Carcharocles chubutensis
Carcharocles chubutensis Status: Uitgestorven Fossiel voorkomen: Oligoceen - Plioceen | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Tanden van Carcharocles chubutensis | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Carcharocles chubutensis Florentino Ameghino, 1901 | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
|
Carcharocles chubutensis is een uitgestorven haai uit de orde van de makreelhaaien (Lamniformes) die van het Oligoceen tot in Plioceen leefde.
Taxonomie[bewerken | brontekst bewerken]
Carcharocles chubutensis werd in 1901 beschreven door Florentino Ameghino.[1] Carcharocles chubutensis is een tussenvorm in de ontwikkelingslijn van Carcharocles angustidens naar Carcharocles megalodon.[2] Het geslacht Carcharocles wordt ook wel beschouwd als ondergeslacht van Otodus.
Fossiele vondsten[bewerken | brontekst bewerken]
Fossielen van Carcharocles chubutensis zijn gevonden in Panama, Costa Rica, Colombia, Venezuela, Brazilië, Peru, de Verenigde Staten en Italië.[3] De vondsten bestaan uit tanden en wervellichamen. In de Culebra-formatie in Panama is het de algemeenste haaiensoort.[4]
Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]
De tanden van Carcharocles chubutensis zijn tot honderddertig millimeter lang. De lichaamslengte wordt geschat op twaalf meter.
Leefwijze[bewerken | brontekst bewerken]
Carcharocles chubutensis was een roofdier en stond aan de top van de voedselketen. Mogelijke prooidieren waren grote vissen, zeeschildpadden, walvisachtigen en zeekoeien.[5]
Bronnen, noten en/of referenties
|