Bevrijdingsleger van Kosovo
Bevrijdingsleger van Kosovo Ushtria Çlirimtare e Kosovës UÇK | ||
---|---|---|
![]() | ||
Logo van het UÇK
| ||
Oprichting | 1993 | |
Ontbinding | 1999 (opgevolgd door het UÇK-M en het UÇPMB) | |
Type | paramilitair | |
Specialisatie | guerrillastrijd | |
Aantal | 20.000 tot 45.000[1][2] | |
Kleur | rood, zwart (wapen van Albanië) | |
Veldslagen | o.a Slag bij Košare | |
Deelname | Kosovo-oorlog | |
Commandanten | Adem Jashari ![]() Agim Çeku Ramush Haradinaj Agim Ramadani Zahir Pajaziti Sylejman Selimi |
Het Bevrijdingsleger van Kosovo (Albanees: Ushtria Çlirimtare e Kosovës, kortweg UÇK) was een etnisch Albanese guerrillaorganisatie die aan het eind van de jaren negentig van de 20e eeuw vocht tegen het Federale Republiek Joegoslavië om de afsplitsing van de regio Kosovo van Servië.
Het UÇK vocht aanvankelijk tegen de vermeende onderdrukking van etnische Albanezen in de Servische provincie Kosovo binnen Joegoslavië en om Kosovaarse onafhankelijkheid van Servië te realiseren. Een ander doel was tevens om na de eventuele onafhankelijkheid van Kosovo het gebied te annexeren aan natiestaat Albanië.[3]
Door de Joegoslavische autoriteiten en sommige andere landen werd het UÇK beschouwd als een terroristische organisatie.[4] Volgens de Servische regering heeft het UÇK meer dan 10.000 burgerslachtoffers gemaakt, zowel Servisch als Albanees.[5] Volgens Human Rights Watch waren de Servische Speciale Politie (MUP) en het Joegoslavisch leger onder het commando van Slobodan Milošević verantwoordelijk voor een deel van de misdaden.
Uit een onderzoek namens de Europese Unie kwam in juli 2014 naar voren dat leden van het UÇK zich schuldig hadden gemaakt aan ontvoering, marteling, moord en andere oorlogsmisdaden.[6]
De eerste commandant van het UÇK die verdacht werd van oorlogsmisdaden was Haradin Bala die door het Joegoslaviëtribunaal in 2005 werd veroordeeld voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid op Servische burgers en Albanezen die van collaboratie verdacht werden.[7]Commandant Fatmir Limaj werd eveneens beschuldigd van onder andere oorlogsmisdaden door de veiligheids-en defensiebeleid van de Europese Unie. Hij werd zeven maanden vastgehouden in huisarrest maar werd bij gebrek aan bewijs en getuige vrijgesproken.[8] De verdachten Isak Musliu en Agim Murtezi werden eveneens vrijgesproken.
Enkele andere belangrijke leiders van het UÇK waren oud-president van Kosovo, Hashim Thaçi, en diens voorganger Agim Çeku. Een andere oud-premier, Ramush Haradinaj, moest zich in 2008 verantwoorden voor het Joegoslavië-tribunaal, maar werd op 4 april van dat jaar vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs.[9][10]Zijn handlangers bij de Zwarte Adelaars Idriz Balaj en Lahi Brahimaj moesten zich destijds eveneens verantwoorden, waar Balaj vrijuit ging werd Brahimaj veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf.
In 2011 werd de Albanese commandant Shefqet Kabashi veroordeeld voor de misdaden waarvan hij enkele jaren ervoor verdacht werd in het Joegoslaviëtribunaal. Hij werd door Nederlandse autoriteiten opgepakt en kreeg een celstraf van twee maanden.[11]
In 2017 werden tien voormalige UÇK-soldaten, waaronder commandant Sylejman Selimi, veroordeeld voor oorlogsmisdaden tegen de burgerbevolking.[12]
Sinds 2015 is er ook een Kosovotribunaal opgericht waar voormalige commandanten van het UÇK aangeklaagd voor oorlogsmisdaden. Salih Mustafa werd in 2022 veroordeeld tot 26 jaar celstraf.
Lopend onderzoek bezig naar:[13]