Naar inhoud springen

Buntgras-verbond

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door AnRo0002 (overleg | bijdragen) op 31 aug 2018 om 15:01. ((GR) File renamed: File:20140819Crepis biennis.jpgFile:20140819Hypochaeris radicata.jpg)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Buntgras-verbond
Duin-buntgras-associatie met buntgras en zandzegge
Duin-buntgras-associatie met buntgras en zandzegge
Syntaxonomische indeling
Klasse:Koelerio-Corynephoretea (Klasse van de droge graslanden op zandgrond)
Orde:Trifolio-Festucetalia ovinae
Verbond
Corynephorion canaescentis
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons

Het buntgras-verbond (Corynephorion canaescentis) is een verbond van de klasse van de droge graslanden op zandgrond (Koelerio-Corynephoretea).

Het is een groep van kortlevende plantengemeenschappen van kalkarme, zure, voedselarme en humusarme duin- en stuifzanden. De vegetatie bestaat vooral uit buntgras, haarmos en korstmossen.

Naamgeving, etymologie en codering

De naam Corynephorion canaescentis is afgeleid van de wetenschappelijke naam van de kensoort buntgras (Corynephorus canescens).

Kenmerken

Algemeen

Het buntgras-verbond vinden we op open, droge, kalkarme tot kalkloze, zure tot vrij zure, voedselarme zandbodems zonder of met zeer weinig humus, zoals in de binnenduinen van de kuststreek, en in zandverstuivingen in binnenlandse landduinen.

Structuur

Buntgras-vegetaties worden gekenmerkt door een zeer open vegetatie met volledige afwezigheid van de boom- en de struiklaag.

In de kruidlaag zijn grassen en grasachtige planten dominant, aangevuld met eenjarige planten die zich ieder jaar opnieuw uit zaad vormen, als de omstandigheden gunstig zijn. De hoofdbloei vindt plaats op het einde van de zomer.

De moslaag is dikwijls opvallend aanwezig met enkele bladmossen en vooral veel korstmossen.

Onderverdeling

Het buntgras-verbond heeft als vertegenwoordigers in België en Nederland:

In Vlaanderen verschilt de duin-buntgras-associatie, omwille van de relatieve kalkrijkdom van de kustduinen, zozeer van de associatie van buntgras en heidespurrie, dat die eerste soms in het duinviooltjesverbond (Galio-Koelerion) geplaatst wordt in plaats van in het buntgras-verbond.

Soortensamenstelling

Buntgras
Zandzegge
Gewoon biggenkruid
Vroege haver
Ruig haarmos
Gewoon kraakloof

Dit verbond heeft voor België en Nederland slechts één kensoort bij de vaatplanten, het naamgevende buntgras. Daarbuiten komen de klasse-kensoorten zandzegge, gewoon biggenkruid en vroege haver vrij frequent voor.

Tussen de bladmossen vinden we meestal wel de verbond-kensoort ruig haarmos, bij de korstmossen frequent het kraakloof, terwijl het rafelig bekermos eerder zeldzaam is.

Boomlaag
Geen soorten
Struiklaag
Geen soorten.
Kensoort Diff.soort Presentie Nederlandse naam Wetenschappelijke naam
kV >90% Buntgras Corynephorus canescens
kK 20-90% Zandzegge Carex arenaria
kK <10-40% Gewoon biggenkruid Hypochaeris radicata
kK <10-30% Vroege haver Aira preacox
kK 0-20% Zandhoornbloem Cerastium semidecandrum
kK 0-20% Geel walstro Galium verum
Moslaag
Kensoort Diff.soort Presentie Nederlandse naam Wetenschappelijke naam
kV 30-90% Ruig haarmos Polytrichum piliferum
kV 40-80% Gewoon kraakloof Cetraria aculeata
kV 10-20% Rafelig bekermos Cladonia ramulosa
kK <10-40% Gewoon purpersteeltje Ceratodon purpureus
kK <10-20% Gewoon klauwtjesmos Hypnum cupressiforme
kK <10% Grijze bisschopsmuts Racomitrium canescens

Zie ook