Naar inhoud springen

Gouden eik

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door PAvdK (overleg | bijdragen) op 19 apr 2016 om 09:09. (→‎Beschrijving: eirond)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Gouden eik
Gouden eik
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Fabiden
Orde:Fagales
Familie:Fagaceae (Napjesdragersfamilie)
Geslacht:Quercus (Eik)
soort
Quercus alnifolia
Poech (1842)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Gouden eik op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De Gouden eik (Quercus alnifolia) is een groenblijvende eik die endemisch is op het eiland Cyprus. In het Engels wordt de boom meestal "gold oak" = "gouden eik" genoemd. Door zijn - vergeleken met andere eiken soorten - geringe lengte wordt ze in het engels ook wel dwarf oak oftewel dwergeik genoemd, maar die naam wordt in het Nederlands meer voor gekweekte vormen van geringe afmeting gebruikt.

Beschrijving

De gouden eik is een sterk vertakte groenblijvende struik of boom die tot 10 meter hoog kan worden.

De enkelvoudige bladeren zijn eirond tot rond, 1,5 tot 6 cm lang en 1 à 5 (max 8) cm breed, kaal, glanzend donkergroen aan de bovenzijde en aan de onderzijde dicht goud- tot bruinachtig behaard. De bladrand is getand en de nerven steken uit ten opzichte van het bladoppervlak. De bladsteel is stevig, 6-10 (-12) mm lang en behaard. De bloemen zijn eenslachtig, de mannelijke katjes zijn geelgroen van kleur, en in groepen of aan het eind van de twijgen hangend. De vrouwelijke katjes zijn alleenstaand en ontspringen in de bladoksels. De eikels zijn vaak aan de top het breedst, 2-2,5 cm lang en 0,8-1,2 cm breed.

Verspreiding

Quercus alnifolia groeit uitsluitend op de stollingsgesteenten van het Troodosgebergte op hoogten tussen de 1800 en 4000 meter.

De eik groeit op droge standplaatsen in gezelschap van Pinus brutia, of vormt dichte maquisformaties op middelmatig vochtige standplaatsen met een diepe bodem.