Naar inhoud springen

Burgerhulpverlening

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Oskardebot (overleg | bijdragen) op 30 dec 2018 om 10:45.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Burgerhulpverlening of lekenhulpverlening is hulp die in dringende situaties geboden wordt door non-professionele vrijwilligers (leken) in afwachting van de komst van professionele hulpverlening (zoals de ambulance). Dit hoeven geen deskundigen te zijn; iedereen met EHBO-kennis kan zich inschrijven. Burgerhulpverleners worden meestal ingezet in de medische hulpverlening bij reanimaties. Bij een reanimatie telt namelijk elke seconde: per minuut die voorbijgaat zonder dat de reanimatie gestart is, daalt de overlevingskans van een slachtoffer met een hartstilstand ongeveer met 10%. Toch duurt het vaak minutenlang voordat een ambulance of MUG (België) ter plaatse is. De inzet van burgerhulpverleners met kennis van reanimatietechnieken die zich op dat moment in de buurt van het slachtoffer bevinden, kan dan de tijd tussen de melding bij de meldkamer en het moment dat met de reanimatie gestart wordt verkorten. Bij een reanimatie kan de meldkamer, naast burgerhulpverleners soms ook de politie of brandweer aansturen om in afwachting van de ambulance alvast met reanimeren te beginnen.

Werking

Mensen met de nodige EHBO-kennis kunnen zich als burgerhulpverlener registreren bij een oproepnetwerk. Eigenaars van een automatische externe defibrillator (AED) kunnen deze eveneens registreren bij het netwerk, zodat ze in geval van nood door de burgerhulpverleners gevonden en gebruikt kunnen worden. Wanneer er zich dan ergens een hartstilstand voordoet en iemand de hulpdiensten alarmeert (in de Europese Unie via het alarmnummer 112), activeert de meldkamer het netwerk (naast het uitsturen van de ambulance en eventueel de politie of brandweer). Een aantal burgerhulpverleners die zich in de buurt bevinden of in de buurt wonen, ontvangen dan een melding via een app of sms op hun mobiele telefoon. Zij worden ofwel gevraagd een AED die ook in de buurt hangt op te halen en daarmee naar het slachtoffer te gaan, ofwel om direct naar het slachtoffer te gaan om te beginnen met reanimeren.

Nederland

Netwerken

In Nederland werken regionale ambulancevoorzieningen (RAV's) met een systeem voor burgerhulpverlening. Wanneer de meldkamer ambulance dan een oproep krijgt voor een hartstilstand, activeert deze het netwerk en worden enkele burgerhulpverleners uit de buurt via sms opgeroepen. Aan hun wordt dan gevraagd om een (geregistreerde) openbare AED op te halen of om naar het slachtoffer te gaan om al met de reanimatie te beginnen. Naast burgerhulpverleners worden bij een reanimatie ook andere professionele hulpverleners zoals politie en brandweer die met een AED zijn uitgerust naar de patiënt gestuurd door de meldkamer. De twee belangrijke landelijke oproepnetwerken zijn Hartveilig Wonen en HartslagNu. In de begroting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor 2016 was een eenmalige stimuleringssubsidie van een miljoen euro opgenomen voor beide netwerken. Dit dankzij een amendement door Kamerleden Leendert De Lange (VVD) en Lea Bouwmeester (PvdA) en op voorwaarde dat beide netwerken zouden samensmelten.[1] In 2018 zou de samenvoeging verwezenlijkt worden, en zouden alle meldkamers er gebruik van maken. Daartoe zou een nieuwe onafhankelijke stichting HartslagNu opgericht worden; de technologie zou van Hartveilig Wonen komen.

In 2014 waren er 68.000 burgerhulpverleners. In oktober 2017 was dit aantal gestegen tot 170.000 geregistreerde burgerhulpverleners, naast 12.000 geregistreerde AED's. Nederland is het eerste land ter wereld met een dergelijk groot nationaal netwerk van burgerhulpverleners. Dankzij de inzet van burgerhulpverleners bleek de overlevingskans bij hartstilstand gestegen van 9% in de jaren 90 tot 25% in 2017. Er wordt naar gestreefd om in heel Nederland reanimatie en AED-inzet binnen de zes minuten te kunnen garanderen.[2]

Studies naar effectiviteit

Er zijn door ZonMw twee studies naar burgerhulpverlening bij reanimaties gefinancierd. Een daarvan ging van 2009 tot 2012 onder leiding van dr. R.W. Koster van de afdeling cardiologie van het AMC in Amsterdam de effectiviteit van dergelijke netwerken na in Noord-Holland Noord en Twente gedurende 18 maanden bij 839 reanimaties. Na afloop van de reanimatiepoging werden de gegevens van de AED, de ambulance en de meldkamer verzameld om de tijdwinst nauwkeurig te berekenen. Aan het einde van de onderzoeksperiode waren er in totaal 1.200 AED's en 10.000 vrijwilligers in het onderzoeksgebied. Bij 278 reanimaties werd ten minste een vrijwilliger met AED opgeroepen, die in totaal 66 keer een AED hebben aangesloten en 26 keer een schok hebben toegediend. De mediane tijd tussen de 112-melding en de eerste defibrillatieschok bij burgerhulpverleners bedroeg 6 minuten en 24 seconden. Dit in vergelijking met een mediane tijd van 3 minuten en 3 seconden bij ter plaatse aanwezige hulpverleners, 7 minuten en 34 seconden bij hulpverleners als politie en brandweer en 10 minuten en 18 seconden bij het toedienen van de eerste schok door de ambulance. De inzet van burgerhulpverleners leverde dus een bijdrage aan het verkleinen van het tijdsinterval tot defibrillatie. Ook werd vastgesteld dat er meer winst was te halen wanneer er meer AED's en meer vrijwilligers beschikbaar waren in de buurt van het slachtoffer.[3]

Er werd daarnaast een door de Nederlandse provincie Limburg gesubsidieerd onderzoek uitgevoerd door prof. dr. Gorgels en dhr. R.W.M. Pijls (Universiteit Maastricht), welke in 2016 een artikel gepubliceerd heeft in het vakblad Resuscitation waarin is onderzocht of het burgerhulpsysteem en de inzet van vrijwilligers daarbij ook daadwerkelijk een bijdrage levert aan de overleving bij reanimaties. Daarvoor werden in de periode van 2012 tot en met 2014 alle reanimaties in de provincie Limburg geregistreerd. Het onderzoek toonde aan dat het burgerhulpsysteem de overleving bij reanimaties buiten het ziekenhuis met cardiale oorzaak verhoogt met 11 procentpunt (van 16% naar 27%) als er ten minste één vrijwilliger gehoor heeft gegeven aan de oproep.[4]

Studie naar proces en kosteneffectiviteit

Een tweede onderzoek door ZonMw liep van 2009 tot 2011 onder leiding van dr. J.G. van Manen van de Universiteit Twente naar het proces en de kosteneffectiviteit van de burgerhulpverlening bij Ambulance Oost in de regio Twente. Daar werd het systeem in maart 2008 ingevoerd. 1.679 vrijwilligers en 58 professionele hulpverleners namen deel aan de procesevaluatie door het invullen van een vragenlijst. Om de kosteneffectiviteit na te gaan werden 1.938 patiënten geselecteerd waarbij de meldkamer een hartstilstand vermoedde uit een periode van 2006 tot 2010. De vrijwilligers en professionele hulpverleners waren over het algemeen positief over het project, ondanks dat er toch verbeterpunten konden gevonden worden. De burgerhulpverlening leek het risico op overlijden binnen 1 dag na een vermoedelijke hartstilstand te verkleinen van 58,8% naar 54,9%, en meer als deze plaatsvond in relatief dunbevolkte gebieden, bij een relatief lange aanrijtijd van de ambulance of bij een hartstilstand die niet thuis plaatsvond. Op de langere termijn (90 dagen) leken de effecten kleiner. De kosten na de eerste 2 startjaren waren ongeveer 34.359 euro per gewonnen leven op dag 1 na de hartstilstand. De kosten in de opstartfase waren meer dan tweemaal zo hoog, maar dit had vooral betrekking op kosten voor opleiding en AED's die vaak toch al werden gemaakt.[5]

België

In maart 2017 ging in Hoogstraten een proefproject met burgerhulpverlening bij reanimaties van start met EVapp (Emergency Volunteer Application). EVapp werkt daarvoor samen met de stad Hoogstraten, het Antwerpse Hulpcentrum 100/112 en de Provinciale Commissie voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening. EVapp is een start-up in het kader van het initiatief 'Durf Ondernemen' van de UGent. Vrijwilligers kunnen zich registreren via de app of de website, waarbij ze een bewijs van hun EHBO-kennis moeten voorleggen. Bij een hartstilstand activeert het Hulpcentrum 100/112 het EVapp-systeem dat de nabije vrijwilligers alarmeert via de app of via sms. De app kan de vrijwilliger ook begeleiden naar de locatie van het slachtoffer of naar het dichtstbijzijnde AED-toestel. Deze vrijwilligers starten de reanimatie dan al op in afwachting van de hulpdiensten. De stad Hoogstraten organiseerde ook reanimatielessen in samenwerking met het Rode Kruis.[6][7] Het Rode Kruis meldde tevens in oktober 2017 dat het aan een app werkte waarin alle vormen van vrijwilligershulp vervat zitten.[8]

Zie ook