Bengaal

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Bengaal
Bengaal
Basisinformatie
Andere namen Felis catus x Prionailurus bengalensis
Oorsprong Verenigde Staten
Fokstandaarden ACFA, TICA, CCA
ACF, FIFe, GCCF
Lijst van kattenrassen

De bengaal (Felis sylvestris catus x Prionailurus bengalensis) is een relatief nieuw hybride kattenras dat zo gefokt is dat het het uiterlijk heeft van een wilde kat.

Bengaal[bewerken | brontekst bewerken]

Deze kat is ontstaan in de Verenigde Staten in de jaren 1950 na het kruisen van de wilde Bengaalse tijgerkat met huiskatten en raskatten. Er ontstonden katten met een bijzonder vlekkenpatroon. In 1983 werd bij TICA het ras geregistreerd. In 1999 werd dit ras erkend door de FIFé. De kruising van een huiskat met een bengaalse tijgerkat wordt de F1-generatie genoemd. Katers van deze generatie zijn altijd onvruchtbaar. Daarom heeft een F2-generatie altijd een huiskat als vader. Bij de F2-generatie is een kater vrijwel altijd onvruchtbaar, wat vaak ook bij de F3-generatie het geval is.

Uiterlijk[bewerken | brontekst bewerken]

Driejarige bengaal

De bengaal heeft een geel/oranje kleur met daarbij bruine of zwarte vlekken/strepen. Hun vacht is dik, glad en voelt zacht aan. De kop is in verhouding met de rest van het lichaam klein. De ogen zijn groot en amandelvormig. Rond de ogen zit een zwarte kring. De oren zijn klein en naar voren gericht. De staart is van gemiddelde lengte en heeft aan het einde zwarte ringen. Het lichaam is over het algemeen vrij lang en gespierd. De achterpoten zijn iets langer dan de voorpoten en alle poten hebben zwarte voetzolen.

Vacht[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn twee vachtpatronen: de gemarmerde en de gevlekte tabby-variëteit. Die hebben allebei ook weer twee hoofdkleuren, zwart en lichter van tint wanneer het dier partiële albinofactoren toont. Bij de gevlekte bengaal kan er sprake zijn van rozetvorming in het vachtpatroon. Rozetten zijn vlekken waarvan een gedeelte van die vlek een warmere kleur heeft. Er zijn doughnutrozetten en schaduwrozetten. Bij de doughnutrozetten bevindt het warmer gekleurde gedeelte zich in het midden van de vlek. Bij schaduwrozetten zit de warmere kleur aan de zijkant van de vlek. De gemarmerde bengaal heeft een vachtpatroon bestaand uit brede horizontale strepen. Sommige Bengalen hebben witte vlekken (medaillons) of verticale strepen, wat als een kleurfout wordt gezien. Door het kruisen met van Siamezen en Burmezen zijn er ook dieren die partieel albinisme vertonen waardoor de vacht lichter is op het lichaam en donkerder gekleurd op de extremiteiten (poten, kop en staart). De variëteit wordt aangeduid als sneeuwbengaal.

Karakter[bewerken | brontekst bewerken]

De bengaal is een actieve, vocale en wat op zichzelf levende kat die echter wel aandacht vraagt aan mensen die hij vertrouwt. Hij kan zichzelf goed bezighouden. De meeste bengalen zijn geen schootkatten, kopjes geven en spelen is genoeg. Sommige dieren hebben problemen met te dichte benadering en zullen dan plotseling krabben of bijten. Ze zitten graag op hoge plekken omdat ze een sterk ontwikkeld territoriuminstinct hebben en het overzicht willen bewaren. Door hun territoriuminstinct kunnen ze door het hele huis urine en soms ook ontlasting achterlaten.[1]

Wetgeving in Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf 2024 mogen Bengaalse tijgerkatten (en dus ook hun hybride nakomelingen als de bengaal) in Nederland niet meer gehouden worden. Alleen katten die behoren tot de gedomesticeerde soort Felis sylvestris catus zijn dan nog toegestaan. Voor dieren die voor die datum geboren zijn, moet de eigenaar kunnen bewijzen dat deze het dier al had, in welk geval hij het mag houden tot het doodgaat. Fokken ermee is verboden.[2][3]

Zie de categorie Bengal cats van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.