Naar inhoud springen

Dominee

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Jeroen N (overleg | bijdragen) op 15 sep 2019 om 11:57. (gegeven verklaring lijkt een verzinsel of origineel onderzoek (zie ook de overlegpagina en de bewerkingsgeschiedenis); vervangen met bronvermelding)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Zie ook Predikant.

Het woord dominee (afgekort ds., of da. voor een vrouwelijke dominee) is een aanspreektitel voor een predikant, zoals professor dat is bij een hoogleraar. Het woord is een verbastering van de vocatief domine van het Latijnse dominus dat heer betekent. Voor de aanduiding van het ambt wordt echter altijd het woord 'predikant' gebruikt.

Spreekwoordelijk

  • "Er kwam een dominee voorbij." Deze uitspraak gebruikt men als een gesprek plotseling stilvalt, waarschijnlijk ontleend aan het feit dat men zich in de aanwezigheid van een dominee niet vrij durfde te uiten, uit vrees voor een terechtwijzing.[1][2][3]

Noten

  1. M. Philippa e.a., Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdam (2003–2009), via etymologiebank.nl, laatst geraadpleegd op 15 september 2019.
  2. F.A. Stoett, Nederlandsche Spreekwoorden, Spreekwijzen, Uitdrukkingen en Gezegden, Zutphen (1923-1925), via etymologiebank.nl, laatst geraadpleegd op 15 september 2019.
  3. Dominee in het Woordenboek der Nederlandsche Taal, laatst geraadpleegd op 15 september 2019.