een smeltercapaciteit van 3 miljoen ton per jaar.[3] Het aluminium wordt verder verwerkt tot platen voor vliegtuigen en motorvoertuigen en de verpakkingsmiddelenindustrie.
In 2019 werd bijna de helft van de omzet gerealiseerd met leveringen uit de Verenigde Staten en een derde uit Spanje.[3] Ongeveer 65% van de omzet wordt behaald met de verkoop van onbewerkt aluminium en platte aluminiumproducten.[3] De verkoop van aluinaarde leverde een omzetbijdrage van zo'n 30% en de rest was gelijk verdeeld over de verkopen van bauxiet en elektriciteit.
België[bewerken | brontekst bewerken]
In België had Alcoa vestigingen in Brussel, Erembodegem (Aalst), Turnhout en Paal. Alleen de laatste is nog over.
Nederland[bewerken | brontekst bewerken]
Sinds 1967 is Alcoa actief in Nederland. Alcoa Nederland B.V., in 1968 gestart als joint venture met Elkem en Lips, is sinds 1989 volledig eigendom van Alcoa. Het bedrijf heeft vestigingen te Waalwijk en Harderwijk.
Suriname[bewerken | brontekst bewerken]
In Suriname is Alcoa actief via Suralco, met vestigingen in Afobaka, Moengo en Paramaribo. Te Paranam bevindt zich een verwerkingsfabriek die voor 55% eigendom is van Suralco en voor 45% van BHP Billiton. In 2010 besloot BHP Billiton, na 71 jaar actief te zijn geweest in het land, de mijnoperaties te staken. Suralco nam het 45% aandeel van het bedrijf in de joint venture over. In september 2015 werd de sluiting van de fabriek aangekondigd.[4]
Resultaten[bewerken | brontekst bewerken]
Vanaf 2005 is een duidelijk efficiency verhoging binnen Alcoa zichtbaar. De productie van aluminiumproducten, gemeten in tonnen, bleef nadien min of meer gelijk, maar het aantal werknemers is gehalveerd. In 2016 werd Arconic afgesplitst hetgeen de halvering van de omzet en de forse reductie van het aantal medewerkers verklaard. Het grote verlies in 2019 was een gevolg van een lagere productie en verkoopprijzen, maar ook door hogere reorganisatiekosten, deze laatste bedroegen ruim US$ 1 miljard versus zo'n US$ 0,5 miljard in 2018.
Jaar[5] | Omzet | Nettoresultaat | Aluminium producten (x 1000 ton) |
Opbrengst (in US$/ton aluminium) |
Werknemers |
---|---|---|---|---|---|
2000 | 22.936 | 1484 | 3539 | n.b. | 142.000 |
2005 | 26.159 | 1233 | 5459 | 2044 | 129.000 |
2010 | 21.013 | 254 | 4757 | 2356 | 59.000 |
2011 | 24.951 | 611 | 5037 | 2636 | 61.000 |
2012 | 23.700 | 191 | 5197 | 2327 | 61.000 |
2013 | 23.032 | −2285 | 4994 | 2243 | 60.000 |
2014 | 23.906 | 268 | 4794 | 2406 | 59.000 |
2015 | 22.534 | −121 | 4537 | 2069 | 60.000 |
2015 (pf)[6] | 11.199 | −793 | 3227 | 2092 | 14.000 |
2016 | 9.318 | −346 | 3147 | 1862 | 14.000 |
2017 | 11.652 | 559 | 3356 | 2224 | - |
2018 | 13.403 | 871 | 3268 | 2484 | - |
2019 | 10.433 | −854 | 2859 | 2141 | 13.800 |
2020 | 9.286 | −14 | 3016 | 1915 | 12.900 |
2021 | 12.152 | 570 | 3007 | 2879 | 12.200 |
Externe link[bewerken | brontekst bewerken]
- (en) Arconic
Bronnen, noten en/of referenties
|